ECLI:NL:RBLIM:2016:4627

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 mei 2016
Publicatiedatum
2 juni 2016
Zaaknummer
04/990005-11
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan oplichting van de Belastingdienst door het oprichten van valse ondernemingen en indienen van onjuiste belastingaangiften

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 24 mei 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan oplichting van de Belastingdienst. De verdachte was betrokken bij het oprichten van verschillende commanditaire vennootschappen (CV's) en het indienen van onjuiste aangiften omzetbelasting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, diverse personen heeft bewogen om CV's op te richten en bankrekeningen te openen, waarbij de volledige zeggenschap over deze ondernemingen in handen was van een medeverdachte, aangeduid als [getuige 2]. Deze medeverdachte heeft vervolgens valse aangiften gedaan bij de Belastingdienst, wat resulteerde in onterecht ontvangen teruggaven van omzetbelasting tot een totaalbedrag van € 70.450,00.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit, maar heeft de subsidiaire tenlastelegging van medeplichtigheid aan oplichting bewezen verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op de hoogte was van het misbruik dat met de CV's werd gemaakt en dat hij een faciliterende rol had gespeeld in het proces. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van de tijd die hij reeds in voorarrest had doorgebracht. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, de overschrijding van de redelijke termijn en het feit dat de verdachte zelf geen financieel voordeel had genoten van de gepleegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 04/990005-11
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 24 mei 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door D. Emmelkamp, advocaat kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 10 mei 2016. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
primair: al dan niet samen met een ander of anderen de Belastingdienst meermalen heeft opgelicht,
subsidiair: medeplichtig is geweest aan het meermalen oplichten van de Belastingdienst,
meer subsidiair: opdracht heeft gegeven dan wel feitelijk leiding heeft gegeven aan een aantal commanditaire vennootschappen (cv’s) tot het opzettelijk doen van onjuiste of onvolledige aangiften omzetbelasting ertoe strekkende dat te weinig belasting werd geheven,
meest subsidiair: medeplichtig is geweest aan het opdracht geven dan wel feitelijk leiding geven aan een aantal commanditaire vennootschappen (cv’s) tot het opzettelijk doen van onjuiste of onvolledige aangiften omzetbelasting ertoe strekkende dat te weinig belasting werd geheven.
De rechtbank heeft een kennelijke verschrijving in de tenlastelegging onder het subsidiaire feit hersteld. De verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting haar standpunt toegelicht overeenkomstig het door haar op schrift gestelde requisitoir. Zij heeft gevorderd dat het subsidiair ten laste gelegde zal worden bewezen verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat verdachte geen opzet heeft gehad op het doen van onjuiste belastingaangiften. De raadsman heeft verder aangevoerd dat de cijfers die zijn ingevuld in de belastingaangiften niet kunnen worden gekwalificeerd als valse naam, valse hoedanigheid, listige kunstgrepen of samenweefsel van verdichtsels en dat de achter het eerste, tweede en vierde gedachtestreepje genoemde voorwendselen niet blijken uit de cijfers die zijn ingevuld in de belastingaangiften. Dientengevolge is er geen sprake van oplichting en om die reden dient verdachte te worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde. De raadsman heeft daarnaast bepleit dat aan de verklaringen van getuige [benadeelde partij 2] geen waarde kan worden gehecht aangezien zij is gevoed met informatie door de Belastingdienst. De raadsman heeft tenslotte aangevoerd dat verdachte niet als medepleger kan worden aangemerkt omdat er geen sprake is van nauwe en bewuste samenwerking.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Partiële vrijspraak ten aanzien van Glazenwasser [bedrijf] en [bedrijf 2] :
Uit het dossier is gebleken dat aan Glazenwasser [bedrijf] en [bedrijf 2] geen bedragen omzetbelasting zijn uitbetaald, omdat tijdens het onderzoek door de Belastingdienst is gebleken dat de namens deze CV’s ingediende aangiften omzetbelasting voor deze CV’s volgens de Belastingdienst niet juist waren. Op basis van het vorenstaande stelt de rechtbank vast dat er geen sprake is van een voltooid delict en zal de verdachte dan ook van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen in zaak 1 [1]
De verklaringen van [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4]
[benadeelde partij 1] [2] heeft bij de politie het volgende verklaard.
Ik wilde schoonheidsartikelen doorverkopen en [verdachte] vertelde mij dat hij wel iemand kende die mij kon helpen om een bedrijf op te starten. [verdachte] heeft mij voorgesteld aan [getuige 1] . In mei 2010 ben ik met [getuige 1] naar de Kamer van Koophandel gegaan. [getuige 1] heeft de inschrijving bij de Kamer van Koophandel contant betaald. Vervolgens ben ik met [getuige 1] naar de ING bank gegaan. Ik opende bij ING twee bankrekeningen, voor ieder bedrijf één bankrekening. Ik kreeg meteen bankpasjes mee met de pincodes en de gebruikersnaam en wachtwoord voor internetbankieren. Ik moest de bankpasjes aan [getuige 1] afgeven. Brieven van de Belastingdienst moest ik afgeven aan [verdachte] . Omdat deze brieven op mijn naam stonden, heb ik de brieven wel opengemaakt. Ik zag in de brieven van de Belastingdienst dat de Belastingdienst bedragen terugbetaalde. Van ieder bedrijf heb ik een keer een brief gehad van de Belastingdienst waarin stond dat er geld werd teruggestort. Ik had gezien dat er bedragen van zo’n € 3.000 en € 4.000 zouden worden teruggestort door de Belastingdienst. Toen ik op een bankafschrift zag dat er een keer
€ 1.000,00 gepind was en wat kleinere bedragen, ging ik naar [verdachte] omdat er in Breda gepind was en ik had dat niet gedaan, want ik had geen pasjes. [verdachte] zei dat hij niet had gepind omdat hij de pasjes niet had. Ik heb vaker aan [verdachte] gevraagd waarom ik het wachtwoord van telebankieren niet mocht hebben. Ik had op dat moment, in mei 2010, al twijfels. [verdachte] en [getuige 1] vertelden mij telkens dat het allemaal goed was. Vanaf 15 september 2010 ontving ik geen post meer voor de CV’s. Ik ontving een brief van TNT waarin stond dat mijn adres gewijzigd was in Postbus [nummer] in Almere. Ik weet niet wie die wijziging heeft doorgegeven, ik in elk geval niet.
[getuige 1] en [verdachte] vertelden mij dat twee ondernemingen voor de belastingaangiften gemakkelijker zouden zijn. In de periode 1 mei 2010 tot en met 21 november 2010 heb ik niets gedaan in de twee ondernemingen, [bedrijf 3] en [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV, ik had geen bedrijfsactiviteiten. De pinpassen en pincodes van rekeningen [rekeningnummer 1] en van [rekeningnummer 2] heb ik aan [getuige 1] afgegeven. [verdachte] vertelde mij dat hij de bescheiden en wachtwoorden aan [getuige 1] zou geven en dat [getuige 1] de belastingaangiften via internet zou invullen. Ik heb geen opdracht gegeven om de aangiften omzetbelasting over het tweede en derde kwartaal 2010 voor [bedrijf 3] en voor [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV in te vullen. De gegevens op deze aangiften omzetbelasting zijn niet met mij doorgesproken. Er was geen inkomen bij [bedrijf 3] en [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV dus de aangiften omzetbelasting zijn niet juist ingevuld en ingediend.
Ik heb de facturen zoals weergegeven in bijlagen D-025 tot en met D-030 niet naar de Belastingdienst verzonden. Ik ken de bedrijven [bedrijf 5] , [bedrijf 6] en [bedrijf 7] niet. Ik weet zeker dat deze facturen niet echt zijn omdat [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon niemand heeft ingehuurd.”
[benadeelde partij 2] [3] heeft bij de politie het volgende verklaard.
In de zomer van 2009 kwam ik in gesprek met [verdachte] . Hij vertelde dat ik gemakkelijk voor mezelf kon beginnen. Hij kende een vrouwelijke accountant die verstand had van papierwerk en dat voor mij zou kunnen bijhouden. [verdachte] zou die vrouwelijke accountant voor mij benaderen om mij te helpen en hij zou alle contacten met deze accountant voor mij onderhouden. [verdachte] vertelde dat die vrouwelijke accountant in Almere woonde en toen ik haar één keer ontmoette vertelde ze mij dat ze een dochter van 16 jaar had. Ik heb haar slechts een keer gezien en gesproken. Alle contacten met haar liepen via [verdachte] . Omstreeks september 2009 kwam [verdachte] bij mij thuis. Hij vertelde dat ik met hem naar de Kamer van Koophandel te Breda moest gaan om een bedrijf in te schrijven. Ik ben samen met [verdachte] naar de Kamer van Koophandel gereden. Ook de vrouwelijke accountant was daar, ze is niet met ons mee gereden. Ik ben met de vrouwelijke accountant bij de Kamer van Koophandel naar binnen gegaan. [verdachte] bleef buiten wachten. De inschrijfformulieren had de vrouwelijke accountant bij zich. Ik heb niets ingevuld. Ik moest alleen mijn handtekening zetten bij de Kamer van Koophandel. We hebben twee bedrijven ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Het ene bedrijfje was voor de nagelstudio. De naam Nagelstudio [benadeelde partij 2] heb ik zelf verzonnen en die naam had ik van tevoren doorgegeven aan [verdachte] . Ik wilde ook andere mensen opleiden en de vrouwelijke accountant adviseerde mij om dan een apart bedrijfje daarvoor op te richten. Dat is toen ook gedaan. De naam van dat bedrijfje is toen door de vrouwelijke accountant verzonnen. De naam is Nagel Opleidingsagency [benadeelde partij 2] .
