ECLI:NL:RBLIM:2016:10427

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 december 2016
Publicatiedatum
1 december 2016
Zaaknummer
03/659121-16
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van diefstal van pinpassen en geldbedragen met behulp van pinpassen

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 1 december 2016, is de verdachte beschuldigd van het medeplegen van diefstal van negentien pinpassen en het stelen van geldbedragen met behulp van vijftien pinpassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen in de periode van 21 november 2014 tot en met 22 september 2015 meerdere diefstallen heeft gepleegd, waarbij de slachtoffers vaak hoogbejaarden waren. De modus operandi bestond uit het afleiden van de slachtoffers tijdens het pinnen, waarna de pinpas werd verwisseld met een andere pinpas. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, met uitzondering van één partij die niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk was voor bepaalde feiten, omdat het specialiteitsbeginsel in de weg stond. De zaak is behandeld in tegenspraak, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De rechtbank heeft de bewezenverklaring gebaseerd op de aangiftes van de slachtoffers, camerabeelden en de herkenning door verbalisanten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele feiten, maar de overige feiten zijn bewezen verklaard, wat leidt tot de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/659121-16
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 1 december 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren [geboortegegevens] ,
gedetineerd in [adresgegevens PI] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. P.D. Popescu, advocaat kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is behandeld op de zitting van 15 september 2016. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn toen verschenen. De verdediging heeft een preliminair verweer gevoerd en de inhoudelijke behandeling van de zaak kon niet worden voortgezet.
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 17 november 2016. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
feit 1: in de periode van 21 november 2014 tot en met 22 september 2015 samen met een ander of anderen negentien pinpassen heeft gestolen.
Feit 2: in de periode van 11 september 2015 tot en met 28 september 2015 samen met een ander of anderen geldbedragen heeft gestolen met behulp van vijftien pinpassen waartoe hij en/of zijn mededaders niet gerechtigd waren.

3.De voorvragen

De raadsman heeft als preliminair verweer aangevoerd dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk is ten aanzien van die feiten waarop de overlevering geen betrekking heeft, nu het specialiteitsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 27, tweede lid, van het Kaderbesluit, hieraan in de weg staat.
De rechtbank is met de verdediging en de officier van justitie van oordeel dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk is ten aanzien van die feiten waarvoor verdachte niet is overgeleverd. In concreto betekent dit niet-ontvankelijkheid ten aanzien van de zaken 10 en 20 zoals vermeld onder feit 1 (diefstal pinpas), en ten aanzien van zaak 20 zoals vermeld onder feit 2 (diefstal van een hoeveelheid geld) op de dagvaarding.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van hetgeen is ten laste gelegd als zaak 17 (aangever [naam] ), nu een voltooide diefstal is ten laste gelegd, terwijl sprake is van een poging tot diefstal.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat feiten 1 en 2 (zaken 1 tot en met 9, zaken 11 en 12, zaken 15, 16, 18, 19 en 21) dienen te worden bewezenverklaard, gelet op de aangiftes, de modus operandi, de printscreens van de camerabeelden en de begeleidende processen-verbaal.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Partiële vrijspraakoverwegingen ten aanzien van feit 1 en feit 2:
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de diefstal van de pinpas van [slachtoffer] (feit 1, zaak 17) en de diefstal van geld met deze pinpas (feit 2, zaak 17). Er is immers geen sprake van een voltooide diefstal zoals ten laste gelegd, maar van een poging daartoe.
De rechtbank is verder van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de diefstal van geld met een pinpas waartoe verdachte en/of zijn mededaders niet gerechtigd waren, toebehorende aan [slachtoffer] (feit 2, zaak 15), nu is gebleken dat er geen geld van de betreffende bankrekening is gehaald.
Bewijsmiddelen en overwegingen ten aanzien van feit 1 en feit 2:
Inleiding
In de periode van 21 november 2014 tot en met 22 september 2015 zijn een aantal aangiftes gedaan van diefstal van een pinpas en van diefstal van geldbedragen met behulp van de gestolen pinpas. In bijna al deze zaken is vastgesteld dat de navolgende afleidingsmanoeuvre werd toegepast.
Terwijl het slachtoffer aan het pinnen is, wordt over zijn of haar schouder meegekeken om de pincode af te kijken. Als het slachtoffer klaar is met pinnen en de pinpas uit de pinautomaat komt, wordt het slachtoffer afgeleid door de dader(s) waarna het slachtoffer zich even wegdraait van de pinautomaat. Op dat moment wordt de pinpas van het slachtoffer uit de pinautomaat gehaald en verwisseld met een andere pinpas. Het slachtoffer, dat zich niet bewust is van de verwisseling van zijn of haar bankpas, haalt vervolgens een pinpas uit de automaat die niet aan hem/haar toebehoort. Door voornoemde handelingen zijn de dader(s) in het bezit van de pinpas en de daarbij behorende pincode, waarna zij ongestoord geld van de rekening van het slachtoffer opnemen.
