ECLI:NL:RBLIM:2016:11649

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 januari 2016
Publicatiedatum
23 april 2018
Zaaknummer
C/03/203830 / HA ZA 15-157
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een dressuurpaard en bewijsvoering omtrent gebreken

In deze zaak heeft eiseres, een actieve paardensportster, een dressuurpaard gekocht op de Equine Elite veiling georganiseerd door Washington Events B.V. Eiseres heeft de verkoper, de voormalig eigenaar van het paard, aangesproken wegens ongeschiktheid van het paard voor dressuur op hoog niveau. De rechtbank heeft de vordering tegen de organisator van de veiling afgewezen, omdat deze niet als verkoper kan worden aangemerkt. De voormalig eigenaar kan niet als professionele partij worden beschouwd, waardoor er geen sprake is van consumentenkoop. Eiseres heeft niet binnen bekwame tijd geklaagd over stalgebreken, maar is wel toegelaten tot bewijsvoering over de stellingen dat het paard ten tijde van de veiling een transportgebrek of gedragsproblemen vertoonde, die de geschiktheid voor internationale concoursen in gevaar zouden hebben gebracht. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor bewijslevering door eiseres, waarbij zij moet aantonen dat het paard niet geschikt was voor deelname aan internationale concoursen op hoog niveau.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rolnummer: C/03/203830 / HA ZA 15-157
Vonnis van 13 januari 2016
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [gemeente woonplaats eiseres] ,
eiseres,
advocaat mr. M.A.R.C. Padberg,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WASHINGTON EVENTS B.V.,
gevestigd te Maarheeze,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats gedaagde sub 2] ,
gedaagden,
advocaat mr. S.A. Wensing.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding d.d. 23 februari 2015,
  • de conclusie van antwoord d.d. 6 mei 2015,
  • het proces-verbaal van comparitie van 25 augustus 2015, alsmede de ten behoeve daarvan op 10 augustus 2015 door [eiseres] en op 13 augustus 2015 en 21 augustus 2015 door de gedaagden overgelegde producties.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1
[eiseres] is actief in de paardensport. Haar echtgenoot is [naam echtgenoot eiseres] .
2.2
Washington Events exploiteert een evenementenbureau dat zich bezig houdt met de organisatie van de jaarlijks terugkerende Equine Elite veiling te Weert. Deze veiling behelst het aanbieden van vooraf geselecteerde veilingpaarden die gedurende een meerdaags evenement worden gepresenteerd en verkocht.
2.3
[gedaagde sub 2] heeft het - in 2001 geboren - paard “ [naam paard] ” - hierna: het paard - op de Equine Elite veiling van 2013 te koop aangeboden. Vóór de veiling was het paard enige tijd gestald bij Stal Korenbloem te Weert en werd toen bereden door [naam voormalige ruiter paard] , die door Washington Events als ruiter was ingeschakeld om te veilen paarden te berijden.
2.4
[eiseres] heeft vóór de veiling kennis genomen van de algemene voorwaarden van Washington Events. Onder “General’ zijn drie bepalingen opgenomen. In de eerste staat dat Washington Events de Equine Elite veiling organiseert, en de tweede en derde luiden:
- 2:
These conditions of auction apply primarily to the relationship between Washington events bv and the bidder/purchaser. (…)
- 3:
Participation in the auction will be seen as acceptance of the conditions of auction (…).
Onder het kopje “The auction” is onder meer bepaald:
- 4: The horses will be sold outright, without proceedings or recompense, in the state in which they were allotted.
- 7: Registered horses will be, at bidding, sold. (…)
- 8: Immediately after allotment, the bidder/purchaser shall (…) sign a written agreement of sale.