Op de inschrijving D-105, blz. 10 zie ik als mijn achternaam [benadeelde partij 2] staan, zonder “van” ervoor. Ik heet [benadeelde partij 2] . Ik schrijf [benadeelde partij 2] nooit met een letter “N” erachter.
Nadat we bij de Kamer van Koophandel waren geweest, zijn [verdachte] en ik rechtstreeks naar de ING bank in de Hoge Vught te Breda gegaan. De vrouwelijke accountant was daar niet bij. [verdachte] en de vrouwelijke accountant zeiden dat ik naar de bank moest om daar twee zakelijke rekeningen te openen. Ik ben alleen bij de ING bank naar binnen gegaan. [verdachte] zat in de auto op mij te wachten. Daar heb ik twee rekeningen geopend op naam van Nagelstudio [bedrijf 12] en Nagel opleidingsagency [bedrijf 12] . Ik kreeg twee oranje bankmappen, wachtwoorden, inlogpapieren voor internetbankieren en twee bankpasjes. Alles zat in een envelop opgeborgen. Ik ben alleen gemachtigd voor beide bankrekeningen. Ik heb bij de ING bank alleen een handtekening gezet en niet [verdachte] of die vrouwelijke accountant.
Buiten de bank stond [verdachte] in de auto op mij te wachten en vertelde mij toen we thuis aan kwamen dat ik de bankpasjes, inlogpapieren en wachtwoorden in de auto moest laten liggen. Hij zou alles aan de accountant geven. Ik was het daar niet mee eens. [verdachte] kwam heel bedreigend over. Hij pakte de envelop van mij af en zei dat ik die spullen niet mocht houden. Ik hoefde zelf niets te doen want daar was de accountant voor volgens [verdachte] . Ik moest alle post voor Nagelstudio [bedrijf 12] en Nagel opleidingsagency [bedrijf 12] in een dichte envelop aan [verdachte] geven. Ik mocht zelf niets openen. Ik heb wel eens een envelop geopend, toen [verdachte] dat zag was hij erg boos op mij. Ik heb een keer om het telefoonnummer van die vrouwelijke accountant gevraagd. Hij gaf dat nummer niet, want als ik iets van haar wilde moest ik het via hem doen. Ik heb [verdachte] op enig moment gezegd dat ik ermee wilde stoppen. Dat was geen probleem en [verdachte] zou gelijk alles regelen. In november of december 2010 was hij opeens vertrokken. Ik kon hem ook telefonisch niet bereiken. Ik heb nooit iets gedaan binnen de bedrijfjes. Ik heb ook nooit iets gekocht op naam van de bedrijfjes en ik heb ook nooit klanten gehad. Ik heb niets verdiend en niets uitgegeven.
Ik heb nooit aangiften omzetbelasting van Nagelstudio [bedrijf 12] en Nagel opleidingsagency [bedrijf 12] gezien. Ik heb wel eens dichte enveloppen van de Belastingdienst aan [verdachte] gegeven. Ik heb nooit aangiften omzetbelasting van Nagelstudio [bedrijf 12] en Nagel opleidingsagency [bedrijf 12] ingevuld.
Ik heb de aangiften omzetbelasting over het derde en vierde kwartaal 2010 van Nagelstudio [bedrijf 12] en Nagel opleidingsagency [bedrijf 12] niet ingevuld of ingediend bij de Belastingdienst. Ik heb nooit opdracht gegeven om deze aangiften omzetbelasting in te vullen en in te dienen. De gegevens in de aangiften omzetbelasting zijn niet juist.
Ik weet niets van de uitgaven en ook niets van de ontvangsten. Ik heb de namen [benadeelde partij 1] en Petero wel eens gezien op een afschrift. Ik heb de uitgaven niet gedaan en ik weet ook niets van de ontvangsten. Ik heb ook nooit geld opgenomen van de bankrekening.
[benadeelde partij 2] verklaart op 3 juni 2015 bij de rechter-commissaris
Ik weet dat [verdachte] ook een wapen had. [verdachte] liet dat zien aan mij bij hem thuis. Dat zat in een doosje. Ik weet niet waarom hij dat liet zien.
[benadeelde partij 5] [4] heeft bij de politie het volgende verklaard.
Ik was vóór 2010 al wanhopig op zoek naar werk. [verdachte] zei me op enig moment dat hij werk had. Hij vertelde me dat hij een kopie van mijn paspoort nodig had. Hij belde me daarna dat we naar de Kamer van Koophandel moesten. Ikzelf, [verdachte] , de broer van [verdachte] en een blonde Nederlandse mevrouw zijn toen naar de Kamer van Koophandel gereden. Zij had de papieren al ingevuld, ik hoefde die alleen te tekenen. Ik heb bij de ING bankrekeningen geopend. Die pasjes moest ik, samen met de pincodes en de codes voor internetbankieren en de papieren van de Kamer van Koophandel, bij [verdachte] inleveren. Dat heb ik gedaan. Ik heb allen bij [verdachte] ingeleverd, maar nooit iets teruggekregen. Als mij gevraagd wordt of [verdachte] mij bedreigd heeft, zeg ik dat hij mij, in Breda, op een bepaald moment zijn wapen liet zien en zei dat ik niet met hem moest sollen.
[benadeelde partij 3] [5] heeft bij de politie het volgende verklaard.
Hondensalon [bedrijf 9] en Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] zijn niet van mij. Het is allemaal begonnen met een vrouw, genaamd [getuige 1] . Ik heb [getuige 1] ontmoet omdat ik via een kennis hoorde dat je op een bepaalde manier kon bijverdienen. Ik heb [getuige 1] voor het eerst ontmoet bij de Kamer van Koophandel in Breda. Voordat we bij de Kamer van Koophandel binnen gingen heb ik met [getuige 1] buiten voor de deur gesproken en zij heeft mij uitgelegd dat zij administrateur of boekhouder was. Ze vertelde mij dat wanneer ik iets wilde bijverdienen zij mijn naam en gegevens nodig had om twee bedrijven op te starten. [getuige 1] had de namen van de betreffende bedrijven al bij zich. Dit betroffen Hondensalon [bedrijf 9] en Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] . [getuige 1] heeft eerst de papieren van de Kamer van Koophandel buiten ingevuld en daarna zijn we samen het gebouw van de Kamer van Koophandel binnen gegaan. [getuige 1] had mij van tevoren gezegd dat ik € 500,00 per maand of per twee weken zou krijgen als ik deze ondernemingen op mijn naam zou zetten. Ik heb in totaal twee keer geld ontvangen. Dat betrof twee keer € 500,00 contant.
Na de Kamer van Koophandel zijn we samen naar de ING bank tegenover het NS-station in Tilburg gegaan. [getuige 1] heeft het verhaal gedaan dat wij twee ondernemingen gingen starten. Er zijn toen twee zakelijke bankrekeningen geopend op naam van Hondensalon [bedrijf 9] en Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] . Dit betrof respectievelijk de bankrekeningen [nummer] en [nummer] . Ik heb bij de ING bank de papieren ondertekend en van allebei de bankrekeningen een bankpas ontvangen. Die bankpassen heb ik aan [getuige 1] gegeven omdat [getuige 1] de overschrijvingen zou regelen. Ik heb in het begin alle papieren, die ik van de Kamer van Koophandel heb ontvangen afgegeven aan mijn kennis die deze papieren zou afgeven aan [getuige 1] . Als u mij vraagt of de persoon die ik steeds als de kennis aanduid, [verdachte] is, dan klopt dit (in het proces-verbaal staat dat de getuige emotioneel wordt en begint te huilen). In het begin gaf ik alle papieren die ik voor de CV’s ontving via [verdachte] door aan [getuige 1] . Na twee keer kreeg ik geen geld meer en gaf ik ook geen post meer door aan [verdachte] . Ik wist dat [getuige 1] en/of [verdachte] niet bezig waren met een hondensalon of hondenuitlaatservice. Deze bedrijven hadden dan gevestigd moeten zijn op mijn woonadres, maar daar waren geen bedrijven. Alleen ik woonde daar.
De bankpassen, pincodes en wachtwoorden van de bankrekeningen heb ik op voorstel van [getuige 1] aan haar overhandigd. Ik ben daarmee akkoord gegaan. Ik heb echter nooit iets met beide bankrekeningen gedaan. Ik heb nooit geld opgenomen of betaald van deze bankrekeningen. Ik heb nooit op de bankafschriften van de CV’s Hondensalon [bedrijf 9] en Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] gekeken. Ik heb nooit een onderneming aangemeld bij de Belastingdienst. Dat zal [getuige 1] dan gedaan hebben. Ik heb geen formulier voor de Belastingdienst ingevuld. Het is niet mijn handtekening op formulier D-090. De handtekening wijkt ook af van de handtekening zoals ik die heb gezet op de openingsformulieren bij de ING-bank. Ik heb nooit werkzaamheden verricht die iets te maken zouden kunnen hebben met een hondensalon of een hondenuitlaatservice.
Ik heb u al verteld dat ik de bankpassen direct aan [getuige 1] gaf na opening van de rekeningen. Ik heb later de pincodes aan [verdachte] gegeven. Ik heb nooit in de bankafschriften van de CV’s gekeken. Ik heb die in een dichte envelop aan [verdachte] verstrekt.