De aangiftes
[familielid slachtoffer] heeft aangifte [2] gedaan namens zijn oom genaamd [slachtoffer] . Hij heeft verklaard dat zijn oom op 21 november 2014 om 12:15 uur heeft gepind bij de Rabobank te Venray. Hij heeft daarbij gebruik gemaakt van een pinpas met IBAN-nummer [nummer] , op naam van [naam] . Op 24 november 2014 wilde zijn oom wederom pinnen. Toen de pinautomaat aangaf dat de pincode onjuist was, ontdekte hij dat de pinpas van iemand anders was. Vervolgens bleek dat op 21 november 2014 en 22 november 2014 een bedrag van in totaal € 860,00 gepind was.
[slachtoffer] heeft aangifte [3] gedaan en heeft verklaard dat zij op 22 november 2014 omstreeks 9:30 uur heeft gepind bij de pinautomaat van de Rabobank in Oeffelt, vanaf haar rekening met nummer [nummer] . Zij zag dat twee buitenlandse vrouwen de ruimte van de pinautomaat binnen kwamen. Een van de vrouwen liet haar een briefje van vijftig euro zien. Aangeefster heeft verklaard dat, terwijl zij bukte om die vijftig euro die de ene vrouw in haar hand had te bekijken, die andere vrouw achter haar doorliep en haar bankpas uit de pinautomaat heeft weggenomen en verruild voor een andere bankpas. Toen aangeefster naar buiten liep zag zij dat de twee vrouwen daar stonden met een man. Aangeefster probeerde in de winkel te betalen met haar pinpas en ontdekte dat het niet haar pinpas betrof, maar dat de in haar bezit zijnde pinpas op naam van [naam] stond. [4] Aangeefster heeft de bank gebeld en hoorde dat er inmiddels € 1.100,00 van haar bankrekening was opgenomen. Men deed in totaal vier transacties: drie transacties bij dezelfde bank in Oeffelt en een transactie bij een bank in Gennep.
[slachtoffer] heeft aangifte [5] gedaan en heeft verklaard dat hij op 22 november 2014 omstreeks 13:10 uur geld ging pinnen bij een geldautomaat van de Rabobank in Millingen aan de Rijn. Hij zag dat een vrouw een beetje aan het rommelen was bij een van de twee geldautomaten. Aangever ging naast de vrouw staan bij een andere geldautomaat. Hij deed zijn Rabobankpas in de geldautomaat, voerde zijn pincode en het gewenste bedrag in. Plotseling tikte de vrouw die naast hem stond hem aan. De vrouw wees naar een briefje van vijftig euro dat op de grond lag. Aangever heeft verklaard dat hij het briefje niet heeft opgeraapt, maar wel even afgeleid was. Hij heeft zijn geld en de pinpas uit de geldautomaat gepakt. Hij merkte in de auto dat het niet zijn pinpas was maar die van een ander, welke op naam staat van [naam] . Aangever is naar huis gegaan en heeft gebeld naar de Rabobank om de pinpas te blokkeren, maar er bleek al € 650,00 te zijn afgeschreven.
[slachtoffer] heeft aangifte [6] gedaan en heeft verklaard dat zij op 26 november 2014 omstreeks 10:00 uur geld heeft gepind bij de Rabobank te Velp. Zij stopte haar pinpas, behorende bij rekeningnummer [nummer] , in de automaat, toetste haar pincode in en nam
€ 10,00 op. Voordat zij het geld uit de automaat kon halen, zag zij dat er een vrouw achter haar stond. De vrouw liet een briefje van € 50,00 vallen. Toen aangeefster dit opraapte, raakte de vrouw het been van aangeefster aan. Aangeefster zei hier iets van en haalde haar geld uit de automaat en borg haar pinpas op in haar portemonnee. Aangeefster is naar de Action gegaan en toen zij haar aankoop wilde betalen, merkte zij dat haar pinpas niet werkte. Aangeefster is direct teruggegaan naar de Rabobank en toen bleek dat het om een geblokkeerde pinpas ging die eerder gestolen was van de heer [naam] . Er is geen geld van haar rekening gehaald.
[slachtoffer] heeft aangifte [7] gedaan en heeft verklaard dat hij op 25 november 2014 tussen 15:00 en 16:00 uur naar een geldautomaat van de Rabobank in Arnhem is gegaan. Zijn rekeningnummer is [nummer] . Er stond een man voor hem bij de geldautomaat. Deze man droeg een pak. Aangever heeft € 50,00 gepind. Aangever heeft verklaard dat hij met de man in het pak heeft gesproken, maar dat hij niet kan verklaren of dit tijdens het pinnen is gebeurd of erna. Op 27 november 2014 zag aangever dat er een andere naam op zijn bankpas stond, de naam “ [naam] ”. Bij de Rabobank kreeg aangever te horen dat er inmiddels al
€ 500,00 was opgenomen met zijn eigen bankpas. Dit zou zijn gebeurd in Emmerich, Duitsland.
