ECLI:NL:RBLIM:2016:3614

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 april 2016
Publicatiedatum
26 april 2016
Zaaknummer
C/03/219327 / KG ZA 16-157
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot rectificatie van fraudeverdachten in zorgsector

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 26 april 2016, hebben eisers, bestaande uit twee natuurlijke personen en twee zorg-BV's, een kort geding aangespannen tegen CZ Zorgkantoor B.V. De eisers vorderden rectificatie van een brief die door het Zorgkantoor was verzonden aan budgethouders, waarin werd gesteld dat hun zorgverlener Reset gefraudeerd had met persoonsgebonden budgetten (pgb). De eisers stelden dat deze beschuldiging onterecht was en hen in hun eer en goede naam schaadde. De voorzieningenrechter oordeelde dat het Zorgkantoor niet onzorgvuldig of onrechtmatig handelde. De rechter stelde vast dat het Zorgkantoor handelde binnen de kaders van de landelijke aanpak van pgb-fraude en dat de beschuldigingen van fraude voldoende onderbouwd waren door het onderzoek van het Zorgkantoor. De vorderingen van de eisers werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter benadrukte dat de communicatie van het Zorgkantoor noodzakelijk was voor de bescherming van publieke middelen en dat de eisers niet voldoende bewijs hadden geleverd om hun claims te onderbouwen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/219327 / KG ZA 16-157
Vonnis in kort geding van 19 april 2016
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
[eiser sub 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ANDA-ZORG B.V.,
gevestigd te Kerkrade,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JASMIJN ZORG B.V.,
gevestigd te Maastricht,
eisers,
advocaat mr. S.X.J. Zuidema,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CZ ZORGKANTOOR B.V.,
gevestigd te Tilburg,
gedaagde,
advocaat mr. J.A. Buur.
Partijen zullen hierna [eisers] c.s. en het Zorgkantoor genoemd worden, tenzij voor het begrip van het vonnis noodzakelijk is dat eisers bij naam worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 14 april 2016, met producties,
  • de brief van 15 april 2016 van [eisers] c.s.,
  • de e-mails van 15 en 17 april 2016 van het Zorgkantoor, met bijlagen,
  • de akte vermeerdering eis,
  • de mondelinge behandeling van 18 april 2016,
  • de pleitnota van [eisers] c.s.,
  • de pleitnota van het Zorgkantoor.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
[eisers] c.s. vordert bij akte van vermeerdering eis primair – zakelijk weergeven – dat de voorzieningenrechter
1. het Zorgkantoor verbiedt de op 20 april 2016 geagendeerde informatiebijeenkomst te houden of te doen houden, totdat onderstaande rectificatie is verzonden, op straffe van een dwangsom,
2. het Zorgkantoor veroordeelt alle budgethouders van Reset, onder wie een 15-tal in de dagvaarding met name genoemde personen, die de brief van 7 april 2016 met de akte van cessie en vaststellingsbeschikking hebben ontvangen, binnen twee dagen na dit vonnis een rectificatiebrief te zenden, op straffe van een dwangsom,
3. het Zorgkantoor te veroordelen in de kosten van het geding.
De tekst van de rectificatie luidt:
Wij delen u mede dat de rechter in een door de heren [eiser sub 2] en [eiser sub 1] en Anda-zorg B.V. en Jasmijn Zorg B.V. opgestart kort geding procedure heeft geoordeeld, dat de aan u verzonden brief van op of omstreeks 7 april 2016, waarin u onder meer door het CZ Zorgkantoor is medegedeeld dat Reset heeft gefraudeerd met uw PGB, dat het CZ Zorgkantoor daarom een vordering op u heeft en dat het CZ Zorgkantoor bereid is onder voorwaarden uw vordering over te nemen, onrechtmatig is tegenover de heren [eiser sub 2] en [eiser sub 1] , maar ook tegenover Anda-zorg B.V. en Jasmijn Zorg B.V. Het CZ Zorgkantoor is daarom veroordeeld u het volgende mee te delen:
In de brief hebben wij u ten onrechte medegedeeld dat Reset heeft gefraudeerd met uw PGB. We willen dat corrigeren. Reset heeft in de ogen van het CZ Zorgkantoor delen van uw PGB gelden niet juist verantwoord. Noch de strafrechter, noch een andere rechter heeft vastgesteld dat er sprake is van fraude.
