Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
2. GINGER V.O.F. h.o.d.n. GINGER,
3. [gedaagde sub 3] , vennoot van gedaagde sub 2,
4. [gedaagde sub 4] , vennoot van gedaagde sub 2,
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de rolbeschikking waarbij een comparitie van partijen is bepaald
- het proces-verbaal van comparitie van 3 juni 2016
- de akte houdende uitlating na comparitie van gedaagden.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
nietin verband staat met de uitoefening van het bedrijf van Ginger, terwijl wel kan worden vastgesteld dat de afvoer werd gebruikt in de uitoefening van het bedrijf van Ginger. Aldus rust op Ginger in beginsel de risico-aansprakelijkheid voor de door het gat in de afvoer veroorzaakte schade.
5.De beslissing
31 augustus 2016voor akte aan de zijde van Ginger om bewijsstukken over te leggen en/of, als zij (tevens) bewijs wil leveren door het horen van getuigen, om de namen van de getuigen en de verhinderdata van alle betrokkenen – dus ook van [eiseres] en haar gemachtigde – op te geven voor enquête te houden in oktober, november of december 2016,
31 augustus 2016voor akte aan de zijde van [eiseres] waarin zij haar vorderingen met betrekking tot facturen 1307017 en 1307018 zal specificeren overeenkomstig hetgeen de kantonrechter heeft overwogen onder 4.9. en 4.10.,