Ik heb het formulier zoals weergegeven in AH-027 nog nooit gezien (Rechtbank: blz. 614, de Aangifte omzetbelasting zoals binnengekomen bij de Belastingdienst op 26 oktober 2010). Het is niet mijn handtekening die onder de aangifte staat. Er is met [benadeelde partij 3] ondertekend. Dat klopt niet, mijn voorletters zijn D.D.. De onjuiste aangiften omzetbelasting zijn niet door mij ingediend. Ik heb ze nooit gezien. Ik heb nooit enige bemoeienis gehad met betalingen van en naar de beide bankrekeningen van de CV’s, Hondensalon [bedrijf 9] en Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] . De namen van de betalingen aan de andere bedrijven zeggen mij ook helemaal niets. Die geldbedragen zijn ten onrechte van de Belastingdienst ontvangen. De hondensalon en de hondenuitlaatservice hebben wat mij betreft nooit bestaan. [getuige 1] kon natuurlijk via de bankpassen van de beide CV’s beschikken over de door de Belastingdienst uitbetaalde geldbedragen.”
[benadeelde partij 4] heeft bij de politie het volgende verklaard [6]
[bedrijf 10] zou ik opstarten voor bedrijven in de horeca die in nood zijn. Dat is nooit daadwerkelijk van de grond gekomen. Ik heb deze onderneming zelf bij de Kamer van Koophandel ingeschreven en ik heb zelf de bankrekening bij de ING geopend. Het is een CV geworden omdat [getuige 2] dit geadviseerd heeft; ze noemt zich ook wel [getuige 2] . Alle bescheiden, pincodes, en dergelijke lagen op mijn bureau. Die documenten ben ik inmiddels kwijt. Ik denk dat deze zijn ontvreemd, dat zal begin 2011 zijn gebeurd. Ik ben wel bij de politie geweest om aangifte te doen, maar men had geen tijd. Ik heb binnen [bedrijf 10] nooit werkzaamheden verricht. Voor zover ik weet, heeft [bedrijf 10] nooit omzet gehad of inkopen gedaan. Ik weet niets van enige aanmelding bij de Belastingdienst. Ik heb ook geen inlogcode of wachtwoord van de Belastingdienst ontvangen. Als mij aangiften omzetbelasting worden getoond van [bedrijf 10] , herken ik de gegevens uit die aangiften niet en weet ik niet wie die aangifte heeft gedaan. Ik wist niet eens van het bestaan van die aangiften, anders zou ik het wel hebben gestopt. Als u mij een bankafschrift toont, kan ik zeggen dat dit de eerste keer is dat ik een bankafschrift van die rekening zie. Als mij bankmutaties worden getoond, kan ik u zeggen dat ik nooit een cent van dat geld heb opgenomen.
Oprichting CV’s, opening bankrekeningen en aangiften omzetbelasting
[benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV en [bedrijf 3] :
Uit dossierstukken van de Kamer van Koophandel blijkt dat [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV [7] en [bedrijf 3] [8] met ingang van 1 mei 2010 zijn opgericht.
Uit gegevens van de ING bank blijkt dat op 20 april 2010 ten name van [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon een bankrekening is geopend met rekeningnummer [rekeningnummer 1] [9] en dat op diezelfde datum ten name van [benadeelde partij 1] Cosmetica een bankrekening is geopend met rekeningnummer [rekeningnummer 2] . [10]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het tweede kwartaal 2010 voor [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV op 30 juni 2010 elektronisch is ingediend middels IP-adres [nummer] . [11] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] blijkt dat op 12 augustus 2010 een bedrag van € 3.700,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting tweede kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt. [12]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het derde kwartaal 2010 voor [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV op 1 oktober 2010 elektronisch is ingediend middels IP-adres [nummer] [13] . Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] blijkt dat op 2 november 2010 een bedrag van € 4.210,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting derde kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt. [14]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het tweede kwartaal 2010 voor [bedrijf 3] op 30 juni 2010 elektronisch is ingediend middels IP-adres [nummer] . [15] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] blijkt dat op 17 augustus 2010 een bedrag van € 4.280,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting tweede kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt. [16]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het derde kwartaal 2010 voor [bedrijf 3] op 1 oktober 2010 is ingediend middels IP-adres [nummer] . [17] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] , behorende bij [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV, blijkt dat op 6 december 2010 een bedrag van € 4.180,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting derde kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt. [18]
Nagel Opleidingsagency [bedrijf 12] en Nagelstudio [bedrijf 12] :
Uit de dossierstukken van de Kamer van Koophandel blijkt dat Nagel Opleidingsagency [bedrijf 12] [19] en Nagelstudio [bedrijf 12] [20] op 21 augustus 2010 in Breda zijn opgericht.
Uit de gegevens van de ING bank blijkt dat op 27 augustus 2010 ten name van Nagel Opleidingsagency [bedrijf 12] een bankrekening is geopend met rekeningnummer 52.21.524 [21] en dat op diezelfde datum ten name van Nagelstudio [benadeelde partij 2] C.V een bankrekening is geopend met rekeningnummer [nummer] . [22]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het derde kwartaal 2010 voor Nagel Opleidingsagency [bedrijf 12] op 1 oktober 2010 elektronisch is ingediend middels IP-adres [nummer] . [23] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer 52.21.524 blijkt dat op 26 oktober 2010 een bedrag van € 4.130,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting derde kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt. [24]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het derde kwartaal 2010 voor Nagelstudio [bedrijf 12] op 1 oktober 2010 is ingediend middels IP-adres [nummer] . [25] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [nummer] blijkt dat op 26 oktober 2010 een bedrag van € 4.449,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting derde kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt. [26]
[bedrijf 8] CV en [bedrijf 6] CV:
Uit de dossierstukken van de Kamer van Koophandel blijkt dat [bedrijf 8] CV [27] met ingang van 1 augustus 2010 is opgericht en dat [bedrijf 6] CV [28] met ingang van 21 april 2010 is opgericht.
Uit de gegevens van de ING bank blijkt dat op 9 augustus 2010 ten name van [bedrijf 8] CV een bankrekening is geopend met rekeningnummer [nummer] [29] en dat op 26 april 2010 ten name van [bedrijf 6] CV een bankrekening is geopend met rekeningnummer [nummer] . [30] Uit onderzoek naar laatstgenoemd bankrekeningnummer blijkt dat de Belastingdienst op deze bankrekening geen betalingen heeft verricht ten behoeve van omzetbelasting. [31]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de fysieke aangifte omzetbelasting startende ondernemers voor [bedrijf 8] CV op 19 oktober 2010 is ontvangen door de Belastingdienst kantoor Apeldoorn. Er wordt een bedrag van € 4.559,00 teruggevraagd. [32] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [nummer] [33] blijkt dat op 18 januari 2011 een bedrag van € 4.559,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting vierde kwartaal naar deze rekening is overgemaakt.
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het tweede kwartaal van 2010 voor [bedrijf 6] CV met omzetbelastingnummer [nummer] op 2 augustus 2010 elektronisch is ingediend middels IP-adres [nummer] . [34] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [nummer] ten name van [bedrijf 8] CV blijkt dat op 6 oktober 2010 een bedrag van € 4.440,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting tweede kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt, onder vermelding van omzetbelastingnummer [nummer] . [35]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het derde kwartaal 2010 voor [bedrijf 6] CV met omzetbelastingnummer [nummer] op 1 oktober 2010 elektronisch is ingediend middels IP-adres [nummer] . [36] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [nummer] ten name van [bedrijf 8] CV blijkt dat op 22 december 2010 een bedrag van € 4.290,00 behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting derde kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt, onder vermelding van omzetbelastingnummer [nummer] . [37]
Hondensalon [bedrijf 9] en Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] :
Uit de dossierstukken van de Kamer van Koophandel blijkt dat Hondensalon [bedrijf 9] [38] en Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] [39] met ingang van 25 augustus 2010 zijn opgericht.
