3.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Verbalisant [naam verbalisant 1]relateerde op 28 juni 2015 - zakelijk weergegeven - onder meer als volgt:
“Op zondag 14 juni 2015 omstreeks 20.30 uur hoorde ik de melding dat er op [pleegplaats] een explosie in een flatwoning zou zijn geweest. Ter plaatse zag ik dat op de begane grond van het flatgebouw de vlammen uit een appartement kwamen en omhoog sloegen naar woningen boven dit appartement. Ik zag dat er dikke donkere rookwolken omhoog stegen. Ik zag dat de gehele pui van de beschadigde woning op de begane grond op het parkeerterrein lag. Volgens het GBA is op het adres [pleegplaats] ingeschreven: [verdachte] . De bewoners van de panden gelegen boven het pand [pleegplaats] werden elders ondergebracht. Dit betreft de woningen met de nummers 38, 70, 102, 134 en 166”.
Verbalisant [naam verbalisant 2]relateerde op 22 juni 2015 - zakelijk weergegeven - onder meer als volgt:
“Op 14 juni 2015 omstreeks 20.30 uur ontving ik de melding om met spoed te gaan naar [pleegplaats] alwaar een explosie in een flatwoning zou zijn geweest. Ter plaatse zag ik dat vlammen uit een appartement op de begane grond kwamen. Ik zag dat de vlammen het aldaar boven gelegen appartement bereikten. Ik zag dat er een dikke rookwolk omhoog steeg. Ik zag dat voor het brandende appartement verschillende personenauto’s stonden geparkeerd in de desbetreffende parkeerhavens. Ik schatte de afstand tussen het brandende appartement en de geparkeerde personenauto’s op ongeveer 7 à 10 meter. Ik stapte uit het dienstvoertuig. Op dat moment zag en hoorde ik dat er een ontploffing was in het brandende appartement. Ik hoorde een harde knal en zag dat de vlammen komende vanuit het brandende appartement verder oplaaiden. Ik zag dat aan de achterzijde van de flat, nabij het brandende appartement, een man op de grond lag. Ik zag dat de man ernstige brandwonden had. Verder zag ik dat de vlammen nog uit het appartement [pleegplaats] kwamen. Ik zag dat de gehele pui uit het appartement [pleegplaats] was. Ik zag dat deze pui op de parkeerplaats lag. Tevens zag ik dat de deur met kozijn ook geheel uit de woning was. Ik hoorde dat de gewonde man zei dat hij de bewoner van het brandende pand was. Er werd een lint gespannen om het aanwezige publiek op afstand te houden”.
Verbalisanten [namen verbalisanten]relateerden op 27 juli 2015 - zakelijk weergegeven - onder meer als volgt:
“Op 15 juni 2015, hebben wij, verbalisanten, als forensische onderzoekers, een onderzoek ingesteld naar aanleiding van een brand en een explosie op 14 juni 2015, omstreeks 20:29 uur, in een appartementwoning gelegen aan de [pleegplaats] De brandweer bluste het vuur en de bewoners van aangrenzende appartementen werden geëvacueerd. Het appartement was verhuurd aan [verdachte] , geboren op [geboortegegevens verdachte] . Deze persoon was zwaargewond geraakt door de explosie en overgebracht naar het brandwondencentrum in Beverwijk.
(…)
Het appartementencomplex ligt in [pleegplaats] , binnen de bebouwde kom van de gemeente Venlo. Deze straat is uitsluitend bebouwd met woningen. Het appartementencomplex bestond uit 6 woonlagen van ieder 16 appartementen. Het appartement [pleegplaats] bevond zich op de eerste woonlaag.
(…)
Appartement [pleegplaats] en omringende appartementen hadden flinke brand- en rookschade opgelopen. Alle ramen en deuren in de voor- en achtergevel van [pleegplaats] waren uit het appartement weggeslagen. Ook was er schade aan de geparkeerde voertuigen.