Onder het kopje “Stall vices and indefencies” is bepaald:
- 26: In the event that a bidder/purchaser detects stall vices in the horse purchased, whether crib-biting, weaving or wind-sucking, the bidder/purchaser must, within 7 days after the auction, notify Washington Events bv in writing with a description in as much detail as possible of the nature of the stall vice. In such cases Washington events bv will remove the horse to a location of their choice with the aim to having the horse examinated by a veterinary surgeon, assigned by them in order to have the stall vice, as described by the bidder/purchaser, examined. The veterinary surgeon’s conclusion of the nature of the stall vice is binding. In the event where, in the judgment of the veterinary surgeon, there is such a stall vice as described by the bidder/purchaser, the bidder/purchaser has the right to annul the sale.
2.5
Op de veiling van 26 oktober 2013 heeft [eiseres] het paard gekocht voor een bedrag van € 252.264,- (inclusief € 22.264,- veilingkosten). Zij heeft toen een schriftelijk stuk met op de voorkant de volgende tekst ondertekend:
Overeenkomst
Gekocht op de Equine Elite veiling
georganiseerd door Washington Events bv
Het paard: [naam paard]
Vader: [naam vader paard]
Catalogus Nr. 06
Voor de som van
€ 230.000; two hundre thirty thousand euro
Exclusief 8% veilingscommissie (ex btw)
Door:
Koper:
Naam [eiseres]
Adres: (…)
Woonplaats: [deelgemeente woonplaats eiseres]
Land: [land woonplaats eiseres]
Op deze koop zijn de algemene voorwaarden Washington Events bv van toepassing alsmede de voorwaarden zoals vermeld op de achterzijde van deze overeenkomst. Met ondertekening geeft koper aan alle voorwaarden te hebben ontvangen, kennis te hebben genomen van de voorwaarden zoals vermeld op de achterzijde van deze overeenkomst en daarmee akkoord te gaan.
De achterzijde van dit document vermeldt:
Overwegende dat:
a Washington Events bv jaarlijks een paardenveiling organiseert. Verkoper een paard heeft ingebracht op deze veiling teneinde dit paard op de veiling te verkopen. Koper op de veiling dit paard heeft gekocht van verkoper.
b. Washington Events bv op geen enkele wijze aan te merken is als verkopende partij.
c. De koopovereenkomst rechtstreeks tot stand komt tussen koper en verkoper.
d. Washington Events bv noch contractueel noch buitencontractueel aansprakelijk is voor schade die het gevolg zou kunnen zijn van eventuele gebreken aan de op grond of naar aanleiding van deze overeenkomst geleverde zaak.
e. De algemene voorwaarden Washington events bv ‘The auction’ op deze overeenkomst van toepassing zijn, deel uitmaken van en onlosmakelijk verbonden zijn met deze overeenkomst.
Zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1
1.1
Koper heeft gekocht het paard zoals vermeld op de voorzijde van deze overeenkomst.
(…)
Artikel 4 Bijzonderheden
4.1
Partijen hebben geconstateerd dat het paard op het moment van ondertekening van deze overeenkomst geen uiterlijke of duidelijke waarneembare gebreken heeft.
Artikel 5 Stalondeugden en gebreken
5.1
Verkoper staat ervoor in dat het door hem verkochte paard niet lijdt aan stalgebreken – waaronder weven, luchtzuigen en kribbebijten - tenzij deze zijn genoemd onder artikel 4 van deze overeenkomst - en wel gedurende een periode van drie maal 24 uur na aflevering door verkoper aan koper. Koper dient dit schriftelijk en per aangetekend schrijven te melden overeenkomstig het bepaalde in de algemene voorwaarden Washington Events bv The Auction. Wordt aan de in dit artikel genoemde termijnen en voorwaarden door koper niet voldaan dan zijn daarmee al zijn rechten terzake vervallen.
5.2
Indien koper bij het paard andere gebreken constateert dan dient de koper binnen 7 dagen na levering Washington Events bv hiervan schriftelijk en per aangetekend schrijven te informeren met een zo gedetailleerd mogelijke omschrijving van de aard van het vermeende gebrek.
