Uitspraak
,
1.Het verdere procesverloop
2.De feiten
3.De verdere beoordeling
nietgeheel of gedeeltelijk in de uitoefening van het gezag geschorst.
4.De beslissing
's-Hertogenbosch
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 17 mei 2016 uitspraak gedaan over de schorsing van het ouderlijk gezag van de vader over vier minderjarigen, in het kader van een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad verzocht om schorsing van het gezag van beide ouders, omdat er ernstige zorgen waren over de gezondheid van de kinderen en de vader weigerde toestemming te geven voor een noodzakelijk medisch onderzoek. De moeder, die tijdelijk in de Verenigde Staten verbleef, was teruggekeerd naar Nederland en had aangegeven dat zij er voor de kinderen zou zijn. De rechtbank oordeelde dat er voldoende redenen waren om de vader in zijn gezag te schorsen, maar niet om de moeder te schorsen. De rechtbank heeft de voorlopige voogdijmaatregel die eerder was opgelegd, met onmiddellijke ingang ingetrokken, omdat de moeder weer in Nederland was en het gezag over de kinderen nog steeds wettelijk door haar werd uitgeoefend. De schorsing van de vader vervalt op 17 augustus 2016, tenzij de Raad voor de Kinderbescherming om beëindiging van het gezag verzoekt.