Uit de gegevens van de ING bank blijkt dat op 27 augustus 2010 ten name van Hondensalon [bedrijf 9] een bankrekening is geopend met rekeningnummer [nummer] [40] en dat op diezelfde dag ten name van Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] een bankrekening is geopend met rekeningnummer [nummer] . [41]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de fysieke aangifte omzetbelasting startende ondernemers voor Hondensalon [bedrijf 9] met omzetbelastingnummer [nummer] oktober 2010 is ontvangen bij de Belastingdienst Oost-Brabant, kantoor Oss. [42] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [nummer] ten name van Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] blijkt dat op 24 november 2010 een bedrag van € 4.407,00 is overgemaakt onder vermelding van [nummer] . [43]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de fysieke aangifte omzetbelasting startende ondernemers voor Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] met omzetbelastingnummer [nummer] op 26 oktober 2010 is ontvangen bij de Belastingdienst Oost-Brabant, kantoor Oss. [44] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [nummer] ten name van Hondensalon [bedrijf 9] blijkt dat op 24 november 2010 een bedrag van € 4.482,00 is overgemaakt onder vermelding van [nummer] . [45]
[bedrijf 10] :
Uit de dossierstukken van de Kamer van Koophandel blijkt dat [bedrijf 10] met ingang van 2 maart 2009 is opgericht. [46]
Uit de gegevens van de ING bank blijkt dat op 24 maart 2009 ten name van [bedrijf 10] een bankrekening is geopend met rekeningnummer [nummer] . [47]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het eerste kwartaal 2010 voor [bedrijf 10] op 31 maart 2010 elektronisch is ingediend middels IP-adres [nummer] . [48] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [nummer] blijkt dat op 14 maart 2010 een bedrag van € 4.134,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting eerste kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt. [49]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het tweede kwartaal 2010 voor [bedrijf 10] op 30 juni 2010 elektronisch is ingediend middels IP-adres [nummer] . [50] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [nummer] blijkt dat op 14 juli 2010 een bedrag van € 3.577,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting tweede kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt. [51]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het derde kwartaal 2010 voor [bedrijf 10] op 1 oktober 2010 elektronisch is ingediend middels IP-adres [nummer] . [52] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [nummer] blijkt dat op 13 oktober 2010 een bedrag van € 3.720,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting derde kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt. [53]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het vierde kwartaal 2010 voor [bedrijf 10] op 3 januari 2011 elektronisch is ingediend middels IP-adres [nummer] . [54] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [nummer] blijkt dat op 18 januari 2011 een bedrag van € 2.810,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting vierde kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt. [55]
[bedrijf 11] :
Uit de dossierstukken van de Kamer van koophandel blijkt dat [bedrijf 11] met ingang van 27 maart 2010 is opgericht. [56]
Uit de gegevens van de ING bank blijkt dat op 13 april 2010 ten name van [bedrijf 11] een bankrekening is geopend met rekeningnummer [nummer] . [57]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het tweede kwartaal 2010 voor [bedrijf 11] op 1 juli 2010 elektronisch is ingediend middels IP-adres [nummer] . [58] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [nummer] blijkt dat op 27 juli 2010 een bedrag van € 4.600,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting tweede kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt. [59]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte omzetbelasting over het derde kwartaal 2010 voor [bedrijf 11] op 1 oktober 2010 elektronisch is ingediend middels IP-adres [nummer] . [60] Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [nummer] blijkt dat op 26 oktober 2010 een bedrag van € 4.482,00 ten behoeve van de Teruggaaf Omzetbelasting derde kwartaal 2010 naar deze rekening is overgemaakt. [61]
Geldstromen bankrekeningen:
De FIOD heeft de geldstromen van de hierboven besproken bankrekeningen onderzocht. Het relaas daarvan is per commanditaire vennootschap opgenomen in Ambtshandelingen (AH)12 tot en met 24. Voorts is per commanditaire vennootschap een verdicht overzicht van de bankrekening opgesteld zoals opgenomen in Documenten (D)45 tot en met 55. Van de totale geldstromen is door de FIOD een overzicht opgesteld, dat is opgenomen als Document (D)43. Aan dit laatste overzicht, waarnaar in Overzicht proces-verbaal (OPV)9 (blz. 353) verwezen wordt, ontleent de rechtbank de volgende informatie.
- Door [bedrijf 10] is € 12.187,00 ontvangen van [bedrijf 11] , € 1.060,00 van [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV, € 8.432,00 van [bedrijf 8] CV, € 599,00 van Nagelstudio [bedrijf 12] , € 1.405,66,00 van Hondensalon [bedrijf 9] en € 1.385,66 van Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] .
- Door [bedrijf 11] is van [bedrijf 10] € 12.187,00 ontvangen, € 1.250,00 van [bedrijf 6] CV en € 11.404,00 van [bedrijf 8] CV.
- Door [bedrijf 6] CV is € 1.250,00 ontvangen van [bedrijf 11] , € 1.160,66 ontvangen van Hondensalon [bedrijf 9] , € 2.540,00 ontvangen van [bedrijf 3] , € 1.000,00 ontvangen van Nagelstudio [bedrijf 12] en € 2.500,00 ontvangen van [bedrijf 8] CV.
- Door [bedrijf 3] is € 2.540,00 overgemaakt aan [bedrijf 6] CV, € 2.050,00 ontvangen van Hondensalon [bedrijf 9] en € 1.250,00 ontvangen van [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV.
- Door [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV [62] is € 1.060,00 overgemaakt aan [bedrijf 10] , € 1.250,00 overgemaakt aan [bedrijf 3] , € 620,00 overgemaakt aan Nagel Opleidingsagency [bedrijf 12] , € 882,60 overgemaakt aan Nagelstudio [bedrijf 12] , € 1.066,50 overgemaakt aan [bedrijf 8] CV, € 115,00 ontvangen wordt van Hondensalon [bedrijf 9] en € 1.135,00 ontvangen is van Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] .
- Door [bedrijf 8] CV is €11.404,00 ontvangen van [bedrijf 11] , € 2.135,66 ontvangen van Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] , € 1.066,50 ontvangen van [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV en is € 850,00 ontvangen van Nagel Opleidingsagency [bedrijf 12] .
- Door Nagelstudio [bedrijf 12] is € 599,00 overgemaakt aan [bedrijf 10] , € 1.000,00 overgemaakt naar [bedrijf 6] CV en € 882,60 ontvangen is van [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV.
- Door Nagel Opleidingsagency [bedrijf 12] is € 850,00 overgemaakt naar [bedrijf 8] CV en is € 620,00 ontvangen van [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV.
- Door Hondensalon [bedrijf 9] is €2.050,00 overgemaakt naar [bedrijf 3] , is € 115,00 overgemaakt naar [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV en is € 1.160,66 overgemaakt naar [bedrijf 6] CV.
- Door Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] is € 1.135,00 overgemaakt naar [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon en € 2.135,66 naar [bedrijf 8] CV
Vakantiereizen
Er is onderzoek verricht bij reisbureau [bedrijf 14] . [63] Uit de gegevens in hun boekingssysteem blijkt dat op 20 oktober 2010 een reis van Parijs naar Sint Maarten van 25 oktober 2010 tot en met 4 november 2010 is geboekt, met reiziger [getuige 2] voor een bedrag van € 4.082,98 ten laste van [bedrijf 8] CV. Voorts dat er een bijboeking van € 50,00 heeft plaatsgevonden om op 10 november 2010 te kunnen terugkeren met vermelding van nummer Z39WQG [64] . Op diezelfde 20 oktober 2010 is van de rekening van [bedrijf 8] CV een bedrag van € 4.082,98 afgeschreven met omschrijving “Cheaptickets Greentickets reis- & Passagebureau [naam eigenaar reisburo] ”. Op 5 november 2010 is er door [bedrijf 8] CV een bedrag van € 50,00 afgeschreven ten gunste van Cheaptickets en vermelding van het reserveringsnummer Z49WQG (bijlage [nummer] ). Uit onderzoek naar bankrekeningnummer [nummer] ten name van [bedrijf 8] CV [65] blijkt dat er in de periode van 2 november 2010 tot en met 9 november 2010 twaalf geldopnamen bij geldautomaten in Curaçao hebben plaatsgevonden, in totaal voor een bedrag van € 2.858,03 ( [nummer] ).
Er is onderzoek verricht bij [bedrijf 13] ( [nummer] ). Uit gegevens in hun boekingsadministratie blijkt dat op 21 oktober 2010 op naam van mevr. E. [getuige 2] en mevr. [verdachte] een vakantie op Curaçao is geboekt voor de periode van 25 oktober 2010 tot en met 3 november 2010 voor een bedrag van € 2.149,00 met bevestigingsnummer [nummer] . Uit het rekeningoverzicht van [bedrijf 8] CV blijkt dat op 22 oktober 2010 een bedrag van € 827,00 aan [bedrijf 13] is overgemaakt met vermelding van reserveringsnummer [nummer] ( [nummer] ).
Er is onderzoek verricht bij reisbureau D-reizen. [66] Uit hun boekingsgegevens ( [nummer] ) blijkt dat op 23 november 2011 door E. [getuige 2] een reis is geboekt van Parijs naar Sint Maarten in de periode van 3 december 2010 tot en met 13 december 2010 voor twee personen, te weten E. [getuige 2] en [getuige 2] [67] . Uit die gegevens blijkt dat er die dag € 1.587,30 contant is voldaan en 2 keer € 1.000,00 is gepind. Uit het rekeningoverzicht van [bedrijf 10] blijkt dat er op 23 november 2010 twee afschrijvingen van € 1.000,00 zijn geweest ten gunste van D-Reizen BV ( [nummer] ). In het paspoort van verdachte [getuige 2] zijn stempels aangetroffen waarvan één de datum 3 december 2010 en één de datum van 12 december 2010 vermeldt [68] .
IP-adressen
Door de FIOD wordt gerelateerd (AH-002, blz. 408) dat zij beschikt over een programma EVAT, waarmee zij kan vaststellen op welke datum en tijdstip vanaf welk IP-adres door de betreffende belastingplichtige (met gebruikersnaam en wachtwoord) is ingelogd. Die gegevens zijn door de FIOD verzameld, waarna bij de betreffende providers is gevorderd om zo mogelijk bekend te maken aan wie dat IP-adres is toegekend. Daarbij is bevonden dat vanaf IP-adres [nummer] op 27 september 2010
  • om 15.46 uur het wachtwoord gewijzigd is van Hondenuitlaatservice [bedrijf 9] ,
  • om 15.48 uur het wachtwoord gewijzigd is van Hondensalon [bedrijf 9] ,
  • om 15.53 uur het wachtwoord gewijzigd is van Nagelstudio [bedrijf 12] ,
  • om 16.45 uur foutief is ingelogd door Nagel Opleidingsagency [bedrijf 12]
  • om 16.55 uur ingelogd is door [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon CV
  • om 16.59 uur is ingelogd door [bedrijf 10]
Ziggo deelt aan de FIOD mee dat de natuurlijke persoon die hoort bij IP-adres [nummer] dhr./mw [getuige 2] is, wonende [adres 2] , die gebruik maakt van het mailadres: [adres 1] ( [nummer] , blz. 451). Na raadpleging van het Bevolkingsregister blijkt op dit adres [naam 1] te wonen, zijnde de zoon van [naam 2] , die ook de vader is van [getuige 2] [69] . [naam 1] verklaart als getuige bij de FIOD ( [nummer] , blz. 1112) desgevraagd dat hij nooit op de CV’s heeft ingelogd, maar dat zijn zus [getuige 2] wel eens gebruik maakte van zijn computer. Zij vertelde niet waarom ze dat deed, maar hij had er geen probleem mee. De computer stond altijd aan.