5.3
Koper is in beide voornoemde gevallen gehouden om het paard aan te bieden aan Washington Events bv voor nader onderzoek. Het paard zal in dat geval worden ondergebracht op een door Washington Events bv te bepalen locatie en het paard zal door een door haar aan te wijzen veterinair op de door de koper gemelde stalondeugden en/of vermeende gebreken worden onderzocht. Het in de algemene voorwaarden Washington Events bv The Auction daaromtrent bepaalde is van toepassing.
(…)
2.6
[naam echtgenoot eiseres] heeft op 27 oktober 2013 [gedaagde sub 2] gemaild, voor zover hier van belang:
Today during our visit today to the Equine Elite stables we fortuitously heared that your horse [naam paard] , on which we had put a bid on October 26th during the auction, has previously suffered a traffic accident during transport. It seems that since then it became impossible to transport him in normal circumstances. You will understand that this is unacceptable for a horse which is supposed to participate in international and even transcontinental contents. We would like to know exactly what the situation is.
2.7
[gedaagde sub 2] heeft [naam echtgenoot eiseres] op 28 oktober 2013 teruggemaild:
I do not know where the information has come from regarding a road traffic accident! To the best of our knowledge this is absolutely not the case. As we talked about at the auction, [voormalige naam paard] , travelled extensively throughout the UK to Premier Leagues, National Championships at all levels and recently to Internationals both in the UK and in Europe. We did advise you that he had not yet travelled by air transport. In all the time we have owned him he has never damaged himself or another horse or caused damage to his truck during transort or any other time.
He can get excited with new routines, a sign of his intelligence but once he becomes familiar with things he has always been fine and our recent experience has shown that he can sweat on longer journeys.
2.8
Washington Events heeft [naam echtgenoot eiseres] op 27 oktober 2013 terzake van de koop
gefactureerd voor € 252.264,-.
2.9
[naam echtgenoot eiseres] heeft Washington Events per brief d.d. 29 oktober 2013 geschreven, voor zover hier van belang:
Ik kom terug op mijn bijgevoegde e-mail van 27 oktober die tot op heden onbeantwoord Is gebleven van uwentwege.
Bij deze verzoek ik u artikels 26 en volgende van uw algemene voorwaarden in werking te zetten teneinde in alle nauwkeurigheid vast te kunnen stellen af het paard [naam paard] effectief een onoverkomelijk stress probleem vertoont gedurende het vervoer.
2.1
[naam echtgenoot eiseres] heeft de onder 2.8 bedoelde factuur aan Washington Events rond 6 november 2013 voldaan. Washington Events heeft rond die datum de koopsom van € 230.000,- doorbetaald aan [gedaagde sub 2] .
2.11
[eiseres] heeft de stalling van het paard bij Stal Korenbloem voortgezet tot 6 november 2013. Die dag is het paard naar haar woning te [land woonplaats eiseres] vervoerd.
2.12
Bij brief van 8 november 2013 heeft [eiseres] aan Washington Events geschreven:
[naam paard] was delivered two days ago. He's piaffing in his stable all day long, he's sweating all the time. I tried everything to calm him but nothing works. I had to call the vet this morning.
I tried to put him in the trailer to send him back to you but it's too dangerous even with another horse.
As I indicated before, how can you go to an international show in this condition? With my 48 years of experience I never seen that in my life.
So 1 can't definitively keep this horse. On top of the transportation problem, he has a stall vice.
I'm very disappointed and even furious. Take him back as soon as possible, and we want our money back.
2.13
Dierenarts dr. E. Oversteyns heeft [eiseres] op 27 februari 2014 geschreven:
Op 09/11/2013: consult voor algemeen onderzoek en eigenares vindt dat het paard eigenaardig en moeilijk gedrag vertoont.
