Uitspraak
Het procesverloop
2.De gronden van het wrakingsverzoek
Reeds bij de openingsvragen wordt een richting ingeslagen die al een deel van beantwoording van de juridische vraagpunten in de procedure inhoudt.
De opmerking van de rechter met betrekking tot de samenvatting van een van de juridische discussiepunten: “Met betrekking tot het onderwerp onrechtmatige opzegging is hiermee voldoende aan de orde gekomen”.
Uit hetgeen ter zitting door de rechter aan partijen is voorgehouden blijkt van een reeds bepaald standpunt, onder andere bestaande in het memoreren van retentierecht en de opmerking “Ik zie de gemeente nog niet exploiteren c.q. het object in de markt zetten” met vervolgens de opmerking “Je kunt de grond niet in de markt zetten totdat is betaald”.
Voorts: bij herhaling is opgemerkt dat de gemeente op basis van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur de positie van Oostappen Groep in het oog dient te houden in het kader van de voortzetting van de exploitatie door Oostappen Groep op haar 9 ha eigendom.
De kwestie van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur worden betrokken op de vraag van het einde van de erfpachtcontracten.
In onze visie heeft de behandelend rechter een merkbare visie op “beëindiging” en “onrechtmatige opzegging”.
Naar aanleiding van de opmerking van mr. Roebroek dat de wederpartij een nieuw standpunt inneemt inhoudende dat er tussen 2005 en 2013 in de gesprekken met de gemeente gesproken is over zowel aankoop als verlenging van de erfpacht, hetgeen door de gemeente werd betwist, geeft de behandelend rechter aan: “Dat staat wel in de stukken”.
De waarneembare verbale houding van de behandelend rechter bij de beantwoording door mr. Roebroek van de door haar aan hem gestelde vragen.
Op uitdrukkelijk verzoek is gevraagd om een proces-verbaal van de zitting van vandaag waarop is geantwoord “Dat gaat vandaag niet lukken”.