In de brief hebben wij u medegedeeld dat het CZ Zorgkantoor uw vordering overneemt, als u aan de voorwaarden in de brief voldoet. Het CZ Zorgkantoor heeft in de brief ten onrechte de voorwaarde gesteld dat u aangifte moet doen bij de politie en daarvan een kopie moet opsturen. Het CZ Zorgkantoor had u ook niet om een verklaring mogen vragen, waarom u geen aangifte doet, als u dat niet wilt.
Ook hebben wij u ten onrechte medegedeeld dat u geen zorg meer mag ontvangen van Anda-zorg B.V. en Jasmijn Zorg B.V. Bij deze bedrijven heeft het CZ Zorgkantoor geen onregelmatigheden vastgesteld. Het staat u volledig vrij bij deze bedrijven zorg in te kopen.
Het Zorgkantoor heeft u een cessie-akte toegestuurd. Het CZ Zorgkantoor zal u een nieuwe cessie-akte sturen met een aangepaste en betere tekst. Het CZ Zorgkantoor verzoekt u deze nieuwe cessie-akte te tekenen. Het CZ Zorgkantoor deelt u mede dat zij de vordering ook overneemt, als u geen aangifte doet, geen aangifte wilt doen, of geen verklaring opstuurt. Het CZ Zorgkantoor zal de vordering ook overnemen, als u nu zorg inkoopt of in de toekomst zorg inkoopt bij Anda-zorg B.V. en Jasmijn Zorg B.V.
Subsidiair wordt gevorderd, in geval de informatiebijeenkomst van 20 april 2016 niet wordt verboden, een rectificatiebrief (die in tekst enigszins afwijkt van bovenstaande brief, omdat de vordering is uitgesplitst naar de twee vennootschappen en de twee natuurlijke personen, maar naar inhoud en strekking gelijkluidend is) op die bijeenkomst aan te bieden en voor te lezen en de brief toe te zenden aan de 15 in de dagvaarding met name genoemde personen, indien zij niet aanwezig zijn op de informatiebijeenkomst, een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van het Zorgkantoor in de kosten.
2.2.
[eisers] c.s. legt aan de vordering ten grondslag dat de brief van 7 april 2016 van het Zorgkantoor aan de budgethouders doorspekt is met onjuiste mededelingen over hun voormalig zorgverlener Reset Zorg Advies en Coaching (hierna: Reset) en [eiser sub 1] en [eiser sub 2] als de vennoten van Reset, alsmede over Anda-Zorg en Jasmijn Zorg en dat [eisers] c.s. hierdoor schade leidt.
De beschuldiging van frauduleus handelen schaadt [eiser sub 1] en [eiser sub 2] in een persoonlijke levenssfeer en in hun eer en goede naam. Het Zorgkantoor handelt onrechtmatig jegens [eiser sub 1] en [eiser sub 2] , omdat het de vordering op budgethouders inzake ten onrechte uitgekeerd pgb zal overnemen als zij aangifte doen bij de politie van pgb-fraude door Reset. Het Zorgkantoor ronselt onder de budgethouders om haar zaak over fraude van Reset rond te krijgen, terwijl zij [eiser sub 1] en [eiser sub 2] niet van informatie voorziet inzake de beweerdelijke frauduleuze werkwijze van Reset. Het Zorgkantoor handelt in strijd met de wet en met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt en handelt eveneens in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het verbod op détournement de pouvoir en het zorgvuldigheidsbeginsel.
