ECLI:NL:RBLIM:2016:3522

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 april 2016
Publicatiedatum
25 april 2016
Zaaknummer
03/866073-15
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontuchtige handelingen met een minderjarige prostituee

Op 26 april 2016 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige prostituee. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. I.T.H.L. van de Bergh, was niet aanwezig tijdens de zitting op 13 april 2016, waar de zaak inhoudelijk werd behandeld. De tenlastelegging hield in dat de verdachte meermalen tegen betaling seksuele handelingen had verricht met een persoon die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet die van achttien jaren had bereikt. De rechtbank oordeelde dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen was, waarbij de verdachte zich schuldig had gemaakt aan ontucht met de minderjarige.

De rechtbank overwoog dat de verdachte in de periode van 29 september 2014 tot en met 14 oktober 2014 in Valkenburg meermalen ontucht had gepleegd met het slachtoffer, dat zich beschikbaar stelde voor seksuele handelingen tegen betaling. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat de verdachte niet bewust op zoek was naar een minderjarige, maar dat hij had gereageerd op een advertentie waarin de leeftijd van het slachtoffer als 18 jaar werd vermeld. Dit werd meegewogen bij de bepaling van de straf.

De officier van justitie had een gevangenisstraf van acht maanden geëist, waarvan vier maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf te zwaar zou zijn. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één dag en een taakstraf van 180 uur. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer, maar hield ook rekening met de omstandigheden van de verdachte, zoals zijn blanco strafblad en het lage recidiverisico.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/866073-15
Tegenspraak (gemachtigde raadsman)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 26 april 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] ,
wonende te [adres 1]
De verdachte wordt bijgestaan door mr. I.T.H.L. van de Bergh, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 13 april 2016. De verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman. De officieren van justitie en de raadsman hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat een persoon meermalen tegen betaling seksuele handelingen heeft verricht met verdachte terwijl die persoon de leeftijd van zestien jaren maar nog niet die van achttien jaren had bereikt.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie achten het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman refereert zich voor wat betreft de bewezenverklaring aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Inleiding
In het kader van de vermissing van [slachtoffer] , geboren op [geboortegegevens slachtoffer] werd verbalisant [naam] op 14 oktober 2014 tweemaal telefonisch benaderd door [vader slachtoffer] , de vader van [slachtoffer] . In het tweede gesprek deelde de vader mede dat zijn dochter mogelijk in hotel [locatie] of Hotel [locatie] te Valkenburg zou verblijven en dat er foto’s van haar op een internetsite stonden genaamd Kinky.nl. Kinky.nl is een site waar prostitutiediensten worden aangeboden.
Verbalisant [naam] bezocht de site Kinky.nl en trof foto’s aan van een vrouwelijk persoon die adverteerde onder de naam “ [slachtoffer] . De vader van [slachtoffer] bevestigde dat op deze foto’s inderdaad zijn dochter te zien was.
Redengevende feiten en omstandigheden
Op 14 oktober 2014 observeert een observatieteam het appartementencomplex behorende bij het hotel [locatie] ” te Valkenburg aan de Geul. Zij zien dat een jongeman, die wordt herkend als [betrokkene] op verschillende tijdstippen verschillende mannen de toegang biedt via de algemene toegangsdeur van het appartementencomplex. Een observant ziet dat op de derde verdieping van het complex een blonde jonge vrouw even door een raam kijkt. Hij herkent haar als [slachtoffer] . [2] Op 14 oktober 2014 wordt [betrokkene] in de badkamer van het appartement aangehouden. In de wasbak van het appartement ligt een witte Iphone 4. [slachtoffer] (geboren op [geboortegegevens slachtoffer] ) [3] en een andere man worden tevens in hetzelfde appartement aangehouden. [4] [slachtoffer] verklaart dat ze gemiddeld 4 à 5 klanten per dag heeft gehad. [5] Zij verklaart verder dat de witte I-phone haar werktelefoon was. [6] De inbeslaggenomen werktelefoon wordt door de politie onderzocht. In de telefoon zijn meerdere telefoonnummers opgeslagen. Uit een CIOT bevraging [7] blijkt dat een van de telefoonnummers op naam te zijn gesteld van verdachte. Verdachte bevestigt tijdens zijn verhoor bij de politie dat het telefoonnummer zijn telefoonnummer betreft. [8] Uit het onderzoek naar het nummer van verdachte wordt opgemaakt dat zowel op 30 september 2014 als op 8 oktober 2014 het nummer van verdachte binnenkomt op een zendmast welke direct valt onder de locatie van hotel / appartementencomplex [locatie] te Valkenburg respectievelijk onder de locatie Hotel [locatie] te Valkenburg. [9]
Verdachte heeft verklaard [10] kort zakelijk weergegeven:
Ik ben de eerste keer naar hotel [locatie] gegaan. Een jongen deed de deur van het appartementencomplex open. Ik heb aan die jongen € 50 of € 100 betaald. Het meisje was in de kamer aanwezig. Ik deed mijn kleding uit en zij deed dat ook. Wij hebben elkaar gestreeld. Ik heb alleen aan haar lichaam en haar borsten gevoeld. Toen heeft zij mij afgetrokken. De tweede keer ben ik in een kamer van Hotel 2000 geweest. Ik moest sms’n als ik er was. De jongen maakte de deur open en ik betaalde weer aan hem, € 50 of € 100. Ik en het meisje waren in die kamer. Zij heeft mij afgetrokken, gemasseerd en gestreeld. Ik heb haar aan haar borsten gevoeld.