Uitwendige inspektie: bovengenoemd paard was zeer zenuwachtig en vertoonde dwangmatig gedrag met het hoofd: hoofd steeds op en neer bewegen. Bijkomende opmerking was moeilijkheden bij het urineren: het dier vertoonde pollakisurie nl. frequent urineren met kleine hoeveelheden urine. Tijdens klinisch onderzoek bleef het paard moeilijk stilstaan, continu bewegen met het hoofd en de benen met het risico geraakt te worden bij verzorging of behandeling van het dier.
(…)
We hebben toen besloten een bloedonderzoek op sederende middelen te laten uitvoeren en een echografie van de urineblaas en urethra om eventueel urolieten (blaasstenen) uit te sluiten. Blaasstenen kunnen de blaaswand irriteren en op die manier pollakisurie en eventueel abnormaal gedrag induceren.
Op 12/11/2013: geen gedragsverbetering.
Overgegaan naar bloedname voor onderzoek op sederende stoffen: bloedstaal opgestuurd naar DoColab te Gent.
Echografie blaas: normaal echografisch beeld, geen tekenen van verdikte blaaswand en aanwezigheid van blaasstenen.
2.14
Uit het rapport van DoCoLab d.d. 4 december 2013, ondertekend door prof.dr.ir. P. van Eenoo, blijkt dat de bloedstaal op 18 november 2013 door DoCoLab is ontvangen en dat bij een scheikundig onderzoek is geconstateerd dat het staal ketamine bevat.
2.15
[eiseres] heeft op 9 december 2013 [gedaagde sub 2] gemaild, voor zover hier van belang:
Upon delivery of [naam paard] , I have noticed an abnormal behavior.
(…)
I have had to call my vet who performed various tests, including a blood test. We have now received the results, and the horse is tested positive (toxicology). This means that he was doped and is therefore unusable for competition. (…)
This come in addition to the transportation problem previously mentioned.
Therefore, we are hereby forced to request immediate cancellation of the sale and reimbursement of the principal and other costs involved.
(…)
I put the complaints procedure and other legal steps in motion as from Monday December 9th.
2.16
Washingtons Events heeft dezelfde dag nog [eiseres] en [naam echtgenoot eiseres] gemaild, voor zover hier relevant:
De voormalige eigenaar en verkoper van het paard [naam paard] , Dhr [gedaagde sub 2] , heeft ons vanochtend bericht dat er problemen zijn ontstaan rond het paard — Met name zou het paard positief hebben getest op een door u uitgevoerde toxicologie onderzoek. Hij heeft ons bericht dat u voornemens bent om een procedure op te starten tegen hem om de koop ongedaan te maken.
(…)
Bloed is afgenomen en op een wettelijk manier in bewaring genomen voorafgaand de veiling in October — U mag een verzoek indienen bij ons of bij veterinaeir centrum Someren om het bloed alsnog te laten testen in lelystad en Newmarket om na te gaan of het paard tijdens de veiling onder de invloed was van ongeoorloofde middelen. Ik kan u er van verzekeren dat dit NIET het geval was. Was er wel iets toegediend in verband met bijvoorbeeld koliek of koorts dan was dat genoteerd geweest door de dierenarts en ter inzage gelegd voorafgaand de veiling. Mocht u een bloedonderzoek wensen dan zijn wij uiteraard bereid om uw verzoek in te dienen bij Veterinair Centrum Someren waarna hun het in bewaring genomen bloed op zullen sturen naar de laboratorium. Ik adviseer u om dit onderzoek te laten uitvoeren (…).
Het paard is met u medeweten geschoren op Zaterdag 2 November (1 week na de veiling) door een van onze medewerkers, meteen NA dat u hem heeft gereden — Zoals gebruikelijk is Domogel/ Domesedan toegediend (een sederend middel) door een van onze medewerkers voorafgaand het scheren. Wij beschikken over beelden van de beveiligingscamera’s waarop dit te zien is. Het paard zou dan mogelijk dagen lang nog (licht) positief testen op doping natuurlijk.
(…)
2.17
Begin juli 2014 is het paard in opdracht van [eiseres] onderzocht door dr. K. Vanschandevijl van de Dierenkliniek De Bosdreef te Moerbeke-Waas, België. Zij heeft in haar rapport d.d. 5 juli 2015 onder anamnese geschreven, voor zover hier van belang:
Paard 1 week geprobeerd, en 1 dag op 2 suf en depressief gedrag. Andere dag geagiteerd tijdens opzadelen. (…) Op stal schudt het hoofd, steekt tong uit, draait rondjes in de stal, hetzelfde gedrag op de weide. Hij graast niet.
Het rijden gaat niet, loopt weg, aan de longe ook. (…)
waarna een opsomming volgt van de resultaten van het klinisch onderzoek van het paard, en onder het kopje “Besluit:” wordt vermeld:
Normale nier- en blaasfunctie met de uitgevoerde onderzoeken. De abnormale positie bij het urineren is mogelijks een manifestatie van milde ontsteking van geslachtsklieren zoals prostaat of bulbo-urethrale klieren. Vooral aangezien de blaas volledig leeg was bij het tonen van de klachten. Soms kan het. ook gezien worden bij paarden met maagklachten. Deze beide oorzaken dienen uitgesloten te worden. Aangezien er maagzweren aanwezig zijn, is het aangeraden om deze eerst te behandelen en evalueren of het abnormaal plasgedrag verdwijnt. Indien dit nog steeds zou gemanifesteerd worden, kan er een diagnostische therapie gestart worden met medicatie die een pijnstillend effect heeft thv de urinewegen om lokale pijn uit te sluiten.
De aanwezigheid van ketamine in het onderzochte bloedstaal bevestigt wel degelijk de toediening van ketamine. Communicatie met professor Van Eenoo (DoCoLab) bevestigt dat er gezien de lage detectielimieten die heden mogelijk zijn, het mogelijk is dat er nog ketamine in het bloed gedetecteerd wordt zelfs na enkele dagen. Het moment van toediening kan niet achterhaald worden aangezien het feit dat de dosering en toedieningswijze van de ketamine niet gekend zijn.
Bij aankomst was het paard zeer onrustig en transpireerde hevig wanneer hij op stal stond, hij vertoonde dwangmatig gedrag zoals hoofdschudden en uitsteken van de tong. De rest van de gehospitaliseerde tijd was het niet representatief om hem te beoordelen aangezien hij voor de onderzoeken sedatie diende te krijgen. Het advies is dan ook om een gedragsspecialist het paard te laten observeren in zijn normale omgeving.
2.18
Vervolgens heeft de klinisch etholoog dr. M. van Dierendonck van Equus Research & Therapy te Stroe op 15 juli 2014 het paard op de thuislocatie beoordeeld en video’s van eerdere datum beoordeeld. Zij heeft op 24 augustus 2014 een uitgebreid rapport uitgebracht.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert, samengevat:
I (a) te verklaren voor recht dat zij de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden, dan wel (b) als de rechtbank oordeelt dat de koopovereenkomst niet rechtsgeldig is ontbonden, de koopovereenkomst te ontbinden dan wel (c) als de rechtbank oordeelt dat de koopovereenkomst niet rechtsgeldig is ontbonden en er geen gronden voor ontbinding zijn op grond van consumentenkoop, de koopovereenkomst te vernietigen op grond van dwaling,
II primair Washington Events en subsidiair [gedaagde sub 2] te veroordelen tot terugname van het paard,
III primair Washington Events en subsidiair [gedaagde sub 2] te veroordelen tot betaling aan haar van € 252.264,-, alsmede tot vergoeding aan haar van alle door haar gemaakte en nog te maken kosten voor zorg en onderhoud van het paard nader op te maken bij staat,
een en ander vermeerderd met rente en kosten, en deels gesanctioneerd door een dwangsom.
3.2.
De gedaagden voeren verweer.

4.De beoordeling

4.1.