(…)
Wij hebben de hal van het appartement betreden en zagen dat de muur tussen de hal en de keuken was weggedrukt richting de keuken. Vanuit de deuropening gezien stond rechtsachter in de hoek een gasfornuis. De ovendeur van dit gasfornuis was geheel geopend. Wij zagen dat de bedieningskranen van het gasfornuis allen in dezelfde stand stonden. Op het aanrechtblad in de keuken zagen wij een verstelbare moersleutel liggen. Wij zagen dat de aansluitslang van het gasfornuis niet op het gasfornuis was aangesloten. Wij zagen dat de aansluitkraan in geopende stand stond. Wij hebben het gasfornuis van de muur weggetrokken en zagen de fornuisslang achter het fornuis op de voer liggen. Aan een zijde van de fornuisslang is het aansluitstuk met wartel nog intact. Aan de andere zijde is de slang versmolten. De door ons aangetroffen verstelbare moersleutel paste qua afgestelde maat op de wartel van het aansluitstuk van deze fornuisslang.
(…)
Samenvatting/conclusie
In de flatwoning [pleegplaats] te Venlo ontstond brand en vond een explosie plaats. Uit onderzoek kwam vast te staan dat dit een gasexplosie betrof. Vast kwam te staan dat in de keuken uitstroom van aardgas was geweest. Op enig moment ontstond een explosief mengsel dat werd ontstoken. Vast kwam te staan dat de muur tussen de gang en de keuken naar binnen was gedrukt, dat wil zeggen in de richting van de keuken. Hieruit leidden wij af dat het gasmengsel vanuit de keuken naar de gang en de rest van de woning was gestroomd. Het gasmengsel is naar onze mening buiten de keuken ontstoken.
Een defect in de gasinstallatie is niet vastgesteld. Uit onderzoek in de keuken kwam vast te staan dat het uitstromen van het gas opzettelijk is veroorzaakt. Dit wordt bevestigd door de afgekoppelde aansluitslang van het gasfornuis, de geopende gaskraan en de aangetroffen verstelbare schroefsleutel. De gasslang was gedeeltelijk weggebrand. Het gedeelte dat oorspronkelijk op het fornuis hoorde lag op de grond en was nog intact. Zeer waarschijnlijk is met de aangetroffen verstelbare moersleutel de gasslang van het fornuis afgekoppeld. In de gegeven situatie stroomde ongeveer 10 m3 gas per uur uit de gasslang. Deze hoeveelheid gas zal op enig moment een explosief mengsel veroorzaken. Om het explosieve mengsel te ontsteken is een minimale ontstekingsbron voldoende.
Gelet op de bouwwijze van het pand is bij de explosie en de daaropvolgende brand ernstig gevaar geweest voor uitbreiding. Hier is sprake geweest van gemeen gevaar voor goederen.
Gelet op de aanwezigheid van personen in het appartementencomplex is hier sprake geweest van levensgevaar voor personen”.
Verbalisanten [namen verbalisanten]relateerden aanvullend op 3 september 2015 - zakelijk weergegeven - onder meer als volgt:
“Bij het sporenonderzoek kwam vast te staan dat in de keuken de gastoevoer aan de achterzijde van het gasfornuis opzettelijk was losgekoppeld. De gaskraan stond open. In
deze situatie kon 10 m3 gas per uur uitstromen. Er ontstond een explosief mengsel dat op enig moment ontstak.
(…)
Een minimale ontsteking is voldoende om het explosief mengsel te doen ontploffen. De gasexplosie gaat gepaard met een luide knal. Er vindt in korte tijd, soms een fractie van een seconde, een enorme volume toename plaats met een verwoestende kracht.
