ECLI:NL:RBLIM:2016:10468

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 december 2016
Publicatiedatum
2 december 2016
Zaaknummer
03-659216-16
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mobiel banditisme en babbeltrucs met meerdere diefstallen en pogingen daartoe

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 2 december 2016, is de verdachte beschuldigd van mobiel banditisme en het plegen van meerdere diefstallen en pogingen daartoe, waarbij gebruik werd gemaakt van babbeltrucs. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. A.M.A. Kok-Verheijde, werd beschuldigd van het plegen van diefstallen in verschillende gemeenten, waaronder Weert, Helden, Meijel, Rucphen, en Elshout, tussen maart en juni 2016. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op 18 november 2016, waarbij zowel de verdachte als de officier van justitie hun standpunten naar voren hebben gebracht. De tenlastelegging omvatte onder andere pogingen tot diefstal en daadwerkelijke diefstallen, waarbij de verdachte samen met een medeverdachte oudere slachtoffers misleidde door zich voor te doen als collectant. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs was voor de feiten 2, 4, 6, 8 en 10, maar sprak de verdachte vrij van de overige feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan vijf diefstallen of pogingen daartoe, en legde een gevangenisstraf van 21 maanden op, met aftrek van voorarrest. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, vooral gezien de kwetsbaarheid van de slachtoffers, en wees op het brutale karakter van de daden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/659216-16
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 2 december 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
gedetineerd in P.I. Zuid Oost, HvB Roermond te Roermond.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. A.M.A. Kok-Verheijde, advocaat kantoorhoudende te Tegelen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 18 november 2016. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte – telkens al dan niet met anderen –:
op 13 juni 2016 uit een woning in Meterik heeft proberen te stelen;
op 17 juni 2016 uit een woning in Weert heeft proberen te stelen;
op 19 juni 2016 een zakmes uit een woning in Heibloem heeft gestolen;
op 19 juni 2016 sieraden uit een woning in Helden heeft gestolen;
op 20 april 2016 in de gemeente Heusden een horloge heeft proberen te stelen;
op 19 juni 2016 uit een woning in Meijel heeft proberen te stelen;
op 3 juni 2016 uit een winkel in Wilnis een bril heeft gestolen;
op 16 april 2016 uit een woning in de gemeente Rucphen sieraden heeft gestolen;
op 15 april 2016 uit een woning in de gemeente Boxtel sieraden heeft gestolen;
op 17 april 2016 uit een woning in Elshout een zegelring heeft gestolen;
op 26 maart 2016 in de gemeente Baarle-Naussau met geweld een ketting heeft proberen te stelen;
op [adres 10] maart 2016 uit een woning in Yerseke heeft proberen te stelen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van feit 9 en bewezenverklaring van de feiten 1 tot en met 8 en 10 tot en met 12. Tot deze conclusie is hij gekomen op basis van zogenaamd schakelbewijs, dat bestaat uit de door verdachte gebruikte auto, camerabeelden, een DNA-hit met medeverdachte [medeverdachte] en de modus operandi van de verdachte.
3.2
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft elke betrokkenheid ontkend en de raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit. Daartoe heeft zij aangevoerd dat er per feit afzonderlijk onvoldoende wettig en overtuigend bewijsmateriaal voorhanden is om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Daarnaast heeft zij aangegeven dat de individuele feiten onvoldoende aanknopingspunten bieden om ketenbewijs toe te passen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Inleiding en partiële vrijspraak
Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] worden ervan verdacht samen een winkeldiefstal en in totaal elf diefstallen of pogingen daartoe te hebben gepleegd, waarbij zij middels zogenaamde babbeltrucs oudere slachtoffers zouden misleiden en bestelen. Het dossier bevat onder meer diverse aangiftes, verschillende getuigenverklaringen, een aantal prints en/of beschrijvingen van camerabeelden en telecom- en dna-onderzoek. De rechtbank ziet zich hierbij voor de vraag gesteld of dit bewijsmateriaal, al dan niet over diverse feiten geschakeld, voldoende is om te kunnen concluderen dat verdachte een van de daders is van een of meerdere van de feiten.
De rechtbank stelt voorop dat zij die conclusie in elk geval niet kan trekken voor wat betreft de feiten 1, 3 en 9. De aangiftes bij deze feiten vinden onvoldoende steun in overig bewijsmateriaal. Steunbewijs acht zij terzake deze drie feiten, anders dan de officier van justitie, ook onvoldoende aanwezig in eventueel schakelbewijs zoals de modus operandi. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van de feiten 1, 3 en 9.
Ten aanzien van de overige feiten oordeelt de rechtbank dat deze wettig en overtuigend bewezen zijn te achten. De rechtbank motiveert dit oordeel als volgt.