Voorts mag het Zorgkantoor niet als voorwaarde voor het kwijtschelden van de vorderingen stellen dat de budgethouders geen zorg inkopen bij Anda-Zorg en Jasmijn Zorg, waarvan het Zorgkantoor stelt dat het rechtsopvolgers zijn van Reset. Van pgb-fraude door Anda-Zorg of Jasmijn Zorg is geen sprake, zodat zij schade (zullen) lijden als gevolg van deze onterechte mededingen van het Zorgkantoor, omdat zij worden aangetast in hun goede naam en hun cliëntèle verliezen.
2.3.
Het Zorgkantoor voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De spoedeisendheid vloeit voort uit de aard van de zaak.
3.2.
Het zorgkantoor heeft een publieke taak en ziet – onder meer toe – op de toekenning en verantwoording van uit overheidsmiddelen gefinancierde persoonsgebonden budgetten op grond van de Wet langdurige zorg (voorheen AWBZ), waarbij niet alleen de rechtmatige besteding van het geld aan de orde is, maar ook de doelmatige besteding daarvan: toereikende zorg van goede kwaliteit.
Uitgangspunt in het pgb-systeem is dat de budgethouder verantwoordelijk is voor de uitgave (inkoop van zorg) en de verantwoording van het aan hem toegekende zorgbudget. Controle van de pgb-uitgaven vindt achteraf plaats door het zorgkantoor. Pgb dat niet of niet juist is besteed of niet voldoende is verantwoord, wordt in beginsel teruggevorderd van de budgethouder.
De relatie tussen de budgethouder en het zorgkantoor (toekennen, wijzigen, controleren, terugvorderen van pgb) wordt beheerst door het bestuursrecht. Het niet (juist) verantwoorden van pgb wordt aangemerkt als misbruik c.q. fraude in het kader van de sociale zekerheidswetgeving. Indien de onjuiste besteding of onvoldoende verantwoording te wijten is aan en toe te rekenen is aan de zorgverlener, terwijl de budgethouder te goeder trouw is, kan de budgethouder een vordering op deze zorgverlener hebben. Voor het zorgkantoor ligt daar in zijn algemeenheid geen rol.
3.3.
Voor de beoordeling van deze zaak acht de voorzieningenrechter van belang dat het Zorgkantoor handelt binnen het kader van de landelijke aanpak van pgb-fraude, zoals is beschreven in de brief van 7 december 2015 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal van de Staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (880304-144941-LZ) en nader is uitgewerkt in een notitie van Zorgverzekeraars Nederland van 18 januari 2016 (producties 1 en 2 van het Zorgkantoor), waarin
3.4.
De Staatsecretaris schrijft (pagina 3):
Ik ben de zorgkantoren erkentelijk voor de stappen die ze nu gaan zetten. De uitkomst van dat overleg is namelijk dat alle zorgkantoren gezamenlijk inspanningen gaan verrichten om ervoor te zorgen dat die budgethouders die te goeder trouw hebben gehandeld, niet (langer) worden geconfronteerd met een terugvordering en dat vermoedelijk frauderende zorgaanbieders worden aangepakt. Concreet betekent dat:
• Vanaf heden, de zorgkantoren iedere vermoedelijke pgb-fraudezaak afzonderlijk beoordelen om tot een zorgvuldige overweging te komen of de budgethouder te goeder trouw heeft gehandeld.
• Indien de budgethouder te goeder trouw heeft gehandeld, communiceert het zorgkantoor hier expliciet en zo snel mogelijk over naar de budgethouder.
• Ik heb hierover met de zorgkantoren afgesproken dat op uiterlijk 1 mei 2016 en zoveel eerder als mogelijk, in alle op dit moment openstaande individuele casuïstiek beoordeeld is of de budgethouder te goeder trouw heeft gehandeld. Daarnaast is eveneens op uiterlijk 1 mei 2016 en zoveel eerder als mogelijk aan de betreffende budgethouders duidelijkheid geboden over het vervolg.
• Indien sprake is van een vermoeden van fraude bij een zorgorganisatie, doet het zorgkantoor al het mogelijke om dit te onderzoeken en, indien van toepassing, te bewijzen.
