Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Zuidoost Nederland, locatie Maastricht, gevestigd te Maastricht, verder te noemen: de raad.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 22 april 2016 een beschikking gegeven in een familiekwestie betreffende het gezag over een minderjarige. De vader heeft verzocht om hem alleen met het gezag over zijn kind te belasten, terwijl de moeder en de grootmoeder (oma moederszijde) zich als belanghebbenden hebben aangemeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader recentelijk zijn kind heeft erkend, wat zijn positie heeft veranderd. De Raad voor de Kinderbescherming heeft een onderzoek uitgevoerd, maar de rechtbank oordeelt dat de informatie over de thuissituatie van de vader niet voldoende is onderzocht. De rechtbank heeft daarom besloten om een voorlopige gezagsvoorziening te treffen, waarbij het gezag voorlopig bij de vader komt te berusten, totdat er meer duidelijkheid is over de situatie van de minderjarige. De Raad is verzocht om aanvullend onderzoek te doen en binnen vier maanden te rapporteren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank houdt verdere beslissingen aan in afwachting van het rapport van de Raad.