Uit de ambtsedige verklaring van de centrale administratie van de Belastingdienst blijkt dat de aangifte door [bedrijf 11] over het 3e kwartaal van 2010 op 1 oktober 2010 is gedaan vanaf IP-adres [nummer] (bijlage [nummer] , blz. 701). Bevraging van provider XS4ALL ( [nummer] ) leidt tot het antwoord dat die IP-adres hoort bij een dongel met inbelnummer [nummer] . Het abonnement dat hoort bij dit telefoonnummer hoort van 15 september 2010 tot 3 mei 2011 toe aan [naam 3] , [adres 3] in Almere (AH-004c). Tussen mevrouw [naam 3] en mevrouw [getuige 2] is op 22 juli 2010 een huurovereenkomst gesloten waarbij [getuige 2] vanaf 23 juli 2010 de woning aan de [adres 3] te Almere van mevrouw [naam 3] huurt ( [nummer] , blz. 1592). In het geautomatiseerd systeem van de Belastingdienst, Beheer van Relaties is opgenomen dat mevrouw [naam 3] per 29 juli 2010 op Curaçao woont ( [nummer] , blz. 1677).
Herkenning [getuige 2]
De FIOD relateert ( [nummer] , blz. 312) dat er tijdens het contant opnemen van geld van rekening [nummer] ten name van [bedrijf 10] een aantal foto’s zijn gemaakt, die zijn bijgevoegd als D-151 (blz. 1653). Onderaan die foto’s is als datum geprint 15-12-2011. Uit een rekeningoverzicht van [bedrijf 10] van 3 januari 2011 ( [nummer] , blz. 1651) is te zien dat op 15 december 2011 om 15.18 uur € 250,00 is gepind. Als bijlage [nummer] (blz. 1655) is een afdruk van het paspoort van [getuige 2] bijgevoegd, met daarop ook haar foto. Voorts droeg [getuige 2] volgens genoemd relaas een jas, waarvan foto’s zijn gemaakt ( [nummer] , blz. 1668). De rechtbank neemt waar dat zowel het gezicht op de foto gelijkenis vertoont met het gezicht op de foto van haar paspoort als dat de jas die [getuige 2] ten tijde van haar aanhouding droeg, grote gelijkenis vertoont met de jas op de foto tijdens de pintransactie.
Overwegingen
De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat [getuige 2] de Belastingdienst heeft opgelicht, zoals primair en subsidiair is tenlastegelegd. Dat verdachte daarin medepleger is geweest, acht de rechtbank, net als de officier van justitie en de verdediging, niet bewezen. Hij zal daarom van het primair tenlastegelegde worden vrijgesproken. De rechtbank acht wel de subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid bewezen. Daartoe overweegt zij het volgende.
Ten aanzien van het hoofddelict
De rechtbank acht de wettig en overtuigend bewezen dat [getuige 2] de Belastingdienst heeft opgelicht. Dit wordt als volgt toegelicht.
a. Uit de verklaringen van [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] blijkt steeds het stramien dat zij via verdachte in contact komen met [getuige 2] . [getuige 2] helpt hen met het oprichten en inschrijven bij de Kamer van Koophandel op hun naam van steeds twee commanditaire vennootschappen (CV’s). Vervolgens wordt er met hulp van [getuige 2] of van verdachte voor elke CV bij de ING-bank een bankrekening geopend waarbij bankpassen worden verstrekt. Volgens de genoemde aangevers geven zij de bankpassen al dan niet via verdachte af aan [getuige 2] , die daar dus vervolgens de algehele beschikking over heeft. Alle correspondentie van bank of Belastingdienst met de betreffende CV’s wordt vervolgens via verdachte eveneens ter beschikking gesteld aan [getuige 2] .
Dat het beheer en de zeggenschap over de CV’s bij [getuige 2] berustte, wordt bevestigd doordat een aantal aangiften omzetbelasting of pogingen daartoe van de verschillende CV’s gedaan wordt vanaf eenzelfde IP-adres. Het gebruik van dit IP-adres is terug te voeren op [getuige 2] . In één geval is de aangifte (van [bedrijf 11] ) terug te voeren op een IP-adres dat op naam stond van [getuige 2] .
De verbondenheid tussen de verschillende CV’s wordt ook bevestigd doordat tussen verschillende CV’s geldbedragen worden overgemaakt.
De betrokkenheid van [getuige 2] bij het handelen van de CV’s blijkt voorts uit het feit dat zij diverse vakantiereizen in privé boekt en ook daadwerkelijk maakt, maar deze geheel of gedeeltelijk laat betalen door [bedrijf 8] CV en [bedrijf 10] . Het feit dat uitgerekend tijdens haar vakantie op Curaçao aldaar meerdere contante opnames plaatsvinden ten laste van [bedrijf 8] CV ondersteunt, naar het oordeel van de rechtbank, het overige bewijs dat zij de volledige zeggenschap over die CV had.
Alle CV’s dienen negatieve aangiften omzetbelasting in. De aangiften omzetbelasting zijn gebaseerd op valse gegevens. De aangegeven omzet en inkoop steunt niet op bestaande facturen. Er is immers van geen enkele CV enige administratie of verifieerbare factuur aangetroffen. Dit sluit aan bij de verklaring van de onder a. genoemde getuigen die onafhankelijk van elkaar verklaren dat zij geen enkele economische activiteit in de betreffende CV’s hebben ontplooid.
In totaal wordt er € 73.568,00 aan (negatieve) omzetbelasting aan de betreffende CV’s betaald. Uit de verklaringen van [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] is af te leiden dat [getuige 2] die aangiften gedaan heeft. In combinatie met de kruisposten die tussen de CV’s worden verricht, het feit dat inlog(pogingen) vanaf hetzelfde IP-adres gebeuren, concludeert de rechtbank dat ook ten aanzien van de CV’s waarover door de eigenaar geen verklaring is afgelegd ( [bedrijf 11] , [bedrijf 6] CV en [bedrijf 15] ), vast is komen te staan dat [getuige 2] degene is geweest die de beschikking heeft gehad over deze ondernemingen en het bedrog ook door middel van deze CV’s is gepleegd.
Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat het [getuige 2] is geweest die met hulp van verdachte diverse personen (katvangers) heeft bewogen om CV’s op te richten en op naam van die CV’s bankrekeningen te openen, waarover [getuige 2] vervolgens de volledige zeggenschap had terwijl zij geen enkele (formele) relatie had tot die CV’s. Uit het voorgaande volgt eveneens dat die CV’s geen ondernemingen in de zin van de Wet op de omzetbelasting dreven. [getuige 2] heeft haar zeggenschap gebruikt om valse, onjuiste aangiften omzetbelasting in te dienen. Het handelen van [getuige 2] levert naar het oordeel van de rechtbank een listige kunstgreep op waardoor de Belastingdienst bewogen werd tot de afgifte van teruggaven van omzetbelasting; en die bedragen kwamen vervolgens via contante opnames en andere betalingen in ieder geval gedeeltelijk ter beschikking aan [getuige 2] . Aldus bracht het handelen van [getuige 2] , naar zij moet hebben beseft, als noodzakelijk en dus door haar gewild gevolg met zich dat zij wederrechtelijk werd bevoordeeld.
Rol verdachte:
Gelet op voorgaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte de contacten heeft gelegd tussen de personen die de CV’s hebben opgericht en [getuige 2] . Hij kopieerde zo nodig hun paspoort en zorgde voor het vervoer naar de Kamer van Koophandel en de bank. Voorts zorgde hij ervoor dat alle poststukken die deze personen ontvingen ten behoeve van de CV’s bij [getuige 2] terecht kwamen. Uit de verklaringen van [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 3] blijkt dat die personen bang voor hem waren. [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 5] zeggen zelfs dat verdachte hun een wapen heeft getoond. Als er vragen werden gesteld, gaf verdachte geen antwoord of wimpelde hij het af.
Verdachte heeft zelf op de terechtzitting aangevoerd dat hij de betreffende getuigen alleen maar in contact met [getuige 2] heeft gebracht. Ook ontkent hij ooit dreigend te zijn geweest, laat staan een wapen te hebben getoond. De rechtbank hecht evenwel meer geloof aan de verklaringen van de getuigen dan aan die van verdachte. De getuigen verklaren onafhankelijk van elkaar alle vier in gelijke zin en zijn daarin gedetailleerd en geloofwaardig. Het verweer van de verdediging dat de verklaring van [benadeelde partij 2] niet mag worden meegenomen omdat zij door de FIOD zou zijn beïnvloed, legt de rechtbank overigens naast zich neer nu daarvan niet is gebleken.