De vorderingen betreffen het einde van de koopovereenkomst door vernietiging of ontbinding, alsmede de gevolgen daarvan, en richten zich dus tegen de verkoper van het paard. Volgens [eiseres] is dat primair Washington Events en subsidiair [gedaagde sub 2] . Voor haar primaire standpunt beroept [eiseres] zich op punt 2 van de algemene voorwaarden van Washington Events. Daarin is echter niet méér bepaald dan dat die voorwaarden betrekking hebben op de relatie tussen bieders en kopers op de veiling enerzijds en Washingtons Events anderzijds, terwijl punt 1 van die algemene voorwaarden duidelijk vermeldt dat Washington Events de organisator van de veiling is. De algemene voorwaarden bevatten ook voor het overige geen bepalingen op grond waarvan Washington Events als verkoper dient te worden aangemerkt. Verder is het zo dat ook als, zoals [eiseres] stelt, de tekst op de achterzijde van de door haar ondertekende koopovereenkomst geen effect zou hebben, dat van Washington Events niet de verkoper van het paard maakt. Dat was [gedaagde sub 2] , de vorige eigenaar van het paard. Nu de vorderingen uitsluitend zijn gebaseerd op de positie van verkoper, zullen de vorderingen tegen Washington Events worden afgewezen.
4.2
De gevorderde verklaring voor recht betreft primair de ontbinding van de koopovereenkomst op grond van wanprestatie van de zijde van de verkoper, [gedaagde sub 2] . Op grond van art. 6:265 lid 1 BW geeft iedere tekortkoming in de nakoming van een op hem rustende verbintenis aan de wederpartij - in dit geval [eiseres] - de bevoegdheid om de koopovereenkomst te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of beperkte betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
[eiseres] baseert de ontbinding op de stelling dat het geleverde paard niet aan de overeenkomst beantwoordt. De rechtbank stelt voorop wordt dat op grond van art. 7:17 lid 1 BW het geleverde paard aan de overeenkomst moet beantwoorden. Dat is - aldus art. 7:17 lid 2 BW - niet het geval als het paard, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over het paard heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Op grond van art. 7:17 lid 2 BW mag de koper verder verwachten dat het paard de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien.
In deze procedure is sprake van een bijzonder gebruik in die zin dat het paard geschikt behoort te zijn voor deelname aan internationale concoursen op hoog niveau. Niet duidelijk is wat de partijen hierover vóór de veiling jegens elkaar hebben verklaard, maar nu het paard door [gedaagde sub 2] het paard op dezelfde manier is gebruikt als [eiseres] wenste te gaan doen, mag er van worden uitgegaan dat het paard ook na de verkoop nog over de voor dat gebruik noodzakelijke eigenschappen diende te beschikken.
4.3
[eiseres] stelt in dit verband dat het paard ten tijde van de veiling een transportgebrek, gedragsproblemen en stalgebreken had. [gedaagde sub 2] betwist de gestelde non-conformiteit.
Als de non-conformiteit niet vaststaat, is het op grond van de algemene regel van bewijsrecht in art. 150 Rv. in beginsel aan de koper, als degene die zich op de rechtsgevolgen ervan beroept, om die non-conformiteit te bewijzen. Bij een consumentenkoop geldt op grond van art. 7:18 lid 2 BW een omkering van de bewijslast, maar, anders dan [eiseres] meent, bestaat daarvoor in dit geval geen aanleiding, nu gesteld noch gebleken is dat [gedaagde sub 2] een professionele verkoper is als bedoeld in art. 7:5 lid 1 BW, en er dus geen sprake is van consumentenkoop.
4.4
De partijen hebben veel aandacht besteed aan het gegeven dat op 12 november 2013 het middel ketamine in het bloed van het paard zat. Echter, gesteld noch gebleken is dat het paard hierdoor niet aan de overeenkomst beantwoordt. Onduidelijk is bovendien wanneer dit middel is toegediend. Hoe dan ook, ook als het zo is dat ketamine bepaalde gebreken kan verdoezelen, betekent niet dat de door [eiseres] gestelde gebreken toen - of eerder - al aanwezig waren.
