ECLI:NL:RBLIM:2016:5106

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 juni 2016
Publicatiedatum
16 juni 2016
Zaaknummer
4957894/AZ/16-137 16062016
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslagverzoek werknemer met vorderingen tot transitievergoeding en billijke vergoeding

In deze zaak verzoekt de werkneemster, die sinds 1 mei 2003 in dienst is bij de besloten vennootschap GLOBELL BV, om toekenning van een transitievergoeding en een billijke vergoeding na haar ontslag. De werkneemster heeft haar ontslag genomen per 1 februari 2016, nadat GLOBELL haar had verzocht om haar werkzaamheden vanuit Tegelen uit te voeren. GLOBELL had eerder toestemming gevraagd aan het UWV om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, maar dit verzoek werd afgewezen. De werkneemster stelt dat haar ontslag te wijten is aan ernstig verwijtbaar handelen van GLOBELL, terwijl GLOBELL dit betwist en stelt dat de werkneemster niet bereid was om haar werkzaamheden vanuit Tegelen te verrichten. De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen door GLOBELL en wijst de verzoeken van de werkneemster af. Daarnaast worden nevenvorderingen van de werkneemster, zoals om een inzichtelijke eindafrekening en betaling van openstaande vakantietoeslag, eveneens afgewezen. De kantonrechter concludeert dat de werkneemster niet ontvankelijk is in haar verzoeken die niet verband houden met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De proceskosten worden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 4957894 \ AZ VERZ 16-137
Zaaknummer: 4958067 \ AZ VERZ 16-138
Beschikking van de kantonrechter van 16 juni 2016.
in de zaak van:
[werkneemster], wonende te [woonplaats werkneemster] aan de [adres werkneemster] ,
werkneemster,
gemachtigde: mr. G.F. Stelten,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid GLOBELL BV, gevestigd te 5932 CT Tegelen aan het adres Kaldenkerkerweg 33,
werkgever,
gemachtigde: mr. M.N. van Geenen.
Partijen worden hierna [werkneemster] en Globell genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 29 maart 2016 ter griffie ontvangen verzoekschrift
- het verweerschrift
- de zijdens [werkneemster] nagezonden producties
- de mondelinge behandeling die is gehouden op 26 mei 2016.
1.2.
Daarna is beschikking bepaald.