De auto: een BMW 1-serie met Duitse kentekens
Op 6 april 2016 werd in Turnhout (België) een auto met het Duitse kenteken [kenteken 1] gecontroleerd. De auto betrof een BMW 1-serie met het nummer [chassisnummer] . In deze auto werden aangetroffen [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum medeverdachte] en [verdachte] , geboren op [geboortedatum] . [2]
Op 19 juni 2016 omstreeks 15.30 uur werden [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum medeverdachte] en [verdachte] , geboren op [geboortedatum] , aangehouden in Stevensbeek. Zij werden aangetroffen in een voertuig met het Duitse kenteken [kenteken 2] . [3] Bij onderzoek werden in deze auto onder meer aangetroffen een groene kaart voor de periode van 10 maart 2016 tot 10 maart 2017 van kenteken [kenteken 1] ten name van [naam] , een kopie van een Roemeens identiteitsbewijs van [naam] en een ‘Gebührenquittung’ van de Stadt Herne voor het kenteken [kenteken 2] . [4] Uit nader onderzoek is gebleken dat het chassisnummer van deze auto [chassisnummer] betrof. [5]
Zowel op 6 april als 19 juni 2016 worden verdachten aangetroffen in een BMW 1-serie met Duits kenteken. Dit betreft [kenteken 1] respectievelijk [kenteken 2] . Uit het chassisnummer blijkt dat dit één en dezelfde auto betreft, waarop kennelijk de kentekenplaten werden verwisseld. Dat de auto werd gebruikt in combinatie met beide kentekens blijkt ook uit het feit dat in de auto documentatie is aangetroffen over beide kentekens. De rechtbank stelt dan ook vast dat verdachten op beide momenten de beschikking hadden over deze auto en zij gaat, mede nu niet anderszins is gebleken, er van uit dat verdachten ook in de om- en tussenliggende periode de beschikking hebben gehad over deze auto.
Deze auto speelt, samen met andere omstandigheden, een grote rol in onderhavige zaak. Die andere omstandigheden vinden hun grondslag in de aangiftes, diverse getuigenverklaringen en nader ondersteunend bewijs. De rechtbank zal eerst de wat haar betreft redengevende feiten en omstandigheden weergeven, om vervolgens aan te geven welke conclusies zij hieruit trekt.
Feit 2: poging diefstal in Weert op 17 juni 2016
Aangever [naam aangever] [6] deed namens [benadeelde 1] aangifte en verklaarde – zakelijk weergegeven – als volgt:
Ik doe namens mijn moeder aangifte van poging tot diefstal uit haar woning aan de [adres 1] te Weert. Op 17 juni 2016 omstreeks 15.00 uur werd ik gebeld om naar mijn moeder te gaan. Ik hoorde dat mijn moeder vertelde dat er twee personen in haar woning waren geweest. Die personen waren binnengekomen, nadat er aangebeld was. Die personen hebben in een woonkamerkast gekeken. Op de slaapkamer zag ik in een lade van het nachtkastje dat het ondergoed van mijn moeder er erg rommelig bij lag. Mijn zus vertelde mij dat dit niet normaal was. Voor zover wij konden zien is er niets weggenomen.
Getuige [getuige 1] [7] verklaarde op 17 juni 2016 – zakelijk weergegeven – als volgt:
U houdt mij voor begrepen te hebben dat ik getuige ben geweest van een verdachte situatie die net tussen 15.00 uur en 15.30 uur plaats heeft gevonden op de [adres 1] in Weert. Ik zag dat een BMW 1 serie door de straat reed. Vlak nadat ze langs de [adres 1] reden keerden ze en stapte een vrouw uit. Ik zag dat de auto doorreed en een drietal huizen naast nummer [adres 1] parkeerde. De vrouw liep meteen naar de voordeur van [adres 1] en belde aan. De bewoonster deed de deur open en liet de vrouw binnen. Ik zag dat de vrouw de voordeur op een kier liet staat en ik zag dat ze de woonkamer inliepen. Ik zag toen dat een man uit de auto was gestapt en dat hij de woning in ging. Na ongeveer 5 minuten zag ik dat hij weer naar buiten kwam en aanbelde. De deur werd toen opengedaan door de bewoonster, waarna ze korte tijd allerdrie binnen zijn geweest. Toen heb ik een foto gemaakt van het Duitse kenteken van de auto: [kenteken 2] (rb: deze foto is weergegeven op p. 304). Ik kan de man als volgt omschrijven: kort donker haar, dik en rond gezicht, klein, rond de 1.65 – 1.70m, korte benen, fors porstuur met een buikje. De vrouw kan ik als volgt omschrijven: Lang donker haar in een staart, had een rood mapje in haar handen.
