Draagkracht vrouw
Op grond van de door de vrouw overgelegde jaaropgaven becijfert de rechtbank het gemiddelde netto inkomen van de vrouw op (8.414 + 844 + 1.410 = 10.668 : 12 =) € 889,- per maand.
De man heeft ter zitting gesteld dat de vrouw een pedicuresalon aan huis heeft, maar dat de vrouw hier geen stukken van heeft overgelegd. Hierop heeft de vrouw aangegeven dat zij geen salon aan huis heeft, maar wel werkt als pedicure waarmee zij € 500,- per jaar verdient. Nu de vrouw voorts heeft gesteld dat zij niet meer kan werken als pedicure naast de twee banen die zij heeft, en de man geen standpunt heeft ingenomen over de hoogte van het inkomen van de vrouw uit haar pedicureactiviteiten, zal de rechtbank uitgaan van een inkomen van € 500,- per jaar, aldus € 42,- per maand.
Vervolgens dient het door de vrouw te ontvangen kindgebonden budget (KGB) bij het inkomen van de vrouw te worden opgeteld ingevolge de uitspraak van de Hoge Raad van
9 oktober 2015 (vindplaats: ECLI:NL:HR:2015: 3011). De rechtbank stelt evenwel vast dat de vrouw geen stukken betreffende het KGB heeft overgelegd. Bij die stand van zaken zal de rechtbank ervan uitgaan dat zij, zeker voor wat betreft de periode dat [minderjarige 1] nog niet officieel haar hoofdverblijf bij de man had, een KGB heeft ontvangen van € 425,- per maand, zoals de man onbetwist heeft gesteld.
Het totale netto besteedbaar inkomen (NBI) van de vrouw kan daarmee gesteld worden op
€ 1.356,- per maand, zodat haar draagkracht conform de draagkrachttabel (2015) bepaald kan worden op een bedrag van € 92,- per maand.