2.De feiten en het verzoek

2.1.
[werkneemster] is op 1 mei 2003 bij (de rechtsvoorganger van) Globell in dienst getreden en vervulde de functie van verkoopmedewerker tegen een salaris van € 4.411,35 bruto per maand. Vanaf mei 2009 werd [werkneemster] door Globell ingezet in de regio zuid Duitsland en onderhield vanuit haar thuiskantoor te [woonplaats werkneemster] de contacten met de relaties van Globell in deze regio.
2.2.
Globell heeft op 7 augustus 2016 aan het UWV toestemming gevraagd de arbeidsovereenkomst met [werkneemster] te ontbinden op grond van bedrijfseconomische redenen. Lopende de UWV procedure werd [werkneemster] vrijgesteld van werkzaamheden. UWV heeft het verzoek bij beslissing van 13 oktober 2015 geweigerd. In november 2015 heeft Globell aan [werkneemster] laten weten dat haar vrijstelling van werkzaamheden per 1 december 2015 eindigde en zij per die datum haar werkzaamheden diende uit te voeren vanuit het kantoor van Globell in Tegelen. [werkneemster] heeft bij brief van 30 november 2015 per 1 februari 2016 ontslag genomen. Globell heeft daarop aan [werkneemster] medegedeeld dat zij kennis heeft genomen van de opzegging en vrijgesteld zal blijven van werkzaamheden tot aan de einddatum van de arbeidsovereenkomst.
2.3.
[werkneemster] stelt dat zij de arbeidsovereenkomst met Globell wegens ernstig verwijtbaar handelen van Globell heeft opgezegd en verzoekt een transitievergoeding van € 20.217,00 bruto en daarnaast een billijke vergoeding van € 15.000,00 bruto ten laste van Globell aan haar toe te kennen.
2.4.
Daarnaast verzoekt [werkneemster] Globell te veroordelen een inzichtelijke eindafrekening waaruit haar loon alsmede uitkeringen vakantiegeld en reserveringen blijkt ter beschikking te stellen op verbeurte van een dwangsom.
Tevens verzoekt [werkneemster] om Globell te veroordelen tot betaling aan [werkneemster] van:
 de nog openstaande vakantietoeslag over de periode vanaf 1 januari 2015 tot en met 31 januari 2016;
 het nog openstaande loon over de maand november 2015 ten bedrage van € 751,49 (netto) en wel het bruto equivalent van dit bedrag;
 de openstaande vakantiereserves nu het toegekende bedrag van € 4.463,36 bruto zich volgens [werkneemster] niet verhoudt tot de nog openstaande vakantiedagen.
Verder verzoekt [werkneemster] om Globell te veroordelen een correct getuigschrift ter beschikking te stellen op verbeurte van een dwangsom.
2.5.
Tenslotte verzoekt [werkneemster] om Globell te veroordelen om aan [werkneemster] ter beschikking te stellen een correcte zijdens een door de kantonrechter aangewezen onafhankelijke accountant opgestelde herberekening van haar loon, rekening houdende met de werkzaamheden die [werkneemster] vanuit [woonplaats werkneemster] in Duitsland verrichtte vanaf 1 mei 2009 tot en met 31 december 2014, zulks onder opgave van alle bijbehorende (Duitse) belastingen en (Duitse) sociale premies (afdrachten) zulks op verbeurte van een dwangsom indien Globell in gebreke zou blijven en te bepalen dat Globell aansprakelijk is jegens [werkneemster] voor alle extra financiële lasten als gevolg van die herberekening en Globell te veroordelen al het nodige te doen tot correctie van de afdrachten aan de betreffende instanties in Duitsland en Nederland betreffende de periode 1 mei 2009 tot en met 31 december 2014 eveneens op verbeurte van een dwangsom indien Globell niet binnen een door de kantonrechter te bepalen redelijke termijn hieraan voldoet. Al de voornoemde bedragen vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de datum van voldoening met veroordeling van Globell in de proceskosten.
2.6.
Globell verweert zich tegen het verzoek en stelt dat alle verzoeken dienen te worden afgewezen. Zij voert daartoe – kort samengevat – het volgende aan. Globell betwist uitdrukkelijk dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. Om bedrijfseconomische redenen was het volgens Globell noodzakelijk haar verkoopactiviteiten te concentreren in Tegelen. [werkneemster] wilde volgens Globell niet ingaan op het verzoek haar werkzaamheden vanuit Tegelen te verrichten, reden voor Globell om een ontslagvergunning bij het UWV aan te vragen. Het UWV heeft de ontslagaanvraag van Globell geweigerd. Omdat [werkneemster] in de ontslagprocedure bij het UWV had aangegeven bereid te zijn haar werkzaamheden vanuit Tegelen te willen uitvoeren heeft Globell [werkneemster] in de gelegenheid gesteld vanaf 1 december 2015 vanuit Tegelen haar werkzaamheden uit te voeren. [werkneemster] heeft daarop ontslag genomen. Reden voor Globell om [werkneemster] tot aan de datum van einde dienstverband vrij te stellen van werkzaamheden. Globell is van mening dat haar geen verwijt kan worden gemaakt. Nu [werkneemster] ontslag heeft genomen is er volgens Globell geen enkele reden voor toekenning van een transitievergoeding en al zeker niet voor toekenning van een billijke vergoeding.
2.7.
Globell stelt dat zij een inzichtelijke eindafrekening heeft verstrekt, voor de openstaande vakantiedagen een bedrag van € 3.979,09 netto is uitbetaald, dat er op het loon van november 2015 een correctie op de loonbelasting is doorgevoerd en dat partijen zijn overeengekomen en dat het salaris per 1 januari 2015 inclusief 8% vakantietoeslag zou zijn.
2.8.
Globell stelt dat zij een getuigschrift heeft verstrekt conform de wens van [werkneemster] en dit verzoek derhalve overbodig is.
2.9.
Wat de herberekening van het loon naar Duits belastingrecht betreft stelt Globell dat zij haar Duitse belastingadviseur en haar Nederlandse accountant opdracht heeft gegeven uit te zoeken wat de mogelijke fiscale consequenties voor zowel [werkneemster] als voor Globell zijn. Globell stelt dat zij in dat kader met [werkneemster] is overeengekomen dat mogelijke financiële consequenties in de toekomst voor rekening en risico van Globell komen voor zover die een bedrag van € 4.000,00 netto te boven gaan.