Voor medeplichtigheid acht de rechtbank voldoende bewijs aanwezig. Dit ondanks het feit dat buiten het leggen en onderhouden van de contacten met de formele eigenaren van de CV’s geen verdere betrokkenheid bij de oplichting is vastgesteld. Verdachte was er evenwel van op de hoogte dat de eigenaren van de ondernemingen de hele beschikking daarover afstonden; een aantal leverde immers met name de bankpasjes en pincodes in bij verdachte. Verdachte wist ook dat alle correspondentie over die ondernemingen aan hem afgestaan werd. Van met name [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] , die bij hem in de flat woonden, mag worden aangenomen dat hij wist dat ze geen enkele onderneming uitoefenden. Verschillende getuigen verklaren dat zij hun bezorgdheid over wat er met de door hen opgerichte bedrijven en geopende rekeningen, met [verdachte] deelden, maar dat hij daar nikst mee deed en zelfs boos werd als post niet ongeopend werd afgegeven. Deze omstandigheden bij elkaar voeren de rechtbank tot het oordeel dat verdachte, zo hij het al niet wist, in elk geval de aanmerkelijke kans aanvaardde dat (mede) door zijn handelen er misbruik zou worden gemaakt van die ondernemingen. Daarbij acht de rechtbank het niet noodzakelijk dat verdachte precies wist hoe dat misbruik zou worden gemaakt; voldoende is dat verdachte zich terdege bewust was dat [getuige 2] door dat misbruik financieel voordeel zou (kunnen) genieten.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
[getuige 2] in de periode vanaf de maand maart 2010 tot en met de maand januari 2011, in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen, de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Apeldoorn heeft bewogen tot de afgiften van girale bedragen aan geld in de vorm van teruggaven van omzetbelasting tot een totaalbedrag van70.450,00 euro,
hebbende die [getuige 2] met vorenomschreven oogmerk telkens - zakelijk weergegeven - in strijd met de waarheid de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst voornoemd aangiften voor de omzetbelasting op naam van commanditaire vennootschappen, te weten de commanditaire vennootschappen [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon C.V. en [benadeelde partij 1] Cosmetica C.V. en Nagel Opleidingsagency [benadeelde partij 2] C.V. en Nagelstudio [benadeelde partij 2] C.V. en [bedrijf 8] C.V. en/of [bedrijf 6] C.V. en Hondensalon [benadeelde partij 3] C.V. en Hondenuitlaatservice [benadeelde partij 3] C.V. en [bedrijf 10] en [bedrijf 16] toegezonden, (bijlage D-093, pg 1293 t/m 1312) met daarin opgenomen bankrekeningen waarop de terug te geven omzetbelasting telkens diende worden overgemaakt, waarmee/waarin telkens werd voorgewend
- dat die aangiften werden gedaan door of namens die commanditaire vennootschappen voornoemd zulks, terwijl die [getuige 2] telkens geen enkele (formele) relatie had(den) tot die commanditaire vennootschappen voornoemd en
- dat die commanditaire vennootschappen voornoemd ondernemers waren en belastingplichtig waren in de zin van de Wet op de omzetbelasting zulks terwijl door die commanditaire vennootschappen voornoemd in werkelijkheid telkens geen ondernemingen in de zin van de Wet op de omzetbelasting werden gedreven en
- dat die commanditaire vennootschappen voornoemd recht hadden op teruggaven van betaalde voorbelasting terzake geleverde goederen/verrichte diensten tot de bedragen zoals in die aangiften voor de omzetbelasting voornoemd vermeld zulks terwijl aan die commanditaire vennootschappen voornoemd in werkelijkheid telkens geen goederen en/of diensten waren geleverd en
- dat die teruggaven voor de omzetbelasting ten goede kwamen aan die commanditaire vennootschappen voornoemd, zulks terwijl die [getuige 2] in werkelijkheid telkens die bankrekeningen ten eigen nutte gebruikte waardoor voornoemde Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften;
bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in de periode vanaf 1 januari 2010 tot en met 31 januari 2011, in Nederland, meermalen, telkens opzettelijk behulpzaam is geweest, door voornoemde aangevers te bewegen een of meer rechtspersonen in te schrijven bij de Kamer van Koophandel, door deze aangevers in contact te brengen met vermeend accountant [getuige 2] , door een of meer aangevers te bewegen/dwingen tot afgifte van bankpassen, inlogcodes en wachtwoorden en correspondentie/post en door bankpassen, inlogcodes en wachtwoorden en correspondentie/post ter beschikking te stellen aan die [getuige 2] .
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
medeplichtigheid aan het medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een taakstraf van tweehonderd uren te vervangen door honderd dagen hechtenis.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat strafvermindering dient te volgen wegens de overschrijding van de redelijke termijn. De raadsman heeft verder aangevoerd dat, hoewel het nadeelbedrag substantieel is, daarvan niets bij verdachte terecht is gekomen en dat dit dient te worden meegewogen in de strafmaat. De raadsman heeft naar voren gebracht dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten met politie of justitie in aanraking is gekomen. De raadsman heeft tenslotte verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan oplichting van de Belastingdienst. Hij heeft een faciliterende rol gehad bij het laten oprichten van bedrijven met als enkel doel de Belastingdienst te bewegen tot het betalen van omzetbelasting zonder dat daar enige reële aanspraak op bestond. Met deze oplichting is de Staat voor een zeer aanzienlijk bedrag van € 70.450,00 benadeeld. Feiten als de onderhavige brengen de samenleving ernstige schade toe, niet alleen door het ontstane financiële en fiscale nadeel, maar ook doordat zij de belastingmoraal ondermijnen. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank mede gelet op de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 3 maart 2016, waaruit blijkt dat hij niet eerder door de strafrechter voor soortgelijke feiten is veroordeeld. De rechtbank heeft verder gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals die zijn gebleken tijdens het onderzoek ter terechtzitting en uit het reclasseringsadvies van 12 juni 2016.
De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde taakstraf onvoldoende recht doet aan de ernst van het feit.
De rechtbank zal echter ook rekening houden met het feit dat verdachte zelf geen voordeel heeft genoten, met de ondergeschikte rol van verdachte en met de overschrijding van de redelijke termijn. De termijn is aangevangen op 30 januari 2012, de dag waarop verdachte voor de eerste maal als verdachte is gehoord. De redelijke termijn is derhalve met ruim twee jaar overschreden.
Alles overwegende acht de rechtbank na te noemen straf passend en geboden en zal zij aan verdachte opleggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden met aftrek van de tijd die hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 48, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde feit;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor het subsidiair ten laste gelegde feit tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H. Dethmers, voorzitter,
mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en mr. P.M.S. Dijks, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.A.E. van de Venne, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 24 mei 2016.
De griffier is buiten staat om dit vonnis te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf de maand maart 2010 tot en met de maand januari 2011, in de gemeente(n) Breda en/of Almere en/of Rotterdam en/of Utrecht en/of 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, (telkens) samen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van
een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst (te Apeldoorn) heeft bewogen tot de afgifte(n) van een of meer (gira(a)l(e) bedrag(en) aan geld (in de vorm van teruggaven van omzetbelasting) tot een totaalbedrag van 101.415,00 euro of daaromtrent, in elk geval van een of meer (gira(a)l(e) bedrag(en) aan geld, in elk geval van
enig goed, hebbende verdachte en/of (een of meer van) zijn medeverdachte(n) met vorenomschreven oogmerk (telkens) - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst voornoemd aangifte(n) voor de omzetbelasting op naam van een of meer commanditaire vennootschap(pen), te weten de commanditaire vennootschap(pen) [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon C.V. en/of [benadeelde partij 1] Cosmetica C.V. en/of Nagel Opleidingsagency [benadeelde partij 2] C.V. en/of Nagelstudio [benadeelde partij 2] C.V. en/of [bedrijf 8] C.V. en/of [bedrijf 6] C.V. en/of Glazenwasser [bedrijf 18] en/of [bedrijf 17] en/of Hondensalon [benadeelde partij 3] C.V. en/of Hondenuitlaatservice [benadeelde partij 3] C.V. en/of [bedrijf 10] en/of [bedrijf 16] toegezonden,
althans doen toekomen, (bijlage D-093, pg 1293 t/m 1312) met daarin opgenomen (een) bankrekening(en) waarop de terug te geven omzetbelasting (telkens) diende worden overgemaakt, waarmee/waarin (telkens) werd voorgewend
- dat die aangifte(n) werd(en) gedaan door of namens die commanditaire vennootschap(pen) voornoemd (zulks, terwijl hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n) (telkens) geen enkele (formele) relatie had(den) tot die commanditaire vennootschap(pen) voornoemd) en/of
- dat die commanditaire vennootschap(pen) voornoemd (een) ondernemer(s) waren/was en/of belastingplichtig waren/was in de zin van de Wet op de omzetbelasting (zulks terwijl door die commanditaire vennootschap(pen) voornoemd in werkelijkheid (telkens) geen onderneming(en) in de zin van de Wet op de omzetbelasting werd(en) gedreven) en/of
- dat die commanditaire vennootschap(pen) voornoemd recht had(den) op teruggave(n) van betaalde voorbelasting terzake geleverde goederen/verrichte diensten tot de/het bedrag(en) zoals in die aangifte(n) voor de omzetbelasting voornoemd vermeld (zulks terwijl aan die commanditaire vennootschap(pen) voornoemd in werkelijkheid (telkens) geen goederen en/of diensten waren/was geleverd) en/of