• In geval van een budgethouder die te goeder trouw is, is het vervolg dat de vordering van het zorgkantoor op de budgethouder wordt stopgezet. Dit neemt niet weg dat de budgethouder een vordering kan hebben op de vermoedelijk frauderende zorgverlener. Het zorgkantoor neemt deze vordering op de zorgaanbieder over.
• Het zorgkantoor vraagt de budgethouder mee te werken aan het cederen van de vordering aan het zorgkantoor. Dit kan een voorwaarde zijn om de budgethouder daadwerkelijk te vrijwaren van de vordering. Beoordeling of die voorwaarde wordt gesteld, vindt op individuele basis plaats.
• De zorgkantoren pakken de vermoedelijk frauderende zorgorganisatie op civielrechtelijke wijze aan. Dit in aanvulling op eventuele strafrechtelijke vervolging door het OM na onderzoek door de Inspectie SZW.
• Zorgkantoren bepalen per casus de juridische aanpak die het meest effectief bijdraagt aan doelstelling en beoogde effecten.
3.5.
Het Zorgkantoor heeft een 38-tal dossiers van pgb-houders die bij Reset zorg hebben ingekocht, onderzocht over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014. De rapportage beslaat echter slechts de periode tot 1 april 2014, de datum waarop Reset is gestopt met haar activiteiten (productie 14).
Bij 15 budgethouders is verantwoordingsinformatie opgevraagd. Het Zorgkantoor heeft in het kader van het onderzoek ook met deze 15 budgethouders een gesprek gevoerd.
3.6.
Naar Anda Zorg en Jasmijn Zorg, die zijn opgericht nadat Reset was gestopt, is door het Zorgkantoor geen uitgebreid onderzoek gedaan, hoewel wel stukken van Anda Zorg en Jasmijn Zorg zijn bekeken, omdat het onderzoek zich uitstrekte tot en met
31 december 2014.
3.7.
Uit het onderzoek heeft het Zorgkantoor geconcludeerd dat de handelwijze van Reset gekwalificeerd moet worden als fraude, onder meer door de volgende bevindingen. Hoewel aannemelijk is dat wel enige zorg is verleend, is niet inzichtelijk hoeveel zorg er daadwerkelijk is geleverd en betaald. Reset heeft zorg verantwoord, die aan de budgethouders is gefactureerd, maar die niet is geleverd. Reset heeft vooraf gefactureerd en vooruit laten betalen, terwijl dat niet is toegestaan. Reset sloot bij iedere toekenning van zorgbudget een nieuwe zorgovereenkomst voor het volledige budget en de uurtarieven verschilden per budgethouder voor dezelfde hoeveelheid uren en aard van de zorg. Ook heeft Reset zorg verantwoord als AWBZ-dagbesteding, die niet als zodanig is aan te merken.
De voorzieningenrechter heeft geen reden om de uitkomsten van dit onderzoek in twijfel te trekken. [eisers] c.s. hebben ook geen inhoudelijk verweer gevoerd ter zake.
3.8.
Gelet op de feitelijke gang van zaken kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet worden volgehouden dat het Zorgkantoor het tijdens het onderzoek onzorgvuldig heeft gecommuniceerd of gehandeld richting [eisers] c.s. Immers:
  • het Zorgkantoor is het onderzoek aangevangen in november 2014 en heeft bij (de vennoten van Reset) [eiser sub 1] en [eiser sub 2] informatie opgevraagd,
  • het Zorgkantoor heeft op 10 april 2015 in het kader van het onderzoek met hen gesproken,
  • [eiser sub 1] en [eiser sub 2] zijn bij brief van 4 september 2015 geïnformeerd over de bevindingen uit het onderzoek, onder meer dat een bedrag van € 236.247,14 van de verantwoording is afgekeurd,
  • in die brief is tevens aangegeven dat vermoed wordt dat Anda-Zorg en Jasmijn Zorg, waarvan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] , hoewel zij formeel geen bestuurder zijn, maar waar zij volgens het Zorgkantoor wel bij zijn betrokken, op eenzelfde manier als Reset de zorg verantwoorden en activiteiten aanbieden die niet gelden als AWBZ-zorg,
  • bij brief van 2 oktober 2015 heeft het Zorgkantoor [eiser sub 1] en [eiser sub 2] nader geïnformeerd met een specificatie van de goed- en afgekeurde bedragen per budgethouder.