3.De beoordeling

3.1.
Het verzoek van [werkneemster] heeft betrekking op gedingen die zijn gebaseerd op Titel 10, afdeling 9 van Boek 7 BW (Einde van de arbeidsovereenkomst). Ingevolge lid 3 van artikel 7:686a BW kunnen in gedingen gebaseerd op afdeling 9 van titel 10 van Boek 7 BW daarmee verband houdende andere vorderingen worden ingediend met een verzoekschrift. De rechter kan desgewenst het hoofdverzoek en de nevenvorderingen splitsen indien de samenhangende vorderingen zich naar het oordeel van de rechter niet lenen voor gezamenlijke behandeling.
3.2.
De verzoeken van [werkneemster] betrekking hebbende op afdeling 9, titel 10 BW, (transitievergoeding, billijke vergoeding) zijn geregistreerd onder zaaknummer 4957894 / AZ VERZ 16-137. De nevenverzoeken tot afgifte van een getuigschrift en een deugdelijke specificatie van de eindafrekening, en nabetaling van loon, vakantietoeslag en nog openstaande vakantiedagen en het nevenverzoek tot aansprakelijkstelling van Globell voor eventuele nadelige gevolgen voor [werkneemster] door toepassing van het verkeerde fiscale/sociale inhoudingen stelsel alsmede het verzoek met betrekking tot het herberekenen door een door de kantonrechter te benoemen deskundige van het salaris betreffende de periode 1 mei 2009 tot en met 31 december 2014 zijn geregistreerd onder zaaknummer 4958067 / AZ VERZ 16-138.
Zaaknummer 4957894 / AZ VERZ 16-137
3.3.
[werkneemster] is van mening dat Globell ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door onaangekondigd een ontslagverzoek in te dienen bij het UWV en haar op non actief te stellen tijdens de UWV procedure. [werkneemster] verwijt Globell dat Globell niet met [werkneemster] in overleg is getreden en zondermeer is overgegaan tot een sommatie om per 1 december 2015 vanuit Tegelen de werkzaamheden uit te gaan voeren. Globell betwist dat sprake is van verwijtbaar handelen. Volgens Globell wist [werkneemster] al geruime tijd hoe de vlag erbij hing en was het door de vroegere directeur toegestane thuiswerken voor [werkneemster] onbespreekbaar.
3.4.
De kantonrechter stelt vast dat uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat niet snel sprake kan zijn van ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan de rechter in geval van ontslagname door de werknemer een transitievergoeding en een additionele vergoeding aan de werknemer toe kennen. In de omstandigheden van dit geval ziet de kantonrechter geen aanleiding om aan te nemen dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen door Globell waardoor [werkneemster] werd genoodzaakt ontslag te nemen. [werkneemster] stelt weliswaar dat zij bereid was om naar Nederland te verhuizen en legt correspondentie over met een makelaar. De kantonrechter is van oordeel dat deze enkele correspondentie: gemeubileerde kamer of één kamerwoning gezocht in de buurt van Venlo maximaal € 240,00, niet als een serieuze poging genomen kan worden. In elk geval wordt door [werkneemster] onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij daadwerkelijk van plan was om te willen verhuizen. Daarnaast mag niet onvermeld blijven dat [werkneemster] per 1 februari 2015 een nieuwe baan heeft aangenomen in de omgeving van München. De verzoeken van [werkneemster] tot toekenning van een transitievergoeding en een billijke vergoeding worden afgewezen.
Zaaknummer 4958067 / AZ VERZ 16-138
inzichtelijke eindafrekening
3.5.
[werkneemster] verzoekt Globell te veroordelen tot afgifte van een inzichtelijke eindafrekening. Globell verwijst naar productie 4 bij het verweerschrift. De kantonrechter stelt vast dat [werkneemster] tijdens de mondelinge behandeling van 26 mei 2016 niet heeft aan gegeven wat voor haar onduidelijk was op de betreffende specificatie van de eindafrekening. De kantonrechter stelt vast dat met productie 4 een inzichtelijke eindafrekening is verstrekt en [werkneemster] geen belang (meer) heeft bij dit verzoek.
vakantietoeslag 2015
3.6.
[werkneemster] verzoekt om Globell te veroordelen tot betaling van de vakantietoeslag ad 8% over het jaar 2015. Globell stelt dat partijen zijn overeengekomen dat het loon vanaf 1 januari 2015 inclusief 8% vakantietoeslag was. [werkneemster] heeft dit verweer van Globell niet weersproken zodat de kantonrechter er van uit gaat dat het loon vanaf 1 januari 2015 inclusief vakantietoeslag was.
loon november 2015
3.7.
[werkneemster] stelt dat in november 2015 te weinig loon is uitbetaald. Globell wijst er op dat in november een correctie is doorgevoerd van de loonbelasting inhouding. [werkneemster] heeft deze correctie niet weersproken. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat in november 2015 een juist bedrag aan loon is uitbetaald.
uitbetaling vakantiedagen
3.8.
De openstaande vakantiereserves verhouden zich volgens [werkneemster] niet tot het toegekende bedrag van € 4.463,36 bruto. Globell stelt dat de 20 nog openstaande vakantiedagen zijn uitbetaald. [werkneemster] stelt dat het openstaande aantal vakantiedagen 37,5 dagen betreft en maakt zekerheidshalve aanspraak op uitbetaling van de nog openstaande vakantiereserves. De kantonrechter stelt vast dat de stelling van [werkneemster] dat er 37,5 openstaande vakantiedagen zijn met geen enkel stuk wordt gestaafd. Gelet op het standpunt van Globell zal de kantonrechter aan die blote stelling van [werkneemster] voorbij gaan.
getuigschrift
3.9.
[werkneemster] verzoekt afgifte van een getuigschrift. Uit de stukken blijkt dat er reeds een getuigschrift is verstrekt. [werkneemster] heeft derhalve geen belang bij dit verzoek.
inhouding perikelen
3.10.
[werkneemster] verzoekt om Globell te veroordelen om aan [werkneemster] ter beschikking te stellen een correcte zijdens een door de kantonrechter aangewezen onafhankelijke accountant opgestelde herberekening van haar loon, rekening houdende met de werkzaamheden die [werkneemster] vanuit [woonplaats werkneemster] in Duitsland verrichtte vanaf 1 mei 2009 tot en met 31 december 2014, zulks onder opgave van alle bijbehorende (Duitse) belastingen en (Duitse) sociale premies (afdrachten) zulks op verbeurte van een dwangsom indien Globell in gebreke zou blijven en te bepalen dat Globell aansprakelijk is jegens [werkneemster] voor alle extra financiële lasten als gevolg van die herberekening en Globell te veroordelen al het nodige te doen tot correctie van de afdrachten aan de betreffende instanties in Duitsland en Nederland betreffende de periode 1 mei 2009 tot en met 31 december 2014 eveneens op verbeurte van een dwangsom indien Globell niet binnen een door de kantonrechter te bepalen redelijke termijn hieraan voldoet.
3.11.
De kantonrechter is van oordeel dat deze vorderingen niet kunnen worden aangemerkt als vorderingen verband houdende met beëindiging of herstel van de dienstbetrekking (afdeling 9 van titel 10 boek 7 BW). Deze vorderingen dienen afzonderlijk te worden ingesteld en kunnen niet als nevenvordering als bedoeld in artikel 7:686a lid 3 BW worden aangemerkt. [werkneemster] zal daarom wat betreft deze verzoeken niet ontvankelijk worden verklaard.
proceskosten
3.12.
In de aard en uitkomst van deze procedure ziet de kantonrechter aanleiding de kosten van het geding te compenseren.