- dat die teruggave(n) voor de omzetbelasting ten goede kwamen aan de commanditaire vennootschap(pen) voornoemd (zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n) in werkelijkheid (telkens) die bankrekening(en) (nagenoeg) volledig ten eigen nutte gebruikte(n) waardoor voornoemde Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst (telkens)
werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
althans dat, indien vorenstaande niet tot een veroordeling mocht leiden
[getuige 2] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf de maand maart 2010 tot en met de maand januari 2011, in de gemeente(n) Breda en/of Almere en/of Rotterdam en/of Utrecht en/of 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, (telkens) samen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst (te Apeldoorn) heeft bewogen tot de afgifte(n) van een of meer (gira(a)l(e) bedrag(en) aan geld (in de vorm van teruggaven van omzetbelasting) tot een totaalbedrag van 101.415,00 euro of daaromtrent, in elk geval van een of meer (gira(a)l(e) bedrag(en) aan geld, in elk geval van
enig goed, hebbende verdachte en/of (een of meer van) haar medeverdachte(n) met vorenomschreven oogmerk (telkens) - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst voornoemd aangifte(n) voor de omzetbelasting op naam van een of meer commanditaire vennootschap(pen), te weten de commanditaire vennootschap(pen) [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon C.V. en/of [benadeelde partij 1] Cosmetica C.V. en/of Nagel Opleidingsagency [benadeelde partij 2] C.V. en/of Nagelstudio [benadeelde partij 2] C.V. en/of [bedrijf 8] C.V. en/of [bedrijf 6] C.V. en/of Glazenwasser [bedrijf 18] en/of [bedrijf 17] en/of Hondensalon [benadeelde partij 3] C.V. en/of Hondenuitlaatservice [benadeelde partij 3] C.V. en/of [bedrijf 10] en/of [bedrijf 16] toegezonden, althans doen toekomen, (bijlage D-093, pg 1293 t/m 1312) met daarin opgenomen (een)
bankrekening(en) waarop de terug te geven omzetbelasting (telkens) diende worden overgemaakt, waarmee/waarin (telkens) werd voorgewend
- dat die aangifte(n) werd(en) gedaan door of namens die commanditaire vennootschap(pen) voornoemd (zulks, terwijl zij, verdachte en/of haar medeverdachte(n) (telkens) geen enkele (formele) relatie had(den) tot die commanditaire vennootschap(pen) voornoemd) en/of
- dat die commanditaire vennootschap(pen) voornoemd (een) ondernemer(s) waren/was en/of belastingplichtig waren/was in de zin van de Wet op de omzetbelasting (zulks terwijl door die commanditaire vennootschap(pen) voornoemd in werkelijkheid (telkens) geen onderneming(en) in de zin van de Wet op de omzetbelasting werd(en) gedreven) en/of
- dat die commanditaire vennootschap(pen) voornoemd recht had(den) op teruggave(n) van betaalde voorbelasting terzake geleverde goederen/verrichte diensten tot de/het bedrag(en) zoals in die aangifte(n) voor de omzetbelasting voornoemd vermeld (zulks terwijl aan die commanditaire vennootschap(pen) voornoemd in werkelijkheid (telkens) geen goederen en/of diensten waren/was geleverd) en/of
- dat die teruggave(n) voor de omzetbelasting ten goede kwamen aan de commanditaire vennootschap(pen) voornoemd (zulks terwijl zij, verdachte en/of haar medeverdachte(n) in werkelijkheid (telkens) die bankrekening(en) (nagenoeg) volledig ten eigen nutte gebruikte(n) waardoor voornoemde Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst (telkens)
werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2010 tot en met 31 januari 2011, in de gemeente Breda en/of Almere en/of Rotterdam en/of Utrecht en/of 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, meermalen, telkens opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door voornoemde aangever(s) te bewegen een of meer
rechtsperso(o)n(en) in te schrijven bij de Kamer van Koophandel, door deze aangevers in contact te brengen met vermeend accountant [getuige 2] , door een of meer aangever(s) te bewegen/dwingen tot afgifte van bankpassen, inlogcodes en/of wachtwoorden en/of correspondentie/post en/of door bankpassen, inlogcodes en/of wachtwoorden en/of correspondentie/post ter beschikking te stellen aan [getuige 2] ;
althans dat, indien vorenstaande niet tot een veroordeling mocht leiden
[benadeelde partij 1] Schoonheidssalon C.V. en/of [benadeelde partij 1] Cosmetica C.V. en/of Nagel Opleidingsagency [benadeelde partij 2] C.V. en/of Nagelstudio [benadeelde partij 2] C.V. en/of [bedrijf 8] C.V. en/of [bedrijf 6] C.V. en/of Glazenwasser [bedrijf 18] en/of [bedrijf 17] en/of Hondensalon [benadeelde partij 3] C.V. en/of Hondenuitlaatservice [benadeelde partij 3] C.V. en/of [bedrijf 10] en/of [bedrijf 16] op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 maart 2011 te Roosendaal en/of Breda en/of Almere en/of Rotterdam en/of Utrecht en/of
's-Hertogenbosch en/of Apeldoorn, althans in Nederland, (telkens) samen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten respectievelijk:
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het tweede en/of het derde kwartaal 2010 ( [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon C.V.);
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het tweede en/of het derde kwartaal 2010 ( [benadeelde partij 1] Cosmetica C.V.);
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het derde en/of het vierde kwartaal 2010 (Nagelopleidingsagency [benadeelde partij 2] C.V.);
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het derde en/of het vierde kwartaal 2010 (Nagelstudio [benadeelde partij 2] C.V.);
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het derde en/of het vierde kwartaal 2010 ( [bedrijf 8] C.V.);
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het tweede, het derde en/of het vierde kwartaal 2010 ( [bedrijf 6] C.V.);
- een aangifte voor de omzetbelasting over het derde kwartaal 2010 (Glazenwasser [bedrijf 18] );
- een aangifte voor de omzetbelasting over het derde kwartaal 2010 ( [bedrijf 17] );
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het derde en/of het vierde kwartaal 2010 (Hondensalon [benadeelde partij 3] C.V.);
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het derde en/of het vierde kwartaal 2010 (Hondenuitlaatservice [benadeelde partij 3] C.V.);
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het eerste, tweede, derde en/of het vierde kwartaal 2010 ( [bedrijf 10] );
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het tweede en/of het derde kwartaal 2010 ( [bedrijf 16] );
onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan, immers heeft/hebben die CV('s) (telkens) opzettelijk op voornoemde aangifte(n) het navolgende opgegeven en/of vermeld:
- [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon C.V. over het tweede kwartaal 2010 (D-093, 3 van 20 pg 1295) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 3.700,- euro en/of over het derde kwartaal 2010 (D-093, 4 van 20 pg 1296) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.210,- euro;
- [benadeelde partij 1] Cosmetica C.V. over het tweede kwartaal 2010 (D-093, 1 van 20 pg 1293) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.280,- euro en/of over het derde kwartaal 2010 (D-093, 2 van 20 pg 1294) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.180,- euro;
- Nagel Opleidingsagency [benadeelde partij 2] C.V. over het derde kwartaal 2010 (D-093, 7 van 20 pg 1299) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.130,- euro en/of over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 8 van 20 pg 1300) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 3.910,- euro;
- Nagelstudio [benadeelde partij 2] C.V. over het derde kwartaal 2010 (D-093, 5 van 20 pg 1297) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.449,- euro en/of over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 6 van 20 pg 1298) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.030,- euro;
- [bedrijf 8] C.V. over het derde kwartaal 2010 (AH-048, pg 721 e.v.) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.559,- euro en/of over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 11 van 20 pg 1303) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 3.260,- euro;
- [bedrijf 6] C.V. over het tweede kwartaal 2010 (D-093, 12 van 20 pg 1304) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.440,- euro en/of over het derde kwartaal 2010 (D-093, 13 van 20 pg 1305) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.290,- euro en/of over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 14 van 20 pg 1306) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 2.354,- euro;
- Glazenwasser [bedrijf 18] over het derde kwartaal 2010 (AH-033, pg 652) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.864,- euro;
- [bedrijf 17] over het derde kwartaal 2010 (AH-035, pg 660) een totaalbedrag aan terug te ontvangen omzetbelasting groot 4.479,- euro;
- Hondensalon [benadeelde partij 3] C.V. over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 9 van 20 pg 1301) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.088,- euro;
- Hondenuitlaatservice [benadeelde partij 3] C.V. over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 10 van 20 pg 1302) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 3.980,- euro;
- [bedrijf 10] over het eerste kwartaal 2010 (D-093, 17 van 20 pg 1309) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.134,- euro en/of over het tweede kwartaal 2010 (D-093, 18 van 20 pg 1310) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 3.577,- euro en/of over het derde kwartaal 2010 (D-093, 19 van 20 pg 1311) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 3.720,- euro en/of over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 20 van 20 pg 1312) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 2.820,- euro;
- [bedrijf 16] over het tweede kwartaal 2010 (D-093, 15 van 20 pg 1307) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.600,- euro en/of over het derde kwartaal 2010 (D-093, 16 van 20 pg 1308) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.482,- euro;