3.9.
Het Zorgkantoor heeft bij brief van 25 november 2015 de budgethouders, die bij Reset in de onderzochte periode zorg hebben ingekocht, geïnformeerd over het onderzoek. Bij twee beschikkingen van 7 april 2016 is elke budgethouder meegedeeld dat een deel van de verantwoording is afgekeurd en dat (en welk) bedrag wordt teruggevorderd. Het Zorgkantoor heeft bij brief van gelijke datum de budgethouders geïnformeerd dat sprake is van fraude en dat het Zorgkantoor de vordering op Reset van hen kan en wil overnemen.
Deze brief van 7 april 2016 luidt – voor zover relevant – als volgt.
U heeft op 25 november 2015 een brief ontvangen van CZ zorgkantoor. Deze brief ging over uw zorgverlener Reset Zorg Advies en Coaching (verder Reset). Uit onderzoek van het zorgkantoor blijkt dat uw zorgverlener heeft gefraudeerd met uw pgb. Dit betekent dat uw pgb niet of niet op de juiste wijze is besteed aan AWBZ-zorg. Wij willen niet dat u daar de dupe van wordt. In deze brief leggen wij uit wat wij voor u willen doen. Daarnaast nodigen wij u uit voor een informatiebijeenkomst.
Wij willen u helpen
Uw zorgverlener heeft gefraudeerd met uw pgb. Daarom moet u een bedrag aan het zorgkantoor terugbetalen. Dit bedrag staat in de vaststellingsbeschikking die bij deze brief zit. Tegen deze beslissing van het zorgkantoor kunt u bezwaar en beroep aantekenen. Kijk hiervoor in de vaststellingsbeschikking.
Omdat wij vinden dat u te goeder trouw bent en niet wist dat uw zorgverlener met uw pgb fraudeerde, willen wij het bedrag niet bij u, maar bij uw zorgverlener terugvorderen. Hieronder leggen we uit hoe wij dat doen en vragen wij om uw medewerking.
Hoe gaan wij u helpen?
U hebt betaald voor zorg die niet geleverd is of voor zorg die niet met een pgb betaald mag worden (geen AWBZ-zorg) Daarom heeft u mogelijk een vordering op uw zorgverlener. Een vordering is een bedrag dat moet worden terugbetaald. Voldoet u aan de voorwaarden, en blijft u daaraan voldoen? Dan neemt het zorgkantoor uw vordering op de zorgverlener over en verhaalt deze op de zorgverlener. De vordering van het zorgkantoor op u blijft dan wel bestaan, maar u hoeft deze niet zelf terug te betalen.
Wat moet u zelf doen?
Als u onderstaande 4 stappen neemt en in de toekomst geen zorg meer inkoopt bij Reset voldoet u aan de voorwaarden en hoeft u het bedrag niet meet aan ons terug te betalen.
Stap 1 Doe bij de politie aangifte tegen Reset. Vraag bij de politie om een proces verbaal van de aangifte en stuur een kopie daarvan naar ons op. Kunt of wilt u geen aangifte doen? Geef dat dan aan in de verklaring die bij deze brief zit
Stap 2 Onderteken de ‘akte van cessie”. Zo draagt u de vordering aan ons over en geeft u aan dat u alle informatie geeft die wij nodig hebben. De akte van cessie zit bij deze brief.
Stap 3 Vul de verklaring in en onderteken hem. Hierin vatten we alles nog een keer samen. De verklaring zit bij deze brief.