4.De beslissing

De kantonrechter
Zaaknummer 4957894 / AZ VERZ 16-137
4.1.
wijst de verzoeken van [werkneemster] af,
Zaaknummer 4958067 / AZ VERZ 16-138
4.2.
verklaart [werkneemster] niet ontvankelijk in haar verzoek om Globell te veroordelen om aan [werkneemster] ter beschikking te stellen een correcte zijdens een door de kantonrechter aangewezen onafhankelijke accountant opgestelde herberekening van haar loon, rekening houdende met de werkzaamheden die [werkneemster] vanuit [woonplaats werkneemster] in Duitsland verrichtte vanaf 1 mei 2009 tot en met 31 december 2014, zulks onder opgave van alle bijbehorende (Duitse) belastingen en (Duitse) sociale premies (afdrachten) zulks op verbeurte van een dwangsom indien Globell in gebreke zou blijven en te bepalen dat Globell aansprakelijk is jegens [werkneemster] voor alle extra financiële lasten als gevolg van die herberekening en Globell te veroordelen al het nodige te doen tot correctie van de afdrachten aan de betreffende instanties in Duitsland en Nederland betreffende de periode 1 mei 2009 tot en met 31 december 2014 eveneens op verbeurte van een dwangsom indien Globell niet binnen een door de kantonrechter te bepalen redelijke termijn hieraan voldoet.
4.3.
wijst de overige verzoeken van [werkneemster] af,
Zaaknummer 4957894 / AZ VERZ 16-137 en Zaaknummer 4958067 / AZ VERZ 16-138
4.4.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: HMUI
coll: