Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling.
2.Het geschil
€ 100.000,--;
3.De beoordeling
816,00;
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die zich afspeelt in Maastricht, heeft eiseres, eigenaresse van een boerderij, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, de eigenaar van een naastgelegen pand. Het geschil draait om de afwatering van regenwater van het dak van het pand van eiseres, dat via een grondgoot moet worden afgevoerd. Gedaagde heeft een metalen strook aangebracht op zijn dak om te voorkomen dat het regenwater van het dak van eiseres op zijn platte dak en zijgevel terechtkomt. Eiseres stelt echter dat deze voorziening ervoor zorgt dat het regenwater tegen haar woning spat, wat kan leiden tot vochtproblemen. Eiseres beroept zich op artikel 5:52 BW, dat bepaalt dat een eigenaar van gebouwen verplicht is om de afdekking van zijn gebouwen zodanig in te richten dat daarvan geen water op eens anders erf afloopt. Eiseres vordert dat gedaagde de voorziening verwijdert en verzoekt om een dwangsom bij niet-naleving.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eiseres geen spoedeisend belang heeft bij haar vordering. Er is geen bewijs dat eiseres schade lijdt of op korte termijn dreigt te lijden door de voorziening van gedaagde. Eiseres heeft haar stellingen niet onderbouwd, waardoor de vorderingen zijn afgewezen. Eiseres is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 1.104,00. Dit vonnis is uitgesproken door voorzieningenrechter mr. R.H.J. Otto op 27 mei 2016.