(…)
Bij de woning [pleegplaats] te Venlo werd geen defect in de installatie aangetoond. Indien er gas uitstroomt in een woning, kan een explosief mengsel ontstaan. In de keuken werd een vierpits gasfornuis aangetroffen. Resumerend kan worden gesteld dat het zeer moeilijk is in een woning een explosief mengsel te creëren door het opendraaien van de gaspitten van een fornuis, zonder alle ventilatie uit te schakelen en alle openingen en kieren te dichten. Indien een gasleiding of een gastoevoer naar een toestel wordt afgekoppeld en de daaraan verbonden gaskraan open staat, stroomt er tot 10 m3 gas uit per uur. In dat geval zal zich bij het plafond snel een dikke laag gas verzamelen die met name aan de onderzijde explosief is. Binnen enkele minuten tot een uur kan deze laag ontsteken”.
[getuige 1], woonachtig op het adres [adres getuige 1] , verklaarde op 18 juni 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
“Op het tijdstip van de ontploffing was ik op het balkon van onze woning. Ik stond op het balkon en hoorde een harde, doffe knal. Ongeveer gelijktijdig zag ik glas en plastic door de lucht vliegen. Het gebeurde in een fractie van een seconde. Ik schreeuwde tegen mijn vrouw en dochter dat we snel weg moesten. Ik wilde zo snel mogelijk vluchten. Ik voelde mijn balkon trillen. Ik was in shock. Ik wist alleen dat wij snel uit onze woning moesten. Ik was bang voor mij, mijn vrouw en dochter. Ik nam mijn vrouw en dochter mee naar buiten. Toen ik buiten kwam zag ik dat de auto’s die voor de flat geparkeerd stonden bezaaid waren met glas, plastic en deuren. Ook zag ik een man op de stoep liggen. Ik zag aan zijn gezicht dat het de man was die onder ons woonde. Wij wonen op de tweede verdieping, direct boven de woning waar de ontploffing was. Eigenlijk is alles vernield. De gehele woon- en slaapkamer zijn verbrand”.
[getuige 2], woonachtig op het adres [adres getuige 2] , verklaarde op 17 juni 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
“Toen het gebeurde was ik thuis. Ik hoorde een harde knal. Ik ben naar het balkon gelopen. Ik zag allemaal glas op de grond liggen. Ik zag dat de ramen van beneden buiten lagen. Ik ben naar buiten gelopen en heb naar beneden gekeken. Ik zag beneden iemand op de grond liggen. Hij is de bewoner die onder mij woont. Ik ben vervolgens naar beneden gelopen. Ik woon op de derde verdieping in dezelfde kolom. De ramen en kozijnen van de woonkamer zijn kapot. Verder zijn het plafond en de muren zwart. Op het moment van de ontploffing zat ik op de bank. Ik zat denk ik 1,5 meter van het raam af. Op dat moment schrok ik. Ik moest terugdenken aan vroeger, aan de oorlog in Irak die ik heb meegemaakt. Ik zag alles van toen weer voor mij en alles ging weer door mijn hoofd. Ik voelde de woning ook trillen”.
[getuige 3], woonachtig op het adres [adres getuige 3] , verklaarde op 17 juni 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
“Ik woon op de vierde etage. Op het moment van de ontploffing zat ik in de woonkamer samen met mijn twee kinderen. Ik hoorde een enorme doffe knal. Ik schrok van de knal. Ik ben via de voordeur de galerij opgelopen en keek over de reling richting de parkeerplaats. Ik zag op de straat een pui van een woning liggen. Ook lag er glas. Ik zag ook mensen op straat staan en hoorde dat deze riepen dat we naar beneden moesten komen. Ik ben snel met mijn kinderen naar beneden gegaan. Beneden zag ik een flinke ravage. Ik zag dat de ruiten van meerdere woningen stuk waren en zag overal glas liggen. Ook zag ik een man op de grond liggen. Ik zag dat het vuur uit de woning van het slachtoffer kwam en zich naar de boven die woning gelegen woningen verspreidde. Mijn woning heeft roet- en rookschade opgelopen. De ruit van de woonkamer is kapot gesprongen. De pui aan de achterzijde is verwrongen. Mijn woning is precies daarboven, drie etages boven die woning”.
