Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
MUTUALIS BELEGGINGEN B.V.,
[naam rechtspersoon] N.V.,
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding;
- een akte aanvulling gronden van Mutualis;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek, tevens houdende akte wijziging van eis;
- de conclusie van dupliek;
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
2.Het geschil
€ 239.500,--.
primair: een bedrag van € 1.392.191,--, voorzover het sub I gevorderde niet wordt toegewezen, respectievelijk € 1.146.649,35, voorzover het sub I gevorderde wordt toegewezen, althans een door de rechtbank in goede justitie nader te bepalen schadebedrag, zulks vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de datum der dagvaarding tot aan de datum der betaling;
subsidiair: een bedrag van € 441.900,--, voorzover het sub I gevorderde niet wordt toegewezen, althans een door de rechtbank in goede justitie nader te bepalen schadebedrag, zulks vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de datum der dagvaarding tot aan de datum der betaling;
meer subsidiair: een bedrag van primair € 209.949,--, en subsidiair € 100.000,--, althans een door de rechtbank in goede justitie nader te bepalen schadebedrag, zulks vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de datum der dagvaarding tot aan de datum der betaling;
3.De beoordeling
Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid; gedragingen WML (14MvA).” Bovendien heeft Mutualis in het concept op pagina 12 de volgende tekst opgenomen:
“(Moet stelling MB dat [naam rentmeester] afdoende gevolmachtigd was nogmaals toegelicht worden??).” Dat was een aanwijzing te meer voor mr. [naam advocaat] dat Mutualis wenste dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid van [naam rentmeester] zou worden benadrukt. Bovendien blijkt ook niet dat mr. [naam advocaat] zich ervan heeft vergewist dat Mutualis wist wat de consequenties van de strategiewijziging waren of zouden kunnen zijn.
op grond van de overeenkomst verschuldigdeniet tijdig plaatsvindt. In de onderhavige situatie dient [gedaagde] het bedrag van € 60.102,20 niet te voldoen op grond van een handelsovereenkomst, maar vanwege de verbintenis tot ongedaanmaking die is ontstaan door toedoen van de ontbinding van de overeenkomst. De wettelijke rente ex artikel 6:119 BW zal worden toegewezen vanaf de dag van de dagvaarding (28 juli 2014).
“Er wordt geen cassatieadvies gevraagd. De advocaat krijgt de opdracht direct cassatie in te stellen indien er voldoende kans op succes bestaat. Zo niet, geen cassatie. Een advies kost nodeloos geld.”[gedaagde] heeft derhalve slechts aangeboden de kosten van de cassatieprocedure voor haar rekening te nemen en niet (ook) die van een cassatieadvies.
plicht op dit punt. [gedaagde] wijst onder 26 van de conclusie van antwoord expliciet op het feit dat Mutualis voldoende aannemelijk dient te maken dat de subsidiaire stellingen van WML door het gerechtshof zouden zijn gepasseerd en dat Mutualis daarover bij dagvaarding evenwel niets heeft gesteld. Bij conclusie van repliek en bij pleidooi is Mutualis daarop evenmin ingegaan. Deze vordering dient derhalve te worden afgewezen.