ECLI:NL:RBLIM:2016:4568

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 mei 2016
Publicatiedatum
31 mei 2016
Zaaknummer
C/03/219292 / KG ZA 16-156
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake verzoek tot verbetering van een eerder vonnis met betrekking tot conservatoire beslagen

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 27 mei 2016, hebben eisers, waaronder Beheersmaatschappij Arros B.V. en Roxx International B.V., een verzoek ingediend tot verbetering van een eerder vonnis dat op 3 mei 2016 was gewezen. Dit verzoek was gericht op het aanpassen van het dictum van het vonnis, waarin de voorzieningenrechter had besloten tot het opheffen van verschillende conservatoire derdenbeslagen. De eisers stelden dat het dictum niet duidelijk was en vroegen om specificatie van de beslagen die opgeheven dienden te worden.

De voorzieningenrechter heeft de gedaagden, waaronder [naam] HOLDING B.V. en [naam] EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ B.V., in de gelegenheid gesteld om op het verzoek te reageren. De gedaagden hebben bezwaar gemaakt tegen de inwilliging van het verzoek en hebben zelf verzocht om textuele verbeteringen in het vonnis. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat er geen sprake was van een kennelijke fout in het eerdere vonnis. Hij heeft echter wel besloten om de door gedaagden gevraagde textuele aanpassingen door te voeren, aangezien eisers zich daar niet tegen verzetten.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek van eisers afgewezen, maar de gevraagde verbeteringen in de tekst van het vonnis zijn wel doorgevoerd. Dit vonnis is uitgesproken door mr. R.H.J. Otto, die als voorzieningenrechter optrad in deze zaak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/219292 / KG ZA 16-156
Vonnis van 27 mei 2016
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEHEERMAATSCHAPPIJ ARROS B.V.,
gevestigd te Maastricht,

3.[eiser sub 3] ,

wonende te [woonplaats] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam eiser sub 3] BEHEERSMAATSCHAPPIJ B.V.,
gevestigd te Maastricht,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROXX INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Maastricht,
6. de naamloze vennootschap
NIMA N.V.,
gevestigd te Maastricht,
eisers,
advocaat mr. R.H.G.M. Kerckhoffs;
tegen:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam] HOLDING B.V.,
gevestigd te Maastricht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam] EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ B.V.,
gevestigd te Maastricht,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam] HANDELMAATSCHAPPIJ B.V.,
gevestigd te Maastricht,
4. naamloze vennootschap
[naam] HANDEL- EN TRANSPORTMAATSCHAPPIJ NV,
gevestigd te Lanaken (België),
gedaagden,
advocaat mr. Ph.W. Schreurs.
Partijen zullen hierna eisers en gedaagden genoemd worden.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij brief van 9 mei 2016 is namens eisers de voorzieningenrechter verzocht om verbetering van het op 3 mei 2016 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat het dictum wordt aangepast dat het dictum luidt – zakelijk weergegeven – dat de voorzieningenrechter de volgende beslagen opheft:
  • de conservatoire derdenbeslagen onder Van Lanschot Bankiers N.V. ten name van [eiser sub 1] ;
  • de conservatoire derdenbeslagen onder ING Bank N.V. en Van Lanschot Bankiers N.V. ten name van Beheersmaatschappij Arros;
  • de conservatoire derdenbeslagen onder ING Bank N.V. en van Lanschot Bankiers N.V. ten name van [eiser sub 3] ;
  • de conservatoire derdenbeslagen onder Van Lanschot Bankiers N.V. ten name van Roxx International.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft gedaagden in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten. Bij brief van 25 mei 2016 heeft mr. Schreurs namens gedaagden aan de voorzieningenrechter bericht tegen inwilliging van dat verzoek bezwaar te hebben en heeft hij zijnerzijds verzocht een tweetal textuele fouten in het vonnis te verbeteren.
1.3.
Eisers hebben daarop bij e-mail van 26 mei 2016 gereageerd.

2.De beoordeling

2.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat geen sprake is van een kennelijke fout als bedoeld in artikel 31 Rv. Door in 3.24. te overwegen dat hij de nader in het dictum te specificeren beslagen onder Van Lanschot en ING Bank zou opheffen, heeft de voorzieningenrechter concreet aangegeven welke beslagen hij zou opheffen. Met de overweging dat “de gelegde beslagen” zullen worden opgeheven, heeft de voorzieningenrechter bedoeld de beslagen op de concrete met bankrekeningnummers aangeduide rekeningen op te heffen, als vermeld in het dictum.
2.2.
De door gedaagden verzochte textuele aanpassingen, waartegen eisers zich niet hebben verzet, zullen door de voorzieningenrechter worden aangebracht.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
3.1.
wijst het verzoek van eisers af;
3.2.
bepaalt dat de woorden “
[naam] c.s.” in de eerste zin van rechtsoverweging 3.9. verbeterd moeten worden gelezen als
“ [naam] c.s.”;
3.3.
bepaalt dat tussen de woorden “
Evenmin is onaannemelijk” in de eerste zin van rechtsoverweging 3.13. verbeterd moet worden gelezen als “
Evenmin is niet onaannemelijk.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: MT