ECLI:NL:RBLIM:2016:3429
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en voorlopige voorzieningen met betrekking tot minderjarige en partnerbijdrage
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 12 april 2016 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man. De vrouw heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken, stellende dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw geen ouderschapsplan heeft overgelegd, maar dat zij voldoende heeft gemotiveerd dat dit op dat moment redelijkerwijs niet mogelijk was vanwege de moeilijke communicatie met de man en eerdere incidenten van mishandeling. De rechtbank heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen, aangezien de man geen verweer heeft gevoerd.
Daarnaast heeft de vrouw verzocht om de hoofdverblijfplaats van hun minderjarige kind bij haar te bepalen, wat de rechtbank eveneens heeft toegewezen. De vrouw heeft ook verzocht om het huurrecht van de echtelijke woning en het voortgezet gebruik van de inboedel, wat deels is toegewezen. De rechtbank heeft de man verplicht om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige te betalen, maar heeft het verzoek van de vrouw om een partnerbijdrage afgewezen wegens gebrek aan draagkracht van de man. Tot slot heeft de rechtbank de verdeling van de huwelijksgemeenschap aan een notaris opgedragen.
De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen drie maanden na de uitspraak.