ECLI:NL:RBLIM:2016:479

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 januari 2016
Publicatiedatum
21 januari 2016
Zaaknummer
4673956 CV EXPL 15-12429
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van bedrijfsruimte in kort geding wegens huurachterstand

In deze zaak heeft K.S.I. GROUP B.V. een kort geding aangespannen tegen [gedaagde], die sinds 1 augustus 2010 een bedrijfsruimte huurt van K.S.I. voor de exploitatie van een restaurant. De huurprijs bedraagt € 3.327,50 per maand. K.S.I. vordert ontruiming van de bedrijfsruimte en betaling van een huurachterstand van € 31.323,74, inclusief btw, die tot en met december 2015 is opgebouwd. De gedaagde heeft de huurachterstand niet betwist. De procedure omvatte een dagvaarding op 22 december 2015 en een mondelinge behandeling op 7 januari 2016. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er een spoedeisend belang is en dat de huurachterstand voldoende is om de gevorderde ontruiming toe te wijzen. De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op zes weken na betekening van het vonnis. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de huur tot aan de ontruiming, inclusief wettelijke handelsrente. De proceskosten zijn ook voor rekening van de gedaagde gesteld. Het vonnis is uitgesproken op 21 januari 2016.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 4673956 CV EXPL 15-12429
Vonnis van 21 januari 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap
K.S.I. GROUP B.V.,
gevestigd te Maastricht, kantoorhoudend te Roermond,
eisende partij,
gemachtigde: mr. K.A.M.J. Horsch
tegen
[gedaagde] ,voorheen handelend onder de naam ‘ [naam restaurant] ’,
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. R.E.E. Heiligers.
Partijen zullen hierna K.S.I. en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding d.d. 22 december 2015
  • de van de zijde van [gedaagde] op 5 januari 2016 ingekomen producties
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 7 januari 2016.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt sinds 1 augustus 2010 van K.S.I. de bedrijfsruimte staande en gelegen te [vestigingsplaats] aan de [adres] (verder te noemen: het gehuurde), waarin [gedaagde] een restaurant/brasserie exploiteert, tegen een bij vooruitbetaling verschuldigde huurprijs van laatstelijk € 3.327,50 per maand.

3.De vordering en het geschil

3.1.
Op grond van een betalingsachterstand vordert K.S.I. - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - :
  • de veroordeling van [gedaagde] om het gehuurde binnen twee weken na betekening van dit vonnis te verlaten en te ontruimen en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van K.S.I. te stellen;
  • de veroordeling van [gedaagde] om aan K.S.I. € 31.323,74 inclusief btw te betalen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 22 december 2015 tot aan de dag van voldoening;
  • de veroordeling van [gedaagde] om aan K.S.I. € 3.327,50 inclusief btw per maand te betalen voor iedere maand vanaf 1 januari 2016 tot het tijdstip van de ontruiming;
  • de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de proceskosten.
3.2.
Het bedrag van € 31.323,74 betreft de tot en met december 2015 onbetaald gelaten huur.
3.3.
[gedaagde] heeft de gestelde huurachterstand niet betwist.

4.De beoordeling

4.1.
Het gestelde spoedeisende belang wordt aannemelijk geacht.
4.2.
Om een voorziening te kunnen treffen als gevorderd, dient met een redelijke mate van zekerheid aangenomen te kunnen worden dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat deze - of een vergelijkbare - vordering zal slagen. Bij deze beoordeling kan dus slechts een voorlopig oordeel worden gegeven en die beoordeling moet geschieden op basis van hetgeen in deze korte procedure naar voren is gebracht en aannemelijk is gemaakt.
4.3.
De vaststaande omvang van de huurachterstand rechtvaardigt de in kort geding gevorderde veroordeling tot ontruiming (waarbij ter zitting evenwel met en tussen partijen is afgesproken dat de ontruimingstermijn op zes weken na betekening van dit vonnis zal worden gesteld), alsmede de veroordeling tot betaling van de achterstallige huur en de huur tot aan de ontruiming, zodat die zullen worden toegewezen, inclusief de daarover gevorderde wettelijke handelsrente.
4.4.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van K.S.I. tot de datum van dit vonnis begroot op € 1.611,47, bestaande uit € 600,00 aan salaris gemachtigde, € 932,00 aan griffierecht en
€ 79,47 aan explootkosten.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om de bedrijfsruimte staande en gelegen te [vestigingsplaats] aan de [adres] binnen zes weken na betekening van dit vonnis te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van K.S.I. te stellen,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om tegen bewijs van kwijting aan K.S.I. € 31.323,74 inclusief btw te betalen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 22 december 2015 tot aan de dag van voldoening,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om tegen bewijs van kwijting € 3.327,50 inclusief btw per maand aan K.S.I. te betalen vanaf 1 januari 2016 tot het tijdstip van de ontruiming,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van K.S.I. tot de datum van dit vonnis begroot op € 1.611,47,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Hoekstra en is in het openbaar uitgesproken.
RK.