In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert de Belgische vennootschap Indra Infra Producten BVBA van de Nederlandse vennootschap Jura B.V. om rekening en verantwoording af te leggen over de opbrengsten en kosten van een gezamenlijk project. De procedure startte met een dagvaarding op 21 januari 2016, gevolgd door een mondelinge behandeling op 1 februari 2016. De voorzieningenrechter heeft in zijn mondelinge vonnis aangegeven zich onbevoegd te verklaren om kennis te nemen van de vordering van Indra, omdat volgens het forumkeuzebeding in de overeenkomst tussen partijen, de Antwerpse gerechten bevoegd zijn. Dit forumkeuzebeding is vastgelegd in een advocatenakte van 15 juni 2015, waarin is bepaald dat alle geschillen uitsluitend voor de Antwerpse hoven en rechtbanken beslecht dienen te worden. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen van Indra, die onder andere betrekking hebben op het afleggen van rekening en verantwoording, niet als voorlopige maatregelen kunnen worden gekwalificeerd. Indra wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die tot op heden zijn begroot op € 1.435,00. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.J. Henzen.