Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
kanzijn geweest om de bedongen of andere passende arbeid voor deze werkgever te verrichten en dus haar aanspraak op loon jegens hem heeft behouden.
second opiniongenoemd - te worden overgelegd waaruit van de verhindering om te werken blijkt, tenzij dit in redelijkheid niet van de werknemer kan worden gevergd. Weliswaar kan zo’n
second opinionook worden gevraagd bij het ontbreken van een
first opinion(het oordeel van de bedrijfsarts althans van enige arts) maar onder de omstandigheden van dit geval kon van de werknemer in redelijkheid niet gevergd worden zich van een verklaring van een UWV-deskundige te voorzien. De omstandigheden zijn aldus dat de werkgever - in strijd met zijn verplichting krachtens artikel 14a lid 2 van de Arbeidsomstandighedenwet om zich met betrekking tot zijn taken van artikel 14, waaronder de begeleiding van arbeidsongeschikte werknemers, te laten bijstaan door een arbodienst - geen overeenkomst met een arbodienst heeft, noch de beschikking heeft over andere deskundigen die een door hem betwiste ziekte van een werknemer kunnen controleren. Overigens heeft de werknemer, zij het eerst bij haar akte van 23 november 2016, in de vorm van een brief van haar huisarts wel enig bewijs overgelegd van de juistheid van haar stelling dat zij (in elk geval bij het consult op 4 december 2015) arbeidsongeschikt was, door problemen op het werk.