[benadeelde partij / getuige 1], woonachtig op het adres [adres benadeelde partij / getuige 1] , verklaarde op 18 juni 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
“Ten tijde van de explosie legde ik mijn dochtertje op bed. Ik heb een hele harde knal gehoord. Ik zag een heleboel grijze rook. Ik keek naar buiten en zag dat de pui van een appartement eruit lag. De pui lag op het gras. Hierop heb ik mijn dochter gepakt en ben ik met mijn hond de galerij opgerend. Ik zag dat de pui aan de achterzijde ook weggeslagen was. Ik zag ook een persoon liggen. Ik heb heel veel rook- en roetschade door het hele appartement. De pui aan de straatzijde is ontzet, alsmede mijn voordeur aan de galerijzijde. Er zijn ook verschillende ramen gebarsten”.
[getuige 4], woonachtig op het adres [adres getuige 4] , verklaarde op 16 juni 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
“Op 14 juni 2015 omstreeks 20.30 uur vond er een explosie plaats in een appartement aan [pleegplaats] . Voor dit appartement had ik mijn personenauto geparkeerd. Ten gevolge van deze ontploffing heb ik schade aan mijn personenauto opgelopen”.
[getuige 4]verklaarde vervolgens op 18 juni 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
“Ik was in de woonkamer. Ik heb een harde klap gehoord. Ik heb hierop naar beneden gekeken via het balkon. Ik zag dat de pui, aan de straatzijde, op het grasveldje lag. Ik heb toen meteen mijn vriendin geroepen en ben samen met haar gevlucht. Op het moment van de ontploffing voelde ik angst. Mijn woning is helemaal bovenaan de flat, op de zesde verdieping, recht boven het appartement welke ontploft is. Het raam aan de straatzijde is kapot. Verder heeft de hele woning rook- en roetschade”.
[getuige 5], woonachtig op het adres [adres getuige 5] , verklaarde op 16 juni 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
“Mijn woning is gelegen op de begane grond. Ik zat op de bank in de woonkamer. Ik hoorde een harde knal en glasgerinkel. Ik dacht in eerste instantie dat een vliegtuig was neergestort. Ik voelde een trilling door de woning gaan. Ik sprong van schrik in de lucht en ging kijken waar het glasgerinkel vandaan kwam. Ik keek naar buiten en zag op straat een voordeur liggen. Ook zag ik overal glasscherven liggen. Verder zag ik mijn buurman [verdachte] voor mijn woning op de grond liggen. Ik hoorde een tweede knal vanuit zijn woning. Direct daarna zag ik vlammen uit de woning van [verdachte] komen. De deur en het raam van mijn keuken zijn beschadigd. De keuken had roetschade. Mijn woning en de woning van [verdachte] liggen naast elkaar”.
[getuige 6], woonachtig op het adres [adres getuige 6] , verklaarde op 15 juni 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
“Ik zat in de woonkamer. Ik hoorde een keiharde knal. Daarna heb ik de voordeur open gedaan. Ik zag de buurman half over de trapleuning hing. Alles lag eruit. De sponningen, de deuren, alles is eruit gesprongen. Toen zei iemand dat ik eruit moest komen omdat er brand was.”
[getuige 7], woonachtig op het adres [adres getuige 7] , verklaarde op 15 juni 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
“Onze woning ligt op de eerste verdieping van het flatgebouw. De explosie heeft zich voorgedaan in de woning van [pleegplaats] . Deze woning ligt links onder mijn woning. Wij waren thuis. We hoorden plotseling een flinke klap. Instinctief zijn we beiden op de grond gaan liggen. Ik voelde een flinke schok door het pand gaan. Na de knal roken we brand en zijn we snel naar buiten gegaan. Ik zag dat voor de woning [pleegplaats] een man op de stoep lag. In de tussentijd heeft zich nog een tweede ontploffing voorgedaan. Ten gevolge van de ontploffing heeft onze woning roet- en rookschade opgelopen. Ook zijn er veel scheuren zichtbaar die ontstaan zijn ten gevolge van de ontploffing”.
