Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de man, ingekomen op 22 maart 2016;
 - het verweerschrift van de moeder, ingekomen op 4 juli 2016;
 - de brief van de moeder, ingekomen op 6 oktober 2016;
 - de brief van de man, ingekomen op 19 oktober 2016.
 
- de man, bijgestaan door zijn advocaat,
 - de moeder, bijgestaan door haar advocaat, en [belanghebbende],
 - een vertegenwoordigster van de raad.
 
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid
- een brief van zijn advocaat van 10 december 2012 aan de moeder;
 - een kort geding over omgang op 27 maart 2013;
 - een brief van zijn advocaat op 18 februari 2015 aan de moeder;
 - het verzoekschrift van 22 maart 2016 waarmee de onderhavige procedure is ingeleid.