Feit 4: diefstal sieraden in Helden op 19 juni 2016
Aangeefster [benadeelde 2] [8] verklaarde – zakelijk weergegeven – als volgt:
Ik doe aangifte van diefstal / insluiping in mijn woning aan de [adres 2] in Helden (rechtbank: gemeente Peel en Maas). Op 19 juni 2016 omstreeks 13.40 uur hoorde ik een vrouw op de woonkamerraam kloppen en zag ik dat de vrouw gebaarde. Ik begreep hieruit dat ze dorst had. Ik heb de voordeur geopend en zag een vrouw staan die in gebrekkig Nederlands vroeg of ik een bijdrage voor dementie had en of ze iets water mocht dronken. Ik ben hierop naar de keuken gelopen om water te halen en zag dat de vrouw achter me aanliep. Ik heb haar een glas water gepakt dat ze opdronk. Ik zag ook dat de vrouw de deur naar de gang dicht maakte. Ik wist dat de voordeur nog open stond. De vrouw wilde nog een glas. Ik heb dit gepakt en hoorde opeens gestommel op de eerste verdieping. Ik ben gelijk naar de gang gelopen en zag een man op de onderste treden van de trap staan. Ik zei dat ik de politie ging bellen en hoorde de man zeggen dat hij niet boven was geweest. Op dat moment duwde de vrouw me en vervolgens zijn de twee naar buiten gelopen. Ik ben naar boven gelopen en zag dat op mijn slaapkamer diverse lades en kasten waren doorzocht. Twee gouden ringen, een gouden schakelarmband en een gouden halsketting zijn weggenomen. Het glas waaruit de vrouw heeft gedronken heb ik veiliggesteld. Ik kan de man als volgt omschrijven: licht getinte huidskleur, normaal tot gespierd postuur, ongeveer 1.60m. Ik kan de vrouw als volgt omschrijven: licht getinte huidskleur, donkerbruin lang haar in een staart, ze droeg een soort van folder/papier bij zich.
Getuige [getuige 2] [9] verklaarde (samen met haar zoon) gezamenlijk – zakelijk weergegeven – als volgt:
Op 19 juni 2016 tussen 13.00 en 14.00 uur was ik samen met mijn zoon thuis in mijn woning aan de [adres 3] in Helden. Ik zag dat er een zwarte BMW in mijn straat kwam aanrijden, iets verderop stilstond en draaide, nog eens ongeveer twee minuten stilstond en weer wegreed, alles met draaiende motor. De auto betrof een zwarte BMW 1 serie met Duits kenteken waarin de letters [deel kenteken 2] voorkwamen. Er zat de hele tijd maar één persoon in de auto, namelijk een man met een boller gezicht en iets getinte huidskleur. De man maakte een gestreste indruk, omdat hij de hele tijd om zich heen bleef kijken. Vervolgens zag ik dat er een vrouw kwam aanlopen uit de richting van de [adres 4] . Ik zag dat zij een flink of gezet postuur had en donker bruin haar, vrij lang, in een staart. Zij stapte in de zwarte BMW, waarna ze wegreden.
De afstand tussen de woningen van aangeefster en getuige bedraagt circa 1,1 kilometer voor een route met de auto (bron: Google Maps).
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] [10] voerden een buurtonderzoek uit en relateerden – zakelijk weergegeven – dat zij op de [adres 4] in Helden aanbelden, omdat deze woning op twee plaatsen was voorzien van camera’s. De bewoonster deed open en vertelde dat er op 19 juni 2016, omstreeks 13.15 uur, een getinte vrouw bij haar had aangebeld, maar dat ze niet had open gemaakt. De bewoner gaf aan dat de vrouw op de camerabeelden was vastgelegd. Verbalisanten zag op de beelden zeker vier keer dat een zwarte BMW 1 serie over de [adres 4] en [adres 5] reed, dat deze omstreeks 13.15 uur stopte en dat er een vrouw uitstapte die naar de voordeur van de [adres 4] liep. Zij zagen dat de vrouw een rood mapje onder haar arm had en zij omschrijven de vrouw met een getinte huidskleur, donker haar in een knot en een gezet postuur.
De afstand tussen de woning van aangeefster en de [adres 4] bedraagt circa 1,1 kilometer voor een route met de auto (bron: Google Maps).
De afstand tussen de woning van aangeefster en plaats van aanhouding van verdachten (Stevensbeek) bedraagt circa 50 kilometer, met de auto af te leggen in minder dan 40 minuten (bron: Google Maps).
Bij
sporenonderzoekin de woning van aangeefster op 20 juni 2016 werd een glas, waaruit de dader gedronken zou hebben, in beslag genomen en bemonsterd: SIN AAIK6605NL. [11] Het NFI heeft deze bemonstering onderworpen aan een DNA-onderzoek en vergeleken met een referentiemonster wangslijmvlies van verdachte [medeverdachte] . De deskundige concludeert dat het onderzochte celmateriaal afkomstig kan zijn van de verdachte, waarbij de kans dat een willekeurig gekozen persoon het betreffende DNA-profiel heeft (de matchkans), kleiner is dan 1 op 1 miljard. [12]
Feit 6: poging diefstal in Meijel op 19 juni 2016
Aangeefster [benadeelde 4] [13] verklaarde – zakelijk weergegeven – als volgt:
Ik doe aangifte van poging tot diefstal uit woning middels zogenoemde babbeltruc. Op 19 juni 2016, tussen 12.15 en 12.45 uur, was ik thuis in onze woning aan het [adres 7] in Meijel (rechtbank: gemeente Peel en Maas). Ik hoorde de deurbel en zag dat een vrouw aan de voordeur stond. Deze vrouw had zwart haar en had een iets getinte huidskleur. Ze vroeg of ik een bijdrage wilde doen voor de arme kinderen, dit middels het laten zien van een formulier. Ik heb haar gezegd dat ik geen geld in huis had en pakte de deur in handen om deze dicht te maken. Ik zag toen dat de vrouw al in de gang stond naar mijn woonkamer. Ik hoorde dat de vrouw zei dat ze dorst had en dat ze graag iets te drinken had. Ik zei vervolgens dat ze als de sodemieter mijn woning moest verlaten en dat deed ze ook. Ik ben vervolgens in de buurt gaan rondvragen en hoorde van de vrouw die achter mij woont dat deze vrouw zou zijn ingestapt in een zwarte personenauto die daar stond te wachten en waarin een man zat als bestuurder.