4.5
Inzake de stalgebreken stelt [eiseres] dat het paard bij de aflevering last had van “kribbebijten” en “weven”. [gedaagde sub 2] betwist dat, maar verweert zich tevens met de stelling dat [eiseres] hem niet binnen bekwame tijd nadat zij de stalgebreken heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, daarvan kennis heeft gegeven, terwijl zij dat op grond van art. 6:23 lid 1 1e volzin BW wel had behoren te doen.
Dit laatste verweer slaagt. Op zichzelf vormt het bestaan van stalgebreken bij de aflevering een grond voor ontbinding van de koopovereenkomst, maar de koper dient wel te voldoen aan de in art. 6:23 lid 1 BW opgenomen eis van een melding binnen bekwame tijd. Die bekwame tijd is bij het melden van stalgebreken relatief kort, omdat een stalgebrek in korte tijd kan ontstaan. Art. 26 van de algemene voorwaarden (“within 7 days after the auction”) en art. 5.1 van de voorwaarden in de koopovereenkomst (“gedurende een periode van drie maal 24 uur na aflevering”) bevatten ook erg korte perioden voor de melding. Vaststaat dat [eiseres] bij de veiling aanwezige stalgebreken in een korte tijd kon - en dus ook behoorde te - ontdekken, aangezien zij vanaf de aankoop verantwoordelijk was voor de stalling van het paard. Weliswaar heeft [eiseres] in haar brief d.d. 8 november 2013 aan Washington Events aangestipt dat het paard een stalgebrek had, maar zij heeft daarbij niet nader aangegeven om welk stalgebrek het ging, terwijl dat wel van haar mocht worden verwacht. Los daarvan eist ook art. 26 van de algemene voorwaarden “a description in as much detail as possible of the nature of the stall vice”. In het midden kan daarom blijven of een melding op 8 november 2013 nog tijdig was.
Gesteld noch gebleken is dat [eiseres] later nog bedoelde stalgebreken aan [gedaagde sub 2] of Washington Events heeft gemeld. Deze stalgebreken zijn ook niet genoemd als een van de redenen voor het annuleren van de overeenkomst in haar brief d.d. 9 december 2013 en zijn evenmin genoemd in de op 23 april 2014 uitgebrachte kort geding-dagvaarding.
De rechtbank concludeert dan ook dat niet gebleken is dat [eiseres] binnen bekwame tijd heeft geklaagd over de stalgebreken. Op grond van art. 6:23 lid 1 BW kan zij daarom op stalgebreken niet meer met succes een beroep doen. Eventuele stalgebreken kunnen dus niet leiden tot ontbinding van de koopovereenkomst.
4.6
Waar het betreft de gedragsproblemen stelt [eiseres] , gesteund door de verklaring van dr. Van Dierendonck, dat het paard (a) ‘piaft’ in de stal en op de poetsplaats (in hippisch jargon: 'slaan op stal') waarbij het paard met zijn voor- of achterbenen tegen de stalwand of deur slaat, wat verwondingen aan de benen en beschadigingen aan de stal en haar inrichting kan veroorzaken, (b) 'automutilatie' gedrag vertoont, waarbij het zichzelf bijt op het moment dat iemand de rechterkant (specifiek de borst) van het paard verzorgt en (c) naar mensen en voorwerpen bijt, en dat dit alles ook al zo was ten tijde van de veiling.
[gedaagde sub 2] betwist evenwel dat het paard ten tijde van de veiling dit gedrag vertoonde. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt dat ook niet voldoende uit het procesdossier. [eiseres] heeft deskundigen ingeschakeld aan wier expertise op zichzelf niet getwijfeld hoeft te worden, maar die zijn in deze procedure niet als voldoende onafhankelijk aan te merken.