Conclusie
De rechtbank acht gelet op de bewijsmiddelen het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen op de wijze als vermeld onder 3.4.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
in de periode van 29 september 2014 tot en met 14 oktober 2014 te Valkenburg, gemeente Valkenburg aan de Geul, meermalen ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] , geboren op [geboortegegevens slachtoffer] die zich beschikbaar stelde tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt, bestaande die ontucht (telkens) uit
- het aanraken en betasten en voelen van de borsten van die [slachtoffer] en
- het doen aanraken van en doen wrijven over en doen trekken aan zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] .
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
ontucht plegen met iemand die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien maar nog niet van achttien jaren heeft bereikt, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van 3 jaren. De officier van justitie heeft hiertoe gewezen op de impact van jeugdprostitutie voor het individuele slachtoffer en de massaliteit van dit verschijnsel. Uit informatie van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Misbruik tegen Kinderen blijkt er in 2014 sprake van 300 mogelijke slachtoffers van jeugdprostitutie met de Nederlandse nationaliteit. Op 1 juni 2015 is een Richtlijn van Strafvordering art 248b SR in werking getreden, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen 2 categorieën. Categorie 1 betreft ontucht zonder seksueel binnendringen van het lichaam, categorie 2 ontucht met seksueel binnendringen van het lichaam. Voor categorie 1 geldt een bandbreedte van 1 tot 6 maanden gevangenisstraf; voor categorie 2 van 6 tot 15 maanden gevangenisstraf.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat het opleggen van een taakstraf in combinatie met een gevangenisstraf voor de duur van één dag een passende sanctie vormt. Het opleggen van een dergelijke straf is niet in strijd met de letter, noch met de geest van de wet.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte maakt deel uit van de groep jeugdprostitutieklanten die terecht staat in de zogenaamde ‘Valkenburgse zedenzaak’. De rechtbank realiseert zich dat dit een grote impact heeft op de levens van àlle betrokkenen. In de eerste en voornaamste plaats op dat van het minderjarige slachtoffer en haar naasten. Dat verwoordt zij ook in haar slachtofferverklaring. Daarnaast heeft de zaak van begin af aan kunnen rekenen op bijzonder veel publiciteit. De rechtbank kan zich voorstellen dat dit ook belastend is voor de verdachten en hun directe omgeving, althans voor zover die door verdachten op de hoogte is gebracht.
Het hebben van seks met een minderjarige prostituee is strafbaar gesteld in artikel 248b van het Wetboek van Strafrecht. Hierin staat de bescherming van minderjarigen centraal. Zij moeten kunnen opgroeien in een omgeving waar zij zich veilig kunnen ontwikkelen, ook op seksueel gebied. Gezien hun jeugdige leeftijd kan van hen niet worden verwacht dat zij zelf voldoende in staat zijn hun seksuele integriteit te bewaken en de draagwijdte van hun gedrag in dit opzicht te overzien.
Jeugdprostitutie is een ernstig zedendelict. De grote hoeveelheid mannen (enkele tientallen) die in een relatief korte periode van tien dagen in een hotelkamer tegen betaling seks hadden met een meisje van 16 jaar heeft de maatschappij extra geschokt. De rechtbank benadrukt in dit verband echter dat zij bij het bepalen van de straf bij iedere verdachte afzonderlijk moet beoordelen welk verwijt hem individueel kan worden gemaakt.
De rechtbank heeft bewezenverklaard dat verdachte zich meermalen schuldig heeft gemaakt aan het gebruik maken van de diensten van een minderjarige prostituee. De verdachte heeft door zijn handelen de lichamelijke integriteit en de psychische staat van de minderjarige in ernstige mate geschonden en bijgedragen aan het in stand houden van jeugdprostitutie.