Stap 4 Stuur het proces verbaal, de akte van cessie en de verklaring binnen twee weken naar ons op. Gebruik hiervoor 1 van de antwoordenveloppen die bij de brief zit.
Als u de documenten binnen twee weken naar ons terugstuurt, ontvangt u voor1 mei 2016 antwoord.
Let op: U mag in de toekomst geen zorg meer ontvangen van zorgverlener Reset (of bij een van zijn rechtsopvolgers Jasmijn Zorg en Anda-Zorg). Het zorgkantoor kijkt samen met u hoe we de zorg voor u kunnen regelen. Hierover leest u meet in de verklaring die bij deze brief zit.
Waarom doen we dit op deze manier?
Volgens de pgb-regelgeving bent u zelf verantwoordelijk voor het pgb, ook als u hiervoor iemand anders heeft ingeschakeld. De Staatssecretaris van VWS heeft dit in zijn brief van 7 december 2015 aan de Tweede Kamer bevestigd. Volgens hem moeten frauderende aanbieders worden aangepakt en de budgethouders die te goeder trouw zijn, worden beschermd. Daarom helpen wij u op deze manier.
De akte van cessie, die als bijlage bij de brief van 7 april 2016 is gevoegd, vermeldt:
- dat als gevolg van de verantwoording van de budgethouder over 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2014 is komen vast te staan, of naar verwachting kan komen vast te staan, dat de budgethouder daadwerkelijk bevoorschotte gelden aan het Zorgkantoor dient terug te betalen;
  • dat de budgethouder evenwel niet of slechts voor een deel in staat is om te voldoen aan de verplichtingen die bij een PGB horen, hetgeen (mede) is veroorzaakt door het handelen van zorgverlener Reset Zorg Advies en Coaching v.o.f., verder te noemen “de zorgverlener” (…). Deze zorgverlener heeft naar het oordeel van het Zorgkantoor meer zorg bij de budgethouder in rekening gebracht dan daadwerkelijk is geleverd. Daarnaast kan een deel van de geleverde zorg niet aangemerkt worden als AWBZ zorg en kan dan ook niet met een pgb ingekocht worden. Deze zorg is ten onrechte verantwoord bij het zorgkantoor. Naar het oordeel van het Zorgkantoor wist de zorgverlener dat, of behoorde de zorgverlener dat te weten;
  • dat de budgethouder van mening is dat hij/zij vanwege (onder andere) de door het zorgkantoor vastgestelde onrechtmatigheden, danwel de hierboven genoemde feiten, vorderingen heeft op de zorgverlener en/of tegen de bij de zorgverlener betrokken personen, bestuurders of feitelijke (mede-)beleidsbepalers, zulks op grond van (met name) nietigheid of vernietigbaarheid van gesloten overeenkomsten, wanprestatie, onrechtmatige daad, ongerechtvaardigde verrijking, of soortgelijke en/of andere vorderingen;
  • dat de budgethouder immers de onvoldoende verantwoording aan het Zorgkantoor verwijt aan de handelwijze van de zorgverlener en de bij de zorgverlener betrokken personen. Deze handelwijze strekte samengevat tot een juridisch aanvechtbare overeenkomst met de zorgverlener, respectievelijk tot onvoldoende danwel ondeugdelijke danwel frauduleuze uitvoering daarvan met bijvoorbeeld onjuiste declaraties. Dit resulteerde in onvoldoende of ondeugdelijke verantwoording door de budgethouder;
3.10.