Getuige [getuige 3] [14] verklaarde – zakelijk weergegeven – als volgt:
Op 19 juni 2016 was ik thuis in mijn woning aan het [adres 8] in Meijel. Ik zag aan de voorzijde van de woning een zwarte BMW personenauto, met een witte kentekenplaat met zwarte letters, stoppen. Ik zag dat in deze BMW een man zat die ik als volgt kan omschrijven: klein, ongeveer 160 cm groot, een rond gezicht en korte haren. Ik zag dat deze man uitstapte en wegliep. Na ongeveer vijf tot tien minuten zag ik deze man terug komen lopen met een vrouw die ik als volgt kan omschrijven: normaal tot stevig postuur, donkere haren en rode papieren in haar hand. Ik zag vervolgens dat de man weer in de zwarte BMW stapte en wegreed en dat de vrouw aanbelde bij mijn buren aan het [adres 9] .
Getuige [getuige 4] [15] verklaarde – zakelijk weergegeven – als volgt:
Op 19 juni 2016 was ik in de woning aan het [adres 9] in Meijel. Ik hoorde de bel gaan en zag dat een kleine gedrongen tot forse vrouw met lang zwart haar in een staart en iets getinte huidskleur aan de deur stond. Ik zag dat ze een wit formulier in de hand had waarop stond ‘sponsorgeld doven.’ Toen ik het blad las, kwam mijn vrouw erbij staan. Mijn vrouw zei gelijk, daarbij gebarend met haar handen: “Nee, nee.” Hierop nam de vrouw het papier en liep ze weg.
Feit 8: diefstal sieraden in Rucphen op 16 april 2016
Aangeefster [benadeelde 6] [16] verklaarde – zakelijk weergegeven – als volgt:
Ik doe aangifte van diefstal door middel een babbeltruc. Op 16 april 2016, omstreeks 15.00 uur, werd bij mij aangebeld aan de [adres 10] in Rucphen. Ik stapte naar buiten, keek om het hoekje en zag een vrouw staan. Ik begroette de vrouw en toen liep zij lang mij heen zelf naar binnen. Ze ging aan de eettafel zitten, pakte een stoel voor mij en legde een lijst op tafel waarop verschillende logo’s van hulporganisaties stonden. In gebrekkig Nederlands legde zij mij uit dat ze donateurs zochten en ik zag dat op de lijst al drie namen stonden. Opeens stond ook een man in de woonkamer. Ze vroegen om wat te drinken en ik heb de man een glas water gegeven. Ik ben niet heel mobiel, waardoor dat even duurt. Ze hebben mij aan de praat gehouden en ongeveer een half uur laten vertrokken ze weer. Toen ze weg waren zag ik dat er een kastje open stond in een zijkamer. Ik zag dat twee gouden ringen weg waren uit een laatje. Ik kan de vrouw als volgt omschrijven: erg donker haar, licht getinte huid, normaal postuur. Ik kan de man als volgt omschrijven: donker haar, getinte huidskleur, buitenlands type, normaal postuur.
Getuige [getuige 5] [17] verklaarde – zakelijk weergegeven – als volgt:
Op 16 april 2016 zag ik iets vreemd bij de overbuurvrouw van [adres 10] in Ruchpen aan de deur. Rond 15.15 uur zag ik een zwarte BMW 1-serie met Duits kenteken stoppen. Uit deze auto zag ik een vrouw met een map onder haar arm uitstappen en aanbellen bij mijn overbuurvrouw. Toen de buurvrouw haar voordeur opende zag ik die vrouw direct binnenstappen. Direct hierop zag ik de BMW wegrijden. Iets verder draaide de auto om en weer in de richting van de dorpskern rijden. Een paar minuten later zag ik de bestuurder van die auto terug komen lopen uit de richting van de dorpskern. Ook deze man liep direct bij nummer [adres 10] naar binnen. Na ongeveer een kwartier zag ik de man en vrouw samen naar buiten komen en richting dorpskern wandelen. Hooguit een paar minuten daarop zag ik de zwarte BMW langs mijn huis rijden. Het Duits kenteken betrof [deel kenteken 1] **. Het signalement van de vrouw is als volgt: donker haar tot op haar schouders, stevig postuur en licht getint. Het signalement van de man is als volgt: kort zwart haar, donkere huidskleur, steviger postuur.