althans (telkens) een te laag bedrag aan te betalen belasting opgegeven, terwijl die/dat feit(en) (telkens) er toe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven, zulks terwijl verdachte tot het plegen van vorenomschreven feit(en) (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan die verboden gedraging(en) (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
althans dat, indien vorenstaande niet tot een veroordeling mocht leiden
[benadeelde partij 1] Schoonheidssalon C.V. en/of [benadeelde partij 1] Cosmetica C.V. en/of Nagel
Opleidingsagency [benadeelde partij 2] C.V. en/of Nagelstudio [benadeelde partij 2] C.V. en/of [bedrijf 8]
C.V. en/of [bedrijf 6] C.V. en/of Glazenwasser [bedrijf 18] en/of [bedrijf 17] en/of Hondensalon [benadeelde partij 3] C.V. en/of Hondenuitlaatservice [benadeelde partij 3] C.V. en/of [bedrijf 10] en/of [bedrijf 16] op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 maart 2011 te Roosendaal en/of Breda en/of Almere en/of Rotterdam en/of Utrecht en/of 's-Hertogenbosch en/of Apeldoorn, althans in Nederland, (telkens) samen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de
Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten respectievelijk:
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het tweede en/of het derde kwartaal 2010 ( [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon C.V.) ;
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het tweede en/of het derde kwartaal 2010 ( [benadeelde partij 1] Cosmetica C.V.);
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het derde en/of het vierde kwartaal 2010 (Nagelopleidingsagency [benadeelde partij 2] C.V.);
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het derde en/of het vierde kwartaal 2010 (Nagelstudio [benadeelde partij 2] C.V.);
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het derde en/of het vierde kwartaal 2010 ( [bedrijf 8] C.V.);
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het tweede, het derde en/of het vierde kwartaal 2010 ( [bedrijf 6] C.V.);
- een aangifte voor de omzetbelasting over het derde kwartaal 2010 (Glazenwasser [bedrijf 18] );
- een aangifte voor de omzetbelasting over het derde kwartaal 2010 ( [bedrijf 17] );
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het derde en/of het vierde kwartaal 2010 (Hondensalon [benadeelde partij 3] C.V.);
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het derde en/of het vierde kwartaal 2010 (Hondenuitlaatservice [benadeelde partij 3] C.V.);
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het eerste, tweede, derde en/of het vierde kwartaal 2010 ( [bedrijf 10] );
- ( een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het tweede en/of het derde kwartaal 2010 ( [bedrijf 16] );
onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan, immers heeft/hebben die CV('s) (telkens) opzettelijk op voornoemde aangifte(n) het navolgende opgegeven en/of vermeld:
- [benadeelde partij 1] Schoonheidssalon C.V. over het tweede kwartaal 2010 (D-093, 3 van 20 pg 1295) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 3.700,- euro en/of over het derde kwartaal 2010 (D-093, 4 van 20 pg 1296) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.210,- euro;
- [benadeelde partij 1] Cosmetica C.V. over het tweede kwartaal 2010 (D-093, 1 van 20 pg 1293) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.280,- euro en/of over het derde kwartaal 2010 (D-093, 2 van 20 pg 1294) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.180,- euro;
- Nagel Opleidingsagency [benadeelde partij 2] C.V. over het derde kwartaal 2010 (D-093, 7 van 20 pg 1299) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.130,- euro en/of over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 8 van 20 pg 1300) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 3.910,- euro;
- Nagelstudio [benadeelde partij 2] C.V. over het derde kwartaal 2010 (D-093, 5 van 20 pg 1297) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.449,- euro en/of over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 6 van 20 pg 1298) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.030,- euro;
- [bedrijf 8] C.V. over het derde kwartaal 2010 (AH-048, pg 721 e.v.) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.559,- euro en/of over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 11 van 20 pg 1303) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 3.260,- euro;
- [bedrijf 6] C.V. over het tweede kwartaal 2010 (D-093, 12 van 20 pg 1304) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.440,- euro en/of over het derde kwartaal 2010 (D-093, 13 van 20 pg 1305) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.290,- euro en/of over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 14 van 20 pg 1306) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 2.354,- euro;
- Glazenwasser [bedrijf 18] over het derde kwartaal 2010 (AH-033, pg 652) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.864,- euro;
- [bedrijf 17] over het derde kwartaal 2010 (AH-035, pg 660) een totaalbedrag aan terug te ontvangen omzetbelasting groot 4.479,- euro;
- Hondensalon [benadeelde partij 3] C.V. over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 9 van 20 pg 1301) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.088,- euro;
- Hondenuitlaatservice [benadeelde partij 3] C.V. over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 10 van 20 pg 1302) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 3.980,- euro;
- [bedrijf 10] over het eerste kwartaal 2010 (D-093, 17 van 20 pg 1309) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.134,- euro en/of over het tweede kwartaal 2010 (D-093, 18 van 20 pg 1310) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 3.577,- euro en/of over het derde kwartaal 2010 (D-093, 19 van 20 pg 1311) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 3.720,- euro en/of over het vierde kwartaal 2010 (D-093, 20 van 20 pg 1312) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 2.820,- euro;
- [bedrijf 16] over het tweede kwartaal 2010 (D-093, 15 van 20 pg 1307) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.600,- euro en/of over het derde kwartaal 2010 (D-093, 16 van 20 pg 1308) een totaalbedrag aan terug te vragen omzetbelasting groot 4.482,- euro;
althans (telkens) een te laag bedrag aan te betalen belasting opgegeven, terwijl die/dat feit(en) (telkens) er toe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven, zulks terwijl [getuige 2] tot het plegen van vorenomschreven feit(en) (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan die verboden gedraging(en) (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2010 tot en met 31 januari 2011, in de gemeente Breda en/of Almere en/of Rotterdam en/of Utrecht en/of 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, meermalen, telkens opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest, door voornoemde aangever(s) te bewegen een of meer rechtsperso(o)n(en) in te schrijven bij de Kamer van Koophandel, door deze aangevers in contact te brengen met vermeend accountant [getuige 2] , door een of meer aangever(s) te bewegen/dwingen tot afgifte van bankpassen, inlogcodes en/of wachtwoorden en/of correspondentie/post en/of door bankpassen, inlogcodes en/of wachtwoorden en/of correspondentie/post ter beschikking te stellen aan [getuige 2] .
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 04/990005-11
Proces-verbaal van de openbare zitting van 24 mei 2016 in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
Raadsman is D. Emmelkamp, advocaat, kantoorhoudende te Amsterdam.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
, griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is wel/niet in de zittingzaal aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de rechter en de griffier.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van Belastingdienst / FIOD-ECD, kantoor Roosendaal, dossiernummer 48588, gesloten d.d. 13 augustus 2012, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 1732.
2.Proces-verbaal verhoor van een verdachte d.d. 11 januari 2012, pagina’s 1019 tot en met 1035.
3.Proces-verbaal verhoor van een verdachte d.d. 12 januari 2012, pagina’s 1036 tot en met 1049.
4.Proces-verbaal van verhoor van een verdachte d.d. 11 januari 2012, pagina’s 1050 tot en met 1057.
5.Proces-verbaal van verhoor van een verdachte d.d. 11 januari 2012, pagina’s 1058 tot en met 1068.
6.V8-001, pagina 1074 tot en met 1085.
7.D-103, pagina 1351.
8.D-104, pagina’s 1377 tot en met 1380.
9.D-057, pagina 1223.
10.D-044, pagina 1210.
11.AH-031, pagina 637.
12.D-051, pagina 1217.
13.AH-031, pagina 637.
14.D-051, pagina 1217.
15.AH-030, pagina 628.
16.D-050, pagina 1216.
17.AH-030, pagina 628.
18.D-051, pagina 1217.
19.D-105, pagina’s 1395 tot en met 1398.
20.D-106, pagina’s 1412 tot en met 1415.
21.D-059, pagina’s 1226 en 1227.
22.D-058, pagina’s 1224 en 1225.
23.AH-037, pagina 671.
24.D-053, pagina 1219.
25.AH-036, pagina 662.
26.D-052, pagina 1218.
27.D-107, pagina’s 1434 tot en met 1437.
28.D-108, pagina’s 1464 tot en met 1467.
29.D-069, pagina 1244.
30.D-066, pagina 1237.
31.D-055, pagina 1221.
32.AH-039, pagina’s 687 tot en met 689.
33.D-054, pagina 1220.
34.AH-040, pagina 691.
35.D-054, pagina 1220.
36.AH-040, pagina 691.
37.D-054, pagina 1220.
38.D-111, pagina’s 1499 tot en met 1502.
39.D-112, pagina’s 1513 tot en met 1516.
40.D-065, pagina’s 1235 en 1236.
41.D-062, pagina’s 1231 en 1232.
42.AH-027, pagina’s 613 tot en met 615.
43.D-049, pagina 1215.
44.AH-029, pagina’s 624 tot en met 626.
45.D-048, pagina 1214.
46.D-113, pagina’s 1535 tot en met 1538.
47.D-077, pagina 1257.
48.AH-025, pagina 596 en D-041, pagina 1207.
49.D-047, pagina 1213.
50.AH-025, pagina 596.
51.D-047, pagina 1213.
52.AH-025, pagina 596.
53.D-047, pagina 1213.
54.AH-025, pagina 596.
55.D-047, pagina 1213.
56.D-114, pagina 1555.
57.D-074, pagina’s 1253 en 1254.
58.[nummer] , pagina 701.
59.D-045, pagina 1211.
60.[nummer] , pagina 701.
61.D-045, pagina 1211.
62.AH-017, pagina’s 562 tot en met 566.
63.AH-062, pagina’s 763 en 764.
64.D-133 en D-134, pagina’s 1608 en 1609.
65.[nummer] , pagina’s 567 tot en met 574.
66.AH-085, pagina’s 852 tot en met 854.
67.[nummer] , pagina’s 1625 tot en met 1630.
68.[nummer] , pagina’s 1655 tot en met 1659.
69.D-037 en D-038, blz. 1202.