Het al dan niet accepteren of weigeren van stukken is een processuele beslissing die geen grond geeft voor wraking, terwijl deze beslissing in dit geval niet zodanig onjuist of onbegrijpelijk is geweest dat daaruit een grond voor het aannemen van vooringenomenheid blijkt. Het ging om een geringer aantal stukken dan door verzoekers zelf overgelegd, die niet onredelijk laat zijn overgelegd en toegestuurd. De wederpartij moest tijd gegund worden om, ook ter voorlichting van de rechter, te reageren op het grote aantal door verzoekers bij de dagvaarding overgelegde producties.
Het toestaan van het voordragen van een, omvangrijke, pleitnota is eveneens een processuele beslissing en kan het verzoek tot wraking niet dragen, terwijl niet is onderbouwd dat deze beslissing onjuist dan wel onbegrijpelijk zou zijn. Partijen hebben overigens beide verzuimd meer spreektijd te vragen, terwijl voorzienbaar was dat deze kwestie de standaard behandeltijd van anderhalf uur zou overschrijden. De zitting is het eerste moment dat de wederpartij op de dagvaarding kan reageren en in het kader van hoor en wederhoor dient ook diens standpunt volledig over het voetlicht te kunnen komen. Voor zover verzoekers opmerkingen hebben gemaakt over confraternele correspondentie, is dat een tuchtrechtelijke aangelegenheid waar de rechter buiten is gebleven en die geen grondslag geeft voor vooringenomenheid aan zijn zijde.
Vermenging heeft als vanzelf plaatsgevonden doordat verzoekers hebben gevraagd om aanhouding van de verzoekschriftprocedure vanwege het kort geding, waarbij door de advocaat van verzoekers juist is gewezen op de samenhang. Bij aanvang van de zitting is juist daarom gesproken over gezamenlijk behandelen of volgtijdelijk en op praktische argumenten is op verzoek van de advocaat van verzoekers gekozen voor volgtijdelijk. De rechter geeft aan op geen enkel moment te hebben begrepen dat de advocaat principieel ertegen was dat hij beide zaken, gezamenlijk dan wel na elkaar, zou behandelen.
Behandeling is aangevangen om 9.30 uur volgens de oorspronkelijk planning en moest worden onderbroken door een andere zaak die al gepland stond voor 11.00 uur. Nadat de advocaat van de Rabobank de feiten uit zijn pleitnota had voorgedragen heeft de rechter de behandeling om 11.15 uur onderbroken voor die andere zaak. Gedurende die schorsing had de advocaat van verzoekers tijd om de pleitnota van de Rabobank met verzoekers te bespreken. Na hervatting is de advocaat van de Rabobank verder gegaan met zijn pleitnota en is er gerepliceerd en gedupliceerd. De rechter heeft steeds gevraagd of verzoekers (dan wel hun advocaat) op alles hebben kunnen reageren en dat werd bevestigd. Nadat de [verzoeker 1] het woord heeft gevoerd en het kort geding behandeld was, is er voor een lunchpauze geschorst tot 14.00 uur waarna de behandeling van de verzoekschriftprocedure zou starten. Op dat moment werd om wraking verzocht.
Met het voorgaande is al op die grond ingegaan.
Mr. Stein heeft zelf in de verzoekschriftprocedure verzocht om aanhouding onder overlegging van de dagvaarding uit het kort geding. Voor zover hij bedoelt te stellen dat de procedures door verschillende rechters moeten worden gedaan (wat de rechter niet in de gronden leest), wijst de rechter erop dat met beoordeling door één rechter tegenstrijdige oordelen worden voorkomen. Bovendien is de grond feitelijk onjuist omdat de rechter niet aan de behandeling van de verzoekschriftprocedure is toegekomen en de rechter zich in het geheel niet heeft uitgelaten over een oordeel of voorlopig oordeel. Er verzette zich niets tegen de opvolgende behandeling van het verzoekschrift.