ECLI:NL:RBLIM:2016:11621
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter mr. A.H.M.J.F. Piëtte in civiele procedure
Op 25 mei 2016 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg in Roermond een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. A.H.M.J.F. Piëtte, de rolrechter in een civiele procedure. De verzoeker was gedagvaard door de Stichting Wonen Zuid Roermond en had op 17 en 18 mei 2016 een schriftelijk verzoek tot wraking ingediend, omdat hij in onzekerheid verkeerde over de inhoud van de zaak en de naam van de behandelend rechter. De rechter, mr. Piëtte, had in zijn schriftelijke reactie aangegeven dat hij geen inhoudelijke bemoeienis met de zaak had gehad, aangezien het wrakingsverzoek was ingediend voordat de zaak ter rolzitting was behandeld. Hierdoor kon hij niet als behandelend rechter worden aangemerkt.
De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tot wraking wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling moest worden gesteld. Dit was gebaseerd op het feit dat de behandeling van de zaak door het wrakingsverzoek was geschorst en mr. Piëtte de zaak niet had aangevangen. De wrakingskamer verwees naar artikel 9.1 van het wrakingsprotocol van de rechtbank Limburg, dat bepaalt dat wraking alleen mogelijk is van een rechter die de zaak behandelt. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, met mr. P.H.M. Kuster als voorzitter en mr. R.M.M. Kleijkers en mr. M.A. Teeuwissen als leden, bijgestaan door griffier J.N. Buddeke. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.