[getuige 8], woonachtig op het adres [adres getuige 8] , verklaarde op 15 juni 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
“Ik woon op de zesde verdieping. Op 14 juni 2015 omstreeks 20.30 uur hoorde ik een flinke knal. Ik keek door het raam naar beneden. Ik zag op dat moment nog TL lampen door de lucht vliegen. Ik keek vervolgens over de balustrade aan de achterzijde naar beneden en ik zag een raampui op de straat liggen. Je kon de druk van de knal goed voelen. Ik ben vervolgens naar beneden gerend. Ik ben naar de man gelopen die daar op de grond lag. Vervolgens zag ik dat het in de ontplofte woning begon te branden. Ik heb de hond uit mijn woning gehaald en ben weer naar beneden gegaan. Mijn personenauto stond geparkeerd voor de ontplofte woning. Door de ontploffing is mijn auto beschadigd. Daarnaast heeft mijn woning roet- en rookschade opgelopen ten gevolge van de ontploffing”.
[benadeelde partij / getuige 2], woonachtig op het adres [adres benadeelde partij / getuige 2] , verklaarde op 16 juni 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
“Op zondag 14 juni 2015 omstreeks 20.15 uur was ik samen met mijn man en mijn zoon thuis. Ik parkeerde de auto in de parkeerhaven achter het appartementencomplex ter hoogte van appartement [pleegplaats] . Vervolgens gingen we naar onze woning. Omstreeks 20.30 uur hoorden wij een luide knal. Wij zagen dat de gehele gevel van de woning van [pleegplaats] aan de voor- en achterzijde over de straat lag. Vervolgens hebben wij snel onze woning verlaten. Als gevolg van de ontploffing is mijn auto beschadigd. Vermoedelijk is er een gedeelte van de pui afkomstig van de woning [pleegplaats] op mijn op mijn auto beland. Een gedeelte van de pui lag achter mijn auto”.
[benadeelde partij / getuige 3], woonachtig op het adres [adres benadeelde partij / getuige 3] , verklaarde op 25 juni 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
“Op zondag 14 juni 2015 omstreeks 20.30 uur vond er een explosie plaats in een appartement aan [pleegplaats] . Voor dit appartement had ik mijn personenauto geparkeerd. Ten gevolge van deze ontploffing heb ik schade aan mijn personenauto opgelopen”.
[getuige 9]verklaarde op 19 juni 2015 - zakelijk weergegeven - als volgt:
“Afgelopen zondagavond omstreeks 20.30 uur liep ik met mijn dochter en hond te wandelen. Ik liep tussen de flat van [pleegplaats] en de flat van [straatnaam] . Opeens hoorde ik een gigantisch harde knal voor mij. Van die knal ben ik zeker 5 minuten doof geweest. Ik keek naar voren en tegelijkertijd met de knal zag ik van alles door de lucht vliegen. Ik zag ook dat een persoon door de lucht vloog. De knal kwam uit een van de onderste woningen van de flat aan [pleegplaats] . Ik hoorde mensen gillen en schreeuwen. Er was echt paniek. Ik zag na de klap brand uit de woning waar de knal was”.
Verdachteverklaarde op 13 juli 2015 - zakelijk weergegeven - onder meer als volgt:
“Ik wilde op 14 juni 2015 een einde maken aan mijn leven. Ik had 30 slaaptabletten en ongeveer 27 kalmeringstabletten gepakt. (…) Ik heb toen de slaaptabletten geslikt. Het plan was om in de keuken te gaan liggen en dan daar het gas open te draaien. (…) Ik wilde geen explosie veroorzaken, daarom heb ik de koelkast uit de keuken weggehaald en ergens anders neergezet. (….) Toen ik haar daarna probeerde te bellen ging het poef”.
Verdachteverklaarde vervolgens op 14 juli 2015 - zakelijk weergegeven - onder meer als volgt:
“Ik wilde zelfmoord plegen. Ik zat in het nauw en was moe. Ik kon geen kant op”.