De verbalisant relateert bij deze aangifte dat in totaal € 1.798,38 is weggenomen.
[slachtoffer] heeft aangifte [8] gedaan en heeft verklaard dat zij op 27 november 2014 omstreeks 10:27 uur bij de pinautomaat van de Rabobank te Roermond was om haar saldo op te vragen. Haar rekeningnummer is [nummer] . Op het moment dat zij de bankpas uit de pinautomaat wilde pakken, werd zij van achteren aangetikt. Zij keek om en zag een buitenlandse vrouw. Zij zag dat de vrouw naar de grond wees. Aangeefster keek ook naar de grond en zag een bankbiljet van € 50,00 op de grond liggen. De vrouw gebaarde nog van alles. Aangeefster snapte er niets van en heeft zich omgedraaid en haar bankpas uit de pinautomaat gepakt. Omstreeks 13:30 uur zag aangeefster dat het bankpasje dat in haar portemonnee zat, niet van haar was. Bij de Rabobank bleek dat er om 10:30 uur € 280,00 van haar bankrekening was gehaald bij dezelfde pinautomaat in Roermond.
[slachtoffer] heeft aangifte [9] gedaan en heeft verklaard dat hij op 27 november 2014 om 11:47 uur bij de Rabobank in Montfort een bedrag van € 270,00 heeft gepind. Op het moment dat hij zijn pasje uit de bank moest halen, voelde hij bij zijn linkervoet iets. Hij keek omlaag en zag een dame die zijn voet optilde en hier een briefje van € 50,00 onderuit haalde. Hierna haalde aangever zijn pinpas en het geld uit de automaat. Omstreeks 20:00 uur zag hij dat hij niet meer in het bezit was van zijn eigen bankpas. Het was wel een identieke Rabopas, gelijkend op die van hem, maar stond op naam van [naam] . Na het bekijken van de bankgegevens bleek dat op 27 november 2014 bij dezelfde pinautomaat in Montfort omstreeks 11:48 uur nog een bedrag van € 700,00 was gepind en dat omstreeks 11:49 uur een bedrag van € 280,00 was gepind. Om 12:36 uur was bij [bedrijfsnaam] in Roermond € 207,90 gepind. Om 14:03 uur is in Krefeld bij Volksbank Krefeld EG € 500,00 gepind.
[slachtoffer] heeft aangifte [10] gedaan en heeft verklaard dat zij op 29 november 2014 omstreeks 12:40 uur een bedrag heeft gepind van € 250,00 bij de Rabobank te Stramproy. Zij haalde haar bankpasje uit de automaat en legde het pasje op de automaat neer. Zij haalde vervolgens het geldbedrag uit de automaat en stopte het in haar portemonnee. Op dat moment werd zij door een onbekende vrouw op haar linkerschouder getikt. Zij zag dat de vrouw naar de grond wees. Zij zag dat er aan haar linkerzijde op de grond een briefje van
€ 50,00 lag. Dit duurde maar een aantal seconden. Aangeefster draaide zich weer om naar de automaat omdat zij nogmaals € 250,00 euro wilde pinnen. Zij pakte het pasje weer van de automaat en wilde haar pincode intoetsen. Zij zag dat het pasje het niet deed. Op 1 december 2014 kwam de bank erachter dat zij een ander Rabobankpasje in haar bezit had, van een mevrouw afkomstig uit Roermond. Aangeefster heeft verklaard dat er € 5.441 euro van haar rekening is gehaald. [11]
[slachtoffer] heeft aangifte [12] gedaan en heeft verklaard dat zij op 27 juni 2015 tussen 9:45 uur en 10:15 uur met haar pinpas geld heeft gepind bij de ING pinautomaat in Horst. Toen zij ging pinnen stonden er echter achter haar een man en een vrouw. Aangeefster voelde zich erg ongemakkelijk bij deze twee mensen. Aangeefster keek een paar keer achterom, maar de mensen veranderden niets aan hun houding. Aangeefster pinde € 50,00, pakte haar pinpas en haar geld, stopte beide in haar jaszak en is weggegaan. Thuis kwam zij erachter dat haar pinpas niet meer in haar jaszak zat. Aangeefster heeft haar pinpas laten blokkeren. Toen zij telefonisch contact had met de Rabobank bleek dat er toch veertien minuten nadat zij € 50,00 had gepind, € 1200,00 van haar rekening was gehaald.