[eisers] c.s. baseert zijn vordering op onrechtmatige daad als bedoeld in artikel 6:162 BW. De brief van 7 april 2016 is onrechtmatig jegens [eisers] c.s. [eisers] c.s. stelt daartoe dat het Zorgkantoor ten onrechte de budgethouders meedeelt dat Reset gefraudeerd heeft. Reset, althans [eiser sub 1] en [eiser sub 2] , zijn immers nog altijd niet gedagvaard voor de strafrechter, laat staan veroordeeld voor fraude. Het Zorgkantoor zet aan tot het doen van een valse aangifte, en koopt de budgethouders in feite om met de kwijtschelding. Het Zorgkantoor defameert door deze openbaarmaking [eisers] c.s. en misbruikt haar recht van vrije meningsuiting. [eisers] c.s. stelt voorts dat het Zorgkantoor Anda-Zorg en Jasmijn Zorg schade toebrengt nu het Zorgkantoor verbiedt met hen te contracteren, terwijl Anda-Zorg en Jasmijn Zorg niets te verwijten valt. Anda-Zorg en Jasmijn Zorg zijn geen rechtsopvolgers van Reset, zodat door het verbod een onjuist beeld wordt geschetst van hun positie en een onomkeerbare situatie wordt geschapen.
3.11.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat het Zorgkantoor niet onzorgvuldig en niet onrechtmatig handelt. Gezien de brief van de Staatsecretaris heeft het Zorgkantoor met het onderzoek naar Reset en de communicatie van de resultaten naar zowel de vennoten van Reset, als naar de budgethouders in lijn met het beleid vormgegeven.
Uit het onderzoek, waarbij een substantieel aantal dossiers is beoordeeld, komt naar voren dat Reset stelselmatig ondoorzichtig en onjuist zorg heeft gefactureerd en ten behoeve van de budgethouders heeft verantwoord. Het is meer dan voldoende aannemelijk dat de constateringen van het Zorgkantoor in een bodemprocedure stand zullen houden en dat de handelingen die [eiser sub 1] en [eiser sub 2] worden verweten, zullen worden gekwalificeerd als strijdig met wet- en regelgeving. Het gebruik van de term fraude, in de betekenis van misbruik, is op voorhand dan ook niet onrechtmatig jegens [eiser sub 1] en [eiser sub 2] . Een rectificatie is daarom niet aan de orde.
3.12.
Hoewel Anda-Zorg en Jasmijn Zorg formeel geen rechtsopvolgers zijn van Reset en in de levenspartners van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] formeel andere bestuurders hebben dan Reset, is duidelijk dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] feitelijk bij deze vennootschappen betrokken zijn, bijvoorbeeld als zorgverlener, als gemachtigde of als anderszins als adviseur van hun partners. Dit
Uit onderzoek van het Zorgkantoor, dat door [eisers] c.s. niet voldoende onderbouwd is weersproken, is het vermoeden ontstaan dat Anda-Zorg en Jasmijn Zorg ook in strijd met de geldende regels zorg hebben gefactureerd en verantwoord aan de 15 budgethouders die thans zorg bij Anda-Zorg en/of Jasmijn Zorg inkopen (aldus ook de brief van 4 september 2015). Het mag zo zijn dat terzake nog geen diepgravend onderzoek is gedaan, maar naar het oordeel van de voorzieningenrechter mag het Zorgkantoor op basis hiervan rekening houden met, en dus anticiperen op, een voortzetting van de modus operandi van Reset, mede in aanmerking nemende dat frauderende en van fraude verdachte zorgverleners vaak hun handelen voortzetten onder andere naam of in een andere rechtsvorm.
Het Zorgkantoor heeft de fraudebeschuldiging beperkt tot Reset en alleen inkoop van zorg bij deze twee bedrijven verboden. De voorzieningenrechter acht dat op basis van de thans beschikbare informatie voorshands niet onrechtmatig. Het Zorgkantoor heeft er immers een rechtens te respecteren belang het risico te voorkomen dat zij (en budgethouders) andermaal worden geconfronteerd met omvangrijke fraude. Het Zorgkantoor heeft zo doende in lijn met het landelijk anti-fraudebeleid van de Staatsecretaris en de daarop geformuleerde richtlijnen gehandeld. Niet aannemelijk is dat in een bodemprocedure het handelen van het Zorgkantoor als onrechtmatig jegens Anda-Zorg en Jasmijn Zorg zal worden geoordeeld. Een rectificatie is ook op dit punt niet aan de orde.