Voor jeugdprostitutie is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf het uitgangspunt. De rechtbank vindt die in elk geval op haar plaats als de verdachte bewust ontucht met een minderjarige wilde plegen. De rechtbank houdt er echter rekening mee dat uit het strafdossier niet kan worden afgeleid dat verdachte bewust op zoek was naar een seksafspraak met een meisje dat jonger was dan 18 jaar. Hij reageerde op een advertentie op een website (Seksjobs) waar bij het profiel van het meisje de leeftijd van 18 jaar stond vermeld. Hij vertrouwde volgens zijn verklaring daarop en is van die leeftijd uitgegaan. Door na te laten zich daarvan te vergewissen is verdachte meermalen terechtgekomen bij het minderjarige slachtoffer en daarvoor draagt hij verantwoordelijkheid. Zonder ook maar iets af te doen aan de ernst van het strafbare feit en de gevolgen voor het slachtoffer, is het verwijt dat deze verdachte kan worden gemaakt minder groot dan in het geval dat iemand wel bewust op zoek is gegaan naar een minderjarige of wist dat zij minderjarig was. Daarnaast weegt de rechtbank mee dat dat verdachte het feit heeft bekend, een blanco strafblad heeft en dat de reclassering het recidiverisico inschat als laag.
Gelet op deze omstandigheden acht de rechtbank anders dan de officier van justitie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een te zware strafmodaliteit. De rechtbank is in overeenstemming met uitspraken in vergelijkbare zaken van oordeel dat een taakstraf al dan niet in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf het meest passend is. Op grond van het bepaalde in artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht is deze strafmodaliteit voor jeugdprostitutie echter niet meer mogelijk. Artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht sluit immers uit dat de rechtbank (onder meer) voor dit feit kan volstaan met het opleggen van een enkele taakstraf. Daarom zal de rechtbank kiezen voor een in haar ogen minder bevredigende oplossing, namelijk een gevangenisstraf voor de duur van één dag in combinatie met een taakstraf. Tegen een dergelijk gecombineerde straf verzet artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht zich niet.
Dit alles brengt mee dat de rechtbank een gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van één dag in combinatie met een taakstraf van 180 uur.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 57 en 248b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt de verdachte voor het feit tot
een gevangenisstraf van 1 dag;
  • veroordeelt de verdachte voor het feit tot een taakstraf voor de duur van
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.M. Goessen, voorzitter, mr. J. Wöretshofer en
mr. L. Feuth, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.J.M. Penders, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van
26 april 2016.
Buiten staat
Mr. L. Feuth is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 29 september 2014 tot en met 14 oktober 2014 te Valkenburg, gemeente Valkenburg aan de Geul, meermalen althans eenmaal (telkens)
ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] , geboren op [geboortegegevens slachtoffer] die zich beschikbaar stelde tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt, bestaande die ontucht (telkens) uit
- het aanraken en/of betasten en/of voelen van de borsten en/of de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het doen aanraken van en/of doen wrijven over en/of doen trekken aan zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes, vinger(s) en/of penis in de vagina en/of de anus van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] .
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/866073-15
Proces-verbaal van de openbare zitting van 26 april 2016 in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] ,
wonende te [adres 1]
Raadsman is mr. I.T.H.L. van de Bergh, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
, griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zittingzaal aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de rechter en de griffier.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van Politie Eenheid Limburg, proces-verbaalnummer 2014119064, gesloten d.d. 24 mei 2015, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 335.
2.Proces-verbaal van observatie d.d. 16 oktober 2014, doorgenummerde dossierpagina's 31 t/m 33.
3.Proces-verbaal van het informatief gesprek mensenhandel d.d. 14 oktober 2014, doorgenummerde dossierpagina 35 (verificatie personalia).
4.Proces-verbaal van bevindingen betreden [adres 2] d.d. 15 oktober 2015, doorgenummerde dossierpagina's 71 en 72.
5.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] d.d. 11 maart 2015, doorgenummerde dossierpagina 65.
6.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] d.d. 4 december 2014, doorgenummerde dossierpagina 51.
7.Proces-verbaal van bevindingen artikel 27 WvSv verdenking [verdachte] d.d. 12 januari 2015, doorgenummerde dossierpagina 317.
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 10 februari 2015, doorgenummerde dossierpagina 327.
9.Proces-verbaal van bevindingen artikel 27 WvSv verdenking [verdachte] d.d. 12 januari 2015, doorgenummerde dossierpagina’s 314 tot en met 317.
10.(Aanvullend) proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 augustus 2015, pagina's 3, 4 en 5.