Uit het forensisch onderzoek is gebleken dat de gastoevoer aan de achterzijde van het gasfornuis opzettelijk was losgekoppeld en dat de gaskraan openstond. Verder stonden de bedieningskranen van het gasfornuis allen in dezelfde (uit)stand en werd een defect in de gasinstallatie niet vastgesteld. Verdachte heeft in afwijking van deze bevindingen verklaard dat hij slechts één gaspit heeft opengezet. De rechtbank heeft geen inzicht gekregen waarom verdachte in strijd met de technische bevindingen heeft verklaard. Wellicht dat dit te verklaren is door de desolate toestand waarin hij verkeerde ten tijde van het tenlastegelegde en de vele tabletten die hij had ingenomen. De rechtbank gaat bij de beoordeling van de zaak uit van de bevindingen van het forensisch onderzoek.
Op basis van het voorgaande kan worden vastgesteld dat verdachte een grote hoeveelheid gas heeft laten stromen in zijn woning aan de [pleegplaats] te Venlo. Uit het onderzoek in de woning blijkt dat hij de gasslang heeft losgekoppeld en de gaskraan heeft opengedraaid. Hierdoor stroomde het gas in de woning met een hoeveelheid van ongeveer 10 m3 per uur. Door gasophoping is een explosief mengsel ontstaan dat uiteindelijk tot ontploffing is gekomen.
De vraag is of verdachte het gas zelf ontstoken heeft. Hijzelf ontkent dat en zegt dat het zijn bedoeling was om zelfmoord te plegen door vergassing. Hij veronderstelt dat het gas tot ontploffing is gekomen toen hij de telefoon pakte en heeft aangezet om zijn vriendin te bellen. Het technisch onderzoek lijkt evenwel uit te wijzen dat de brand in de kamer is ontstaan vóórdat het gas tot ontploffing kwam. Dit zou erop duiden dat verdachte, die immers als enige in de woning was, die brand heeft aangestoken. De gang van zaken daaromtrent is echter niet zodanig duidelijk geworden dat dit rechtens kan worden aangenomen. De rechtbank zal daarom in haar beoordeling ervan uitgaan dat verdachte de brand niet (willens en wetens) zelf heeft aangestoken.
Naar het oordeel van de rechtbank is het een feit van algemene bekendheid dat een gasmengsel in een hoge concentratie door een willekeurige vlam of vonk zeer gemakkelijk tot een ontploffing kan leiden. Noch uit het dossier, noch uit de onderzoeken naar de geestvermogens van de verdachte is gebleken dat het verstandelijk vermogen van de verdachte op het moment van het tenlastegelegde feit dusdanig beperkt was dat hij geen enkel inzicht in zijn eigen handelen had. Dit klemt temeer nu verdachte heeft verklaard dat hij geen explosie wilde veroorzaken en daarom de koelkast uit de keuken heeft weggehaald en ergens anders heeft neergezet. Verdachte had derhalve wetenschap van de aanmerkelijke kans dat door het laten uitstromen van gas een ontploffing zou kunnen ontstaan. Verdachte wist ook dat er aangrenzende woningen waren waarin zich (mogelijk) bewoners bevonden. De rechtbank is van oordeel dat verdachte door de gaskraan open te draaien en open te laten staan bewust de aanmerkelijke kan heeft aanvaard dat in zijn appartement een ontploffing zou kunnen ontstaan. Daardoor is gevaar voor goederen en levensgevaar voor personen ontstaan. Dat het de bedoeling van verdachte was om op deze wijze zichzelf van het leven te beroven en hij wellicht de gevolgen van zijn handelen (mogelijk) niet volledig heeft overzien, doet daar niet aan af.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank, anders dan de verdediging, van oordeel dat verdachte opzettelijk (in de zin van voorwaardelijk opzet) een ontploffing heeft teweeg gebracht door de gasslang van het fornuis los te koppelen en de gaskraan open te zetten. De rechtbank acht het tenlastegelegde dan ook bewezen.