3.13.
De voorzieningenrechter acht niet aannemelijk dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat de budgethouders door het Zorgkantoor zijn aangezet tot het doen van een valse aangifte. In de brief van 7 april 2016 laat het Zorgkantoor ruimte over om geen aangifte te doen, maar om in ieder geval de reden daarvan aan het Zorgkantoor schriftelijk kenbaar te maken. Het doen van aangifte is dan ook een vrije keus van de budgethouder. Het is bovendien een voor de hand liggende stap die voortvloeit uit het tekenen van de cessie en het daaraan ten grondslag liggende standpunt dat Reset onrechtmatig heeft gehandeld jegens de budgethouder. Evenmin is het waarschijnlijk dat in een bodemprocedure wordt geoordeeld dat stopzetting van de terugvordering over de jaren 2013 en 2014 (tot april) als pressiemiddel is ingezet om de vordering te mogen/kunnen cederen aan het Zorgkantoor, omdat immers – op grond van het landelijk anti-fraudebeleid en de richtlijnen – a priori van de goede trouw van de budgethouders wordt uitgegaan.
3.14.
De brief van het Zorgkantoor is geen openbaar document, noch een vehikel van vrije meningsuiting. Het betreft een zakelijke, persoonlijk geadresseerde, gepersonaliseerde en individuele mededeling aan de budgethouders die klant van Reset waren, waarin de uitkomst van het onderzoek kort wordt medegedeeld en de consequenties voor de budgethouder aan de orde worden gesteld. De mededeling bevat weliswaar informatie die [eisers] c.s. in een negatieve context plaatst, maar deze inbreuk op de persoon en naam van Reset en met Reset verbonden natuurlijke personen en rechtspersonen vindt zonder meer rechtvaardiging in de noodzakelijke bescherming van het algemeen belang van een rechtmatige en doelmatige besteding van publieke middelen in de zorg.
3.15.
Ter zitting is door het Zorgkantoor een toelichting geven op de termijnstelling en de “haast” die wordt gemaakt met de actie richting de budgethouders. Het Zorgkantoor is gehouden aan de door de Staatsecretaris aan de Tweede Kamer toegezegde termijn van
1 mei 2016 waarop zo veel mogelijk budgethouders die te goeder trouw zijn duidelijkheid moet zijn verschaft. De voorzieningenrechter volgt [eisers] c.s. niet in de stellingname dat dit jegens hen onrechtmatig zou zijn.
Evenmin kan de voorzieningenrechter [eisers] c.s. volgen in hun stelling dat de informatiebijeenkomst die het Zorgkantoor op 20 april 2016 organiseert om de budgethouders die dat wensen mondeling een en ander nader toe te lichten, jegens [eisers] c.s. onrechtmatig is, nu niet aannemelijk is dat met de budgethouders andere informatie zal worden gedeeld dan aangekondigd in de brief van 7 april 2016. Bovendien is gesteld noch gebleken dat de informatiebijeenkomst een openbaar karakter heeft, zodat een verbod niet aan de orde is.
3.16.
Gelet op het vorenstaande komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat het Zorgkantoor niet schuldig heeft gemaakt aan het verweten misbruik van haar positie jegens de budgethouders, noch anderszins onzorgvuldig heeft gehandeld jegens [eisers] c.s..
De vorderingen zullen derhalve worden afgewezen.
3.17.
[eisers] c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het Zorgkantoor. Deze kosten worden tot op heden begroot op € 1.435,00 (te weten
€ 619,00 aan griffierecht en € 816,00 aan salaris advocaat).

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
wijst de vorderingen af,
4.2.
veroordeelt [eiser sub 1] , [eiser sub 2] , Anda Zorg B.V. en Jasmijn Zorg B.V. in de kosten van het geding, aan de zijde van CZ Zorgkantoor B.V. tot op heden begroot op € 1.435,00,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad wat de proceskostenveroordeling betreft.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.F. Gerard en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: EvB