Feit 10: diefstal zegelring in Elshout op 17 april 2016
Aangever [benadeelde 7] [18] verklaarde – zakelijk weergegeven – als volgt:
Ik doe aangifte van diefstal uit mijn woning aan de [adres 11] in Elshout (rechtbank: gemeente Heusden) middels een babbeltruc. Op 17 april 2016, omstreeks 14.00 uur, werd aan de voordeur gebeld. Mijn vrouw deed open en zag een jongedame staan. Deze vrouw had een klein mapje bij zich, met daarin een tekst van een gehandicaptenstichting in Venlo. Ze deed de map open en liet lezen dat ze om geld vroeg te behoeve van doofstommen. Mijn vrouw is omgedraaid, liet de deur open en liep naar binnen om geld te pakken. Mee dat mijn vrouw binnen stond, stond de jongedame ook binnen. Ik zag dat ze bij mij aan tafel ging zitten en hoorde dat ze om een glas water vroeg. Mijn vrouw is een glas water gaan halen. Toen moest ze naar de wc. Op dat moment kwam er ook een jongen onze woning binnen gelopen. Ik vond dat het lang duurde, dus ben ik gaan kijken bij de wc. Ik zag dat de wc-deur op een kiertje stond en zag de jongedame niet op de wc. Ik ben toen naar de slaapkamer, een klein stukje naast de wc, gelopen, deed de deur open en zag de dame op onze slaapkamer. Ik zag nog dat zij haar trui naar beneden sjorde. Ik sloeg er geen acht op, waarna ik met haar weer naar de woonkamer liep. Daarna hebben zij en de jongen nog even bij ons in de woonkamer gestaan en daarna zijn ze weggegaan. Mijn vrouw keek uit het raam en zag de ze samen in een kleine donkere auto stapten. Omdat ik het achteraf raar vond, ben ik in mijn slaapkamer gaan kijken. Toen zag ik uiteindelijk dat mijn zegelring weg was, welke in een doosje in mijn nachtkastje lag. Ik kan de vrouw als volgt omschrijven: klein van postuur, licht getint uiterlijk, mollig, donker haar in staart. Ik kan de man als volgt omschrijven: klein van postuur, mollig, kort donker haar, licht getint.
Bij
buurtonderzoek [19] bleek dat op [adres 12] camera’s hingen. Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben die beelden bekeken en gezien dat het voertuig dat door de vermoedelijke daders gebruikt is, een zwarte BMW 1-serie betreft, voorzien van het Duitse kenteken [kenteken 1] . Na correctie van tijdstippen (i.v.m. winter-/zomertijd) hebben verbalisanten het volgende gezien: Om 12.50.00 uur komt de BMW door de straat gereden, om 12.56.40 uur parkeert de zwarte BMW voor de deur van getuige [getuige 6] (huisnummer [adres 12] ), om 13.10.08 uur komen een man en vrouw naar het voertuig lopen en om 13.10.36 uur rijdt het voertuig met de personen erin weg.
Overwegingen van de rechtbank
Kenmerkend voor deze feiten is naar het oordeel van de rechtbank de door de daders gehanteerde goeddeels vergelijkbare
modus operandi. Deze houdt in dat een vrouw zich voordoet als collectant (feiten 2, 4, 6, 8 en 10) voor een goed doel en daartoe documentatie bij zich heeft, al dan niet in een rode map (feiten 4, 6, 8 en 10). Terwijl deze vrouw de bewoners binnenshuis in gebrekkig Nederlands aan de praat houdt, betreedt - meestal ongezien – een tweede persoon de woning, welke persoon een zoektocht door de woning en in het bijzonder de slaapkamers uitvoert (feiten 2, 4, 8 en 10). Opvallend is overigens dat men bijzonder vaak dorst heeft (feiten 4, 6, 8 en 10).
Daarnaast blijkt die hierboven reeds genoemde auto, een
zwarte BMWmet Duits kenteken [kenteken 2] of [kenteken 1] , meermalen gebruikt te zijn door de daders. Bij meerdere feiten is een auto met een van die volledige kentekens gesignaleerd (feiten 2 en 10). Daarnaast is bij diverse andere feiten een van die kentekens partieel gesignaleerd (feiten 4 en 8). Tenslotte is eenmaal een zwarte BMW gezien (feit 6).
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of verdachte daadwerkelijk de betreffende tweede dader naast de bovenbedoelde vrouw is geweest. In tegenstelling tot medeverdachte [medeverdachte] is verdachte niet zichtbaar op camerabeelden en heeft geen DNA-match plaatsgevonden op een plaats delict. Resteren derhalve de modus operandi, de auto en de signalementen. Voor wat betreft de
signalementenmerkt de rechtbank nog het volgende op. De rechtbank overweegt dat de schattingen van verdachtes leeftijd weliswaar niet steeds overeenkomen met zijn werkelijke leeftijd en ook soms behoorlijk afwijken, maar ter zitting heeft zij geconstateerd dat verdachtes uiterlijk ook niet zonder meer conform zijn leeftijd is te achten. Afwijking hierin acht de rechtbank dan ook begrijpelijk en zij hecht daaraan dan ook geen waarde. Bovendien heeft de rechtbank ter terechtzitting geconstateerd dat het postuur van verdachte voor verschillende beschrijvingen vatbaar is, van normaal tot gezet of zelfs sportief. De rechtbank heeft ter zitting waargenomen dat verdachte relatief klein van stuk is.
Vast staat dat beide verdachten meermalen samen op pad zijn geweest met de zwarte BMW met wisselende Duitse kentekens. Dit is reeds gebleken uit het aantreffen van beiden in die auto op 6 april 2016 en bij hun aanhouding op 19 juni 2016. Voorafgaand aan die aanhouding vonden op 19 juni 2016 twee feiten plaats, namelijk in Meijel (feit 4) en Helden (feit 6). Deze feiten vonden plaats vlak bij elkaar, vlak na elkaar en bovendien op minder dan 40 minuten rijden afstand van de plek waar verdachten zijn aangehouden. Gelet op de DNA‑match staat het voor de rechtbank vast dat in elk geval medeverdachte [medeverdachte] de betreffende vrouw is geweest inzake feit 4. Gelet op de signalering van een zwarte BMW (feit 6), een partieel overeenkomend kenteken (feit 4) en de overeenkomende signalementen van de man in combinatie met de gelijkende modus operandi, is de rechtbank er van overtuigd dat verdachte de tweede dader is van de feiten 4 en 6.
Voor wat betreft de feiten 2, 8 en 10 komt de rechtbank tot eenzelfde conclusie. De signalering van een volledig (feiten 2 en 10) of partieel kenteken (feit 8) in combinatie met de overeenkomende signalementen van de man in combinatie met de gelijkende modus operandi, leiden de rechtbank tot de conclusie dat verdachte ook voor wat betreft de feiten 2, 8 en 10 aan te merken is als de tweede dader.
De rechtbank acht derhalve de feiten 2, 4, 6, 8 en 10 wettig en overtuigend bewezen. Gelet op de omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte al deze feiten ook samen met in elk geval één ander heeft gepleegd.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht ten laste van verdachte bewezen dat:
2.hij op 17 juni 2016 in de gemeente Weert ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning gelegen aan de [adres 1] te Weert, weg te nemen een hoeveelheid goederen en/of geld, toebehorende aan [benadeelde 1] , die woning heeft betreden en/of (vervolgens) in de slaapkamer van die woning in lades heeft gezocht, zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;
4.hij op 19 juni 2016 in de gemeente Peel en Maas, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning gelegen aan de [adres 2] te Helden heeft weggenomen twee (gouden) ringen en een (gouden) armband, toebehorende aan [benadeelde 2] ;
6.hij op 19 juni 2016 in de gemeente Peel en Maas, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning, gelegen aan het [adres 7] te Meijel, weg te nemen een hoeveelheid goederen en/of geld, toebehorende aan [benadeelde 4] , voornoemde woning heeft betreden, zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;
8.hij op 16 april 2016 in de gemeente Rucphen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning, gelegen aan de [adres 10] , heeft weggenomen twee (gouden) ringen, toebehorende aan [benadeelde 6] ;
10.hij op 17 april 2016 in de gemeente Heusden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning, gelegen aan de [adres 11] te Elshout, heeft weggenomen een zegelring, toebehorende aan [benadeelde 7] .
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:

2.poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen

4.diefstal door twee of meer verenigde personen
6.poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen
8.diefstal door twee of meer verenigde personen
10.diefstal door twee of meer verenigde personen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 3 jaren met aftrek van voorarrest. Daartoe heeft hij in het bijzonder aangevoerd dat sprake is van mobiel banditisme, waarbij het in deze gaat het om laf en verwerpelijk gedrag en waarbij misbruik wordt gemaakt van de goedheid van juist oudere, kwetsbare, mensen. Verdachte heeft nauwelijks documentatie, maar toont ook geen enkel berouw, neemt geen verantwoordelijkheid en probeert zelfs met leugens weg te komen. De officier van justitie heeft als uitgangspunt genomen gevangenisstraffen van 20 weken (5 maanden) per voltooide insluiping, 12 weken (3 maanden) voor pogingen en 4 weken voor de winkeldiefstal.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om, ingeval de rechtbank toch tot een bewezenverklaring komt, het onvoorwaardelijke gedeelte van de gevangenisstraf niet langer te doen zijn dan de reeds ondergane voorlopige hechtenis. Daartoe heeft zij in het bijzonder aangevoerd dat verdachte en medeverdachte nog jong zijn, vijf kinderen hebben die ze al vijf maanden niet hebben gezien en waarvan én kind een hartafwijking heeft, waaraan hij geopereerd moet worden en dat zij hun zesde kind verwachten in maart 2017.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf let de rechtbank op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. De rechtbank overweegt daarbij in het bijzonder als volgt.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan in totaal vijf diefstallen of pogingen daartoe. Verdachte probeerde samen met zijn mededader telkens middels zogenaamde babbeltrucs oudere mensen om de tuin te leiden teneinde hen uiteindelijk te bestelen. Daartoe reisden zij kennelijk zelfs vanuit Duitsland het halve land door. Verdachtes mededader heeft dit op doordachte en doortrapte wijze gedaan door kennelijk bewust slachtoffers met een hoge leeftijd uit te kiezen en zich voor te doen als collectant, zonder zich te bekommeren om de uitwerking van haar handelen juist op deze kwetsbare slachtoffers. Dat het bij enkele zaken niet tot een voltooide diefstal is gekomen, is overigens niet aan verdachte te danken, maar aan de alertheid en tegenwoordigheid van geest van de slachtoffers.
