Uitspraak
5.De rechtbank overweegt als volgt.
12.Het beroep is ongegrond.
13.Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2016.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 11 januari 2016 uitspraak gedaan over het beroep van eiser, een medewerker van het Academisch Ziekenhuis Maastricht, tegen een disciplinaire maatregel van onvoorwaardelijk strafontslag. Eiser had herhaaldelijk kisten met afvalmateriaal van het terrein van het ziekenhuis uitgevoerd zonder de vereiste uitvoerbewijzen en zonder toestemming van zijn leidinggevende. De rechtbank oordeelde dat eiser op de hoogte was van het verbod om afval zonder uitvoerbewijs uit te voeren, wat leidde tot de conclusie dat hij ernstig plichtsverzuim had gepleegd. De rechtbank verwierp het beroep van eiser, die betoogde dat de opgelegde maatregel onevenredig was en dat hij niet had gehandeld in strijd met de regels. De rechtbank stelde vast dat de disciplinaire maatregel niet onevenredig was in verhouding tot het plichtsverzuim van eiser, ondanks zijn langdurige dienstverband van 24 jaar. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken en de CAO Universitair Medische Centra, waarin plichtsverzuim wordt gedefinieerd. Eiser had geen blijk gegeven van inzicht in zijn handelen en zijn beroep op het gelijkheidsbeginsel werd verworpen, omdat zijn rol in de misstanden substantieel was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de disciplinaire maatregel.