ECLI:NL:RBLIM:2016:11588

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 juli 2016
Publicatiedatum
23 januari 2017
Zaaknummer
C/03/223136 HA RK 16/152
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • E. van Unen
  • J.H. Klifman
  • J.S. Holthuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechter wegens schijn van vooringenomenheid tijdens onderzoek ter terechtzitting

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 21 juli 2016 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een gedetineerde, die zich in een strafzaak bevond. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. C.M. Peeperkorn, verzocht om wraking van mr. F.M. van Maanen Winters, de politierechter die betrokken was bij zijn zaak. Het wrakingsverzoek werd ingediend tijdens een openbare zitting op 8 juli 2016, waarin de politierechter een beslissing nam over de voorlopige hechtenis van de verzoeker. De politierechter had in zijn uitspraak de woorden "het feit dat u heeft gepleegd" gebruikt, wat volgens de verzoeker de schijn van vooringenomenheid wekte.

De wrakingskamer heeft op 21 juli 2016 de behandeling van het verzoek tot wraking voortgezet, waarbij de verzoeker niet aanwezig was, maar zijn raadsvrouw wel. De wrakingskamer heeft de opmerkingen van de politierechter in de context van de fase van het onderzoek ter terechtzitting beoordeeld. De kamer kwam tot de conclusie dat de opmerking van de rechter de schijn van vooringenomenheid had gewekt, wat leidde tot een objectief gerechtvaardigde twijfel aan de onpartijdigheid van de rechter.

Daarom heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking toegewezen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. E. van Unen en de leden mr. J.H. Klifman en mr. J.S. Holthuis, met mr. C.K. Spronk als griffier. De beschikking werd in het openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK LIMBURG

Strafrecht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/223136 / HA RK 16/152
Datum uitspraak: 21 juli 2016
Beslissing van de meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingszaken
op het verzoek van
[verzoeker] ,
thans gedetineerd in de PI de Geerhorst te Sittard, verzoeker,
advocaat mr. C.M. Peeperkorn, advocaat kantoorhoudende te Amsterdam,
dat strekt tot wraking van mr. F.M. van Maanen Winters, rechter in deze rechtbank, (hierna: de rechter).

1.De procedure

Op 8 juli 2016 tijdens de openbare terechtzitting, is namens verzoeker de wraking verzocht van de politierechter in de bij deze rechtbank aanhangige zaak met parketnummer 03/659161-16.
De rechter heeft op 13 juli 2016 de wrakingskamer bericht niet te berusten. Hij wenst niet schriftelijk te reageren. Wel wenst hij te worden gehoord.
De behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 juli 2016. Ter zitting is de verzoeker niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsvrouw. Zij heeft medegedeeld dat verzoeker afstand heeft gedaan van zijn recht ter zitting aanwezig te zijn.
De rechter is verschenen.
De wrakingskamer heeft op 21 juli 2016 uitspraak gedaan.

2.Standpunt verzoeker

Ter zitting van 8 juli 2016 heeft de politierechter een beslissing genomen op het verzoek van de raadsvrouw om de voorlopige hechtenis van verzoeker op te heffen dan wel te schorsen. Bij het uitspreken van zijn beslissing heeft de politierechter (onder andere) gezegd dat het risico op langer vastzitten in het kader van de voorlopige hechtenis in verband met het door de verdachte gepleegde feit, dan een eventueel op te leggen straf, niet zodanig is dat de voorlopige hechtenis daarom moet worden opgeheven. De politierechter heeft daarbij letterlijk de bewoordingen “het feit dat u heeft gepleegd” gebruikt. De rechter heeft door zijn opmerking “het feit dat u heeft gepleegd” de schijn van vooringenomenheid gewekt.

3.De beoordeling

De wrakingskamer is van oordeel dat, gelet op de fase van het onderzoek ter terechtzitting waarin de gewraakte uitlating door de rechter werd gedaan, de rechter bij de verzoeker de schijn van vooringenomenheid heeft gewekt, waardoor de twijfel aan de onpartijdigheid van de rechter objectief is gerechtvaardigd. Het verzoek tot wraking van de rechter wordt daarom toegewezen.

4.De beslissing

De wrakingskamer wijst het verzoek tot wraking van mr. F.M. van Maanen Winters toe.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. van Unen, voorzitter, mr. J.H. Klifman en
mr. J.S. Holthuis, leden, bijgestaan door mr. C.K. Spronk als griffier en is in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2016.
Buiten staat:
De voorzitter is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.