Dit zijn ernstige zeer feiten. Verdachte heeft slechts oog gehad voor financieel gewin. Hij heeft geen rekening gehouden met de mogelijke gevolgen van haar handelen voor de slachtoffers. Verdachte heeft op zeer brutale wijze het vertrouwen van de slachtoffers geschaad. Hij heeft ook het vertrouwen in de medemens, van wie oudere mensen in toenemende mate afhankelijk zijn, in ernstige mate geschaad. Tevens neemt de rechtbank in beschouwing dat deze feiten bij de slachtoffers thuis hebben plaatsgevonden, juist de plek waar men zich veilig behoort te kunnen voelen.
Evenals de officier van justitie, tevens indachtig de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting, is de rechtbank van oordeel dat gevangenisstraffen van 20 weken per voltooide diefstal en 12 weken voor elke poging gerechtvaardigde uitgangspunten zijn. Uitgaande van drie voltooide diefstallen (60 weken) en twee pogingen ( 24 weken) zou dit resulteren in 84 weken, circa 21 maanden.
Het nagenoeg blanco strafblad van verdachte, de zwangerschap van zijn partner en zijn thuissituatie zijn weliswaar omstandigheden die mogelijk een matigende werking op de straf zouden kunnen hebben, maar deze omstandigheden kunnen niet af doen aan de ernst en hoeveelheid van de feiten. De thuissituatie van verdachte en zijn ernstig zieke kind weerhielden hem kennelijk ook niet van het plegen van deze feiten. De rechtbank ziet dan ook geen reden tot matiging van de op te leggen straf. Ook ziet zij geen aanleiding tot een deels voorwaardelijke straf.
De rechtbank zal verdachte dan ook veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 21 maanden met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
De benadeelde partij [benadeelde 2] vordert een schadevergoeding van 300 euro wegens immateriële schade als gevolg van feit 4.
Ten laste van verdachte is feit 4 bewezen verklaard. Het is een strafbaar feit en verdachte zal ter zake van dat feit worden veroordeeld.
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering die door de verdediging niet is weersproken, voor toewijzing vatbaar, zodat de rechtbank het schadebedrag zal vaststellen op 300 euro te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf 19 juni 2016 tot de dag der algehele voldoening.
Verdachte is naar burgerlijk recht, samen met zijn mededader(s), hoofdelijk aansprakelijk voor deze schade.
De rechtbank zal de verdachte veroordelen in de kosten van het geding door de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag gemaakt, tot heden begroot op nihil.
De rechtbank zal tevens aan verdachte de (hoofdelijke) verplichting opleggen aan de Staat een bedrag van 300 euro te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf 19 juni 2016 tot de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 6 dagen, te betalen ten behoeve van de benadeelde [benadeelde 2] .
7.2
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 8]
De benadeelde partij [benadeelde 8] vordert een schadevergoeding van 150 euro wegens materiële schade als gevolg van feit 11.
Verdachte zal worden vrijgesproken van feit 11. Aangezien aan de vordering dan ook een feitencomplex ten grondslag ligt waarvoor verdachte niet zal worden veroordeeld, dient de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering te worden verklaard.
Aangezien de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering zal worden verklaard, zal de verdachte niet worden veroordeeld in de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt. Niet gebleken is dat verdachte (extra) kosten heeft gemaakt ten aanzien van de civiele vordering. De rechtbank zal deze kosten vaststellen op nihil.

8.Het beslag

Uit het onderzoek ter zitting is gebleken dat onder verdachte een personenauto BMW 120d voorzien van kenteken [kenteken 2] in beslag is genomen en nog niet is teruggeven. De rechtbank zal deze auto verbeurd verklaren, aangezien dit een voorwerp is met behulp waarvan diverse feiten zijn begaan en met behulp van welke de opsporing is belemmerd, terwijl niet is kunnen worden vastgesteld aan wie het voorwerp toebehoort.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 24c, 33, 33a, 36f, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van de feiten 1, 3, 5, 7, 9, 11 en 12;
Bewezenverklaring
  • verklaart de feiten 2, 4, 6, 8 en 10 bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten 2, 4, 6, 8 en 10 tot een gevangenisstraf van 21 maanden;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij [benadeelde 2] (feit 4)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] inzake feit 4 toe;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde 2] te betalen 300 euro te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 juni 2016 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door de/een of meer mededader(s) is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde [benadeelde 2] van 300 euro, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 juni 2016 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door de/een of meer mededader(s) is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
Benadeelde partij [benadeelde 8] (feit 11)
  • verklaart de benadeelde partij [benadeelde 8] niet-ontvankelijk in haar vordering inzake feit 11;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot tot heden op nihil;
Beslag
- verklaart verbeurd het volgende in beslag genomen voorwerp:
- een personenauto BMW 120d voorzien van kenteken [kenteken 2] (goednummer PL2300-2016110527-805500).