4.7
Waar het betreft het transportgebrek stelt [eiseres] dat [naam voormalige ruiter paard] een dag na de veiling tegen haar heeft gezegd dat het paard een transportgebrek heeft, en dat dit later werd bevestigd door de stress, het angstzweet en de agressie van het paard bij de aflevering bij de woning van [eiseres] . Naar het oordeel van de rechtbank vormt een bij de levering c.q. veiling bestaand transportgebrek bij een paard waarmee aan internationale concoursen moet kunnen worden deelgenomen, normaliter een grond voor ontbinding van de koopovereenkomst. [gedaagde sub 2] betwist evenwel dat het paard ten tijde van de veiling een transportgebrek had en naar het oordeel van de rechtbank blijkt dat ook niet voldoende uit het procesdossier.
4.8
Het is, zoals is overwogen onder 4.3, aan [eiseres] om het bestaan van het onder 4.6 beschreven gedrag en van het transportgebrek ten tijde van de veiling te bewijzen. Zij zal in de gelegenheid worden gesteld dat te doen.
4.9
Waar het bestaan van een transportgebrek in beginsel een grond voor ontbinding van de koopovereenkomst vormt, kan rechtbank niet beoordelen in hoeverre, als het onder 4.6 beschreven gedrag van het paard ten tijde van de veiling komt vast te staan, dat betekent dat het paard niet aan de overeenkomst beantwoordt. Voor de beantwoording van die vraag acht de rechtbank de inschakeling van een deskundige nodig.
Het is aan [eiseres] om te bepalen of, en zo ja: hoe, zij het bewijs wil leveren, maar het ligt in de rede dat de deskundige die de rechtbank hoe dan ook zal moeten benoemen als komt vast te staan dat het paard al ten tijde van de veiling het onder 4.6 beschreven gedrag vertoonde, óók - eventueel bijgestaan door een andere deskundige - het voorafgaande onderzoek zal verrichten naar de vraag óf het paard toen dat gedrag vertoonde, en dan ook meteen of het paard ten tijde van de veiling een transportgebrek had.
4.9
De rechtbank acht voorshands het stellen van de volgende vragen aan de deskundige van belang:
1a. Heeft het paard een transportprobleem?
Zo ja: 1b Wat is precies het transportprobleem?
1c. Had het paard dit probleem ook al op 26 oktober 2013?
1d. Welke invloed heeft dit probleem op de behandeling en het functioneren van het paard in zijn algemeenheid en in het bijzonder op de deelname aan internationale concoursen van hoog niveau?
2a. Vertoont het paard het onder 4.6 beschreven gedrag?
Zo ja: 2b. Vertoonde het paard dat gedrag ook al op 26 oktober 2013?
2c. Welke invloed heeft dit gedrag op de behandeling en het functioneren van het paard in zijn algemeenheid en in het bijzonder op de deelname aan internationale concoursen van hoog niveau?
3. Heeft u nog andere opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?
4.1
De procedure wordt voorgezet met aktes waarin [eiseres] dient aan te geven hoe zij tot bewijslevering wenst over te gaan en - als zij dat met behulp een door de rechtbank te benoemen deskundige wenst te doen - waarin de partijen kunnen reageren op en suggesties kunnen doen voor de vraagstelling aan de deskundige(n) en zich kunnen uitlaten omtrent de persoon van de deskundige(n). In dat geval verzoekt de rechtbank de partijen gezamenlijk met een voorstel te komen.
Omdat de bewijslast op [eiseres] rust, zal zij de kosten van een te benoemen deskundige moeten voorschieten.
4.11
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
draagt [eiseres] op te bewijzen dat het paard ten tijde van de veiling een zodanig transportgebrek of zodanig gedrag als beschreven onder 4.6 vertoonde, dat het paard niet geschikt was voor deelname aan internationale concoursen op hoog niveau,
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 10 februari 2016 voor akte uitlating zijdens [eiseres] ,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.F. Gerard en in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2016.