Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Eén van die verplichtingen van de werkgever is natuurlijk de loonbetalingsplicht, waartegenover de verplichting van de werknemer staat om (zich beschikbaar te stellen om) de bedongen arbeid te verrichten. D’r Sjlaagboom heeft in dit verband aangevoerd dat [eiseres] zich pas bij brief van haar gemachtigde van 7 januari 2016 beschikbaar heeft gesteld om de bedongen arbeid te verrichten. [eiseres] had [naam directeur] eerder aan zijn jas moeten trekken, maar dat heeft zij niet gedaan. Daarom komt volgens d’r Sjlaagboom het niet verrichten van de arbeid van 1 november 2015 tot 7 januari 2016 voor rekening van [eiseres] en heeft zij over deze periode geen recht op doorbetaling van het loon.
5 november 2015, om 09.06 uur, heeft [eiseres] aangegeven dat zij die dag om 11.00 uur wil komen werken en gevraagd of er dan iemand aanwezig is. Dit bericht vormt een voldoende duidelijke mededeling dat zij beschikbaar is om de bedongen arbeid te verrichten. Dat ( [naam bedrijfsleider] namens) d’r Sjlaagboom als voorwaarde om arbeid te komen verrichten heeft gesteld dat [eiseres] de vaststellingsovereenkomst met A Jenne Sjlaagboom ondertekende, vormt een oorzaak voor het niet verrichten van de arbeid die in redelijkheid voor risico van d’r Sjlaagboom als verkrijgende werkgever komt. Zij mocht die voorwaarde immers (zie 4.5.) niet stellen.
€ 975,35 bruto per maand) toewijsbaar is.
- exploot van dagvaarding: € 94,08
- salaris gemachtigde: €
600,00