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P. van Deventer, voorzitter, mr. W.L.J. Voogt en
mr. R.A.M.M. Gijselaers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.A.G. Corten, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 2 december 2016.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.hij op of omstreeks 13 juni 2016 in de gemeente Horst aan de Maas, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning gelegen aan de [adres 16] te Meterik , weg te nemen een hoeveelheid goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 10] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), bij genoemde woning heeft/hebben aangebeld en/of (vervolgens) die woning heeft/hebben betreden (na middels gebarentaal aangegeven te hebben doofstom te zijn en/of een donatieformulier te hebben getoond en/of gevraagd te hebben om een glaasje water), zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art. 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.hij op of omstreeks 17 juni 2016 in de gemeente Weert ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning gelegen aan de [adres 1] te Weert, weg te nemen een hoeveelheid goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), bij die woning heeft/hebben aangebeld en/of (vervolgens) die woning heeft/hebben betreden en/of (vervolgens) in de slaapkamer van die woning in lades heeft/hebben gezocht, zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art. 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.hij op of omstreeks 19 juni 2016 in de gemeente Leudal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning, gelegen aan het [adres 17] te Heibloem, heeft weggenomen een zakmes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 11] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
4.hij op of omstreeks 19 juni 2016 in de gemeente Peel en Maas, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning gelegen aan de [adres 2] te Helden heeft weggenomen twee (gouden) ringen en/of een (gouden) armband, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
5.hij op of omstreeks 20 april 2016 in de gemeente Heusden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een horloge, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), bij de woning van die [benadeelde 3] heeft/hebben aangebeld en/of (vervolgens) (na opening van de deur) een horloge van de arm van die [benadeelde 3] te pakken/ af te halen, zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art. 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
6.hij op of omstreeks 19 juni 2016 in de gemeente Peel en Maas, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning, gelegen aan het [adres 7] te Meijel, weg te nemen een hoeveelheid goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), voornoemde woning heeft betreden, zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art. 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
7.hij op of omstreeks 3 juni 2016 in de gemeente De Ronde Venen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een (winkel)pand, gelegen aan de [adres 15] te Wilnis, heeft weggenomen een bril, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam winkel] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
8.hij op of omstreeks 16 april 2016 in de gemeente Rucphen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning, gelegen aan de [adres 10] , heeft weggenomen twee (gouden) ringen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
9.hij op of omstreeks 15 april 2016 in de gemeente Boxtel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning, gelegen aan het [adres 18] , heeft weggenomen een horloge en/of een armband en/of twee (zegel)ringen en/of een (ketting)hanger en/of twee kettingen en/of een oorsieraad en/of drie broches, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 12] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
10.hij op of omstreeks 17 april 2016 in de gemeente Heusden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning, gelegen aan de [adres 11] te Elshout, heeft weggenomen een Zegelring, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
11hij op of omstreeks 26 maart 2016 in de gemeente Baarle-Nassau, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een ketting, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 8] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders samen met zijn mededader(s) naar een woning, gelegen aan de [adres 13] , is gereden en/of (vervolgens) en/of heeft aangebeld bij de woning van die [benadeelde 8] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 8] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat met kracht aan genoemde ketting werd getrokken, terwijl deze ketting zich om de nek/hals van die [benadeelde 8] bevond;
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art. 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
12hij op of omstreeks 24 maart 2016 in de gemeente Reimerswaal, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning, gelegen aan de [adres 14] te Yerseke, weg te nemen een hoeveelheid goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 9] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), naar voornoemde woning is gereden en/of (vervolgens) bij de woning heeft aangebeld en/of (vervolgens) genoemde woning is binnengetreden, zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid.
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art. 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Limburg, district Noord- en Midden-Limburg, woninginbrakenteam, onderzoek LB1R016059 Betelgeuze, babbeltrucs Roemenen, onderzoek‑nummers 2016106328 en anderen, gesloten d.d. 12 oktober 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 523.
2.Een geschrift, inhoudende een Belgisch proces-verbaal van de politie regio Turnhout, d.d. 7 juni 2016, p. 433-434.
3.Proces-verbaal aanhouding d.d. 19 juni 2016, p. 32-33.
4.Proces-verbaal van bevindingen tactische doorzoeking personenauto BMW [kenteken 2] d.d. 22 juni 2016, p. 498-499.
5.Proces-verbaal voertuigonderzoek d.d. 22 juni 2016, p. 522-523.
6.Proces-verbaal aangifte, d.d. 19 juni 2016, p. 290-291.
7.Proces-verbaal verhoor getuige d.d. 17 juni 2016, p. 292-293.
8.Proces-verbaal aangifte d.d. 28 juni 2016, p. 326-328.
9.Proces-verbaal verhoor getuige d.d. 21 juni 2016, p. 330-331.
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 september 2016, p. 332-333.
11.Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 21 juni 2016, p. 336-337.
12.Een deskundigenverslag (geschrift), opgesteld
13.Proces-verbaal aangifte d.d. 21 juni 2016, p. 370-371.
14.Proces-verbaal verhoor getuige d.d. 21 juni 2016, p. 372-373.
15.Proces-verbaal verhoor getuige d.d. 21 juni 2016, p. 374-375.
16.Proces-verbaal aangifte d.d. 16 april 2016, p. 384-386.
17.Proces-verbaal verhoor getuige d.d. 1 mei 2016, p. 390-391.
18.Proces-verbaal aangifte d.d. 18 april 2016, p. 405-407.
19.Proces-verbaal d.d. 9 oktober 2016, p. 416a-416b.