Op 28 december 2016 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een veroordeelde, die lijdt aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis met obsessief-compulsieve trekken. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie om de tbs met verpleging van overheidswege met één jaar te verlengen, afgewezen en in plaats daarvan besloten om de maatregel met twee jaar te verlengen. De rechtbank baseerde haar beslissing op de noodzaak om de veiligheid van anderen te waarborgen en de voortgang van de behandeling van de veroordeelde te waarborgen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling van de veroordeelde, die sinds 2005 onder deze maatregel valt, al meerdere keren is verlengd. De laatste verlenging vond plaats op 30 december 2014. De rechtbank heeft de deskundigen gehoord, waaronder psychologen en psychiaters, die unaniem adviseerden om de tbs met twee jaar te verlengen. De deskundigen wezen op de risico's van gewelddadig gedrag op de lange termijn, vooral als de verpleging van overheidswege zou worden beëindigd zonder adequate monitoring en ondersteuning.
De rechtbank heeft ook de positieve ontwikkeling van de veroordeelde in zijn behandeling erkend, maar benadrukt dat er nog geen terugvalpreventieplan is opgesteld en dat het resocialisatieproces nog niet is gestart. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verlenging van de tbs met twee jaar noodzakelijk is om de veiligheid van de samenleving te waarborgen en om de veroordeelde de tijd te geven om verder te werken aan zijn behandeling en resocialisatie.