Uitspraak
.
.
Feit 1 subsidiair:
Feit 2:
Feit 3:
Feit 4:
Feit 5:
verminderd toerekeningsvatbaarte beschouwen.
€ 7.326,07, bestaande uit een bedrag van
€ 246,07aan materiële schade en een bedrag van
€ 7.080,00aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met het verzoek tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer], vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
€ 7.326,07(€ 246,07 aan materiële schade en
€ 7.326,07.
€ 7.326,07, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf
23 januari 2016tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[slachtoffer].
1 primair;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor de bewezenverklaarde feiten tot een jeugddetentie van
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijke gedeelte van deze jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd:
- zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit of
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of
- geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 77z van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- geeft de jeugdreclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
met ingang van heden;
- wijst de vordering voor wat betreft de materiële en immateriële schade van de benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen.
9 december 2016.