[slachtoffer] heeft aangifte [13] gedaan en heeft verklaard dat zij op 30 juni 2015 omstreeks 9:00 uur ging pinnen bij de Rabobank in Venray. Toen zij net gepind had werd zij aangesproken door een man. Deze man wees naar de grond en daar lag € 20,00. Aangeefster wist zeker dat dit geld niet van haar was. Zij had meteen het idee dat dit niet klopte en heeft zich daarom niet gebukt naar het geld. Zij heeft een tel naar het geldbriefje gekeken en toen zij weer naar de pinautomaat keek, zag zij dat er een ander pasje in de automaat zat dan haar pasje. Zij heeft tegen de man gezegd dat hij haar pasje had. Zij zag dat de man toen heel hard weg liep. Toen de man haar aansprak was er ook een vrouw bij hem. Aangeefster is direct bij de Rabobank naar binnen gelopen om haar pasje te laten blokkeren. Tevens heeft zij daar het pasje dat in de automaat zat afgegeven. Zij hoorde dat de bankmedewerker zei dat dit pasje weggehaald was in Weert.
[slachtoffer] heeft aangifte [14] gedaan en heeft verklaard dat zij op 30 juni 2015 omstreeks 14:00 uur geld heeft gepind bij de geldautomaat van de Rabobank in Boxmeer. Tijdens de transactie stond een man dicht achter haar en hield haar aan de praat. Op 7 juli 2015 ging zij wederom pinnen bij dezelfde automaat. Toen zij de pinpas in de geldautomaat stopte, kwam de melding “geblokkeerd” op het scherm te staan. Aangeefster is de Rabobank binnen gelopen. De medewerker vertelde dat zij een andere pinpas onder zich had, op naam van [naam] . De medewerker vertelde ook dat er meerdere malen grote bedragen van haar rekening waren afgeschreven.
[slachtoffer] heeft aangifte [15] gedaan en heeft verklaard dat zij op 10 juli 2015, tussen 9:45 uur en 10:00 uur, bij de Rabobank in Bergeijk was. Toen zij begon met pinnen en net het bankpasje in de automaat had gestopt, merkte zij dat er links en rechts een persoon naast haar kwam staan. Zij tikte de pincode en een geldbedrag in. Zij schermde daarbij met haar hand zoveel mogelijk het intikken van de pincode af. Op het moment dat het geld, een bedrag van € 150,00, uit de geldautomaat kwam, werd zij op een schouder getikt door een aan haar linkerzijde achter haar staande vrouw. Zij hoorde dat de vrouw iets zei in de trant van “U”, “U” en daarbij wees naar een bankbiljet van € 10,00 dat op de grond lag. Aangeefster had inmiddels het gepinde geld al gepakt. Zij zag dat de man rechts naast haar bleef staan. Zij vertrouwde het toen niet meer. Zij had deze truc al eens op televisie gezien. Zij pakte meteen haar bankpasje uit de automaat. Later bleek pas dat dit niet haar pasje was. Zij riep naar het bankpersoneel en daar werd meteen op gereageerd. De man en de vrouw liepen meteen hard weg. Pas toen de man en de vrouw weg waren, kwam zij er achter dat zij een ander pasje uit de geldautomaat had gehaald. Volgens een bankmedewerker was dit pasje in Roermond gestolen. Het uit de pinautomaat gestolen pasje van aangeefster is meteen geblokkeerd.
[slachtoffer] heeft aangifte [16] gedaan en heeft verklaard dat zij op 11 september 2015 omstreeks 11:30 uur bij de Rabobank in Groesbeek geld wilde opnemen. Zij deed de pas in de gleuf en toetste vervolgens haar pincode in. Zij zag in de display niet het keuzemenu verschijnen dat zij normaliter ziet. Achter haar stond een man die over haar rechterschouder heen met zijn arm naar het toetsenbord reikte. Zij zag dat hij een toets indrukte. Zij zag vervolgens wel het keuzemenu verschijnen en zij toetste in dat zij € 100,00 wilde opnemen en dat zij een bon wilde. Zij wachtte op haar pinpas, maar zij merkte dat deze niet uit de automaat kwam. Zij keerde zich tot de man rechts achter haar en vroeg hem waar haar pinpas was. Zij zag dat de man zijn schouders ophaalde. Zij zag dat er € 100,00 uit de automaat kwam, evenals het bonnetje. Zij liep de man achterna omdat zij er van overtuigd was dat hij haar pinpas had, maar verloor hem uit het oog. Bij de Rabobank is haar pinpas geblokkeerd. Dit was ongeveer tien minuten na het incident. De mevrouw bij de balie vertelde dat er al
€ 1.000,00 was gepind met haar pinpas. Aangeefster heeft op de pinbon kunnen lezen dat zij om 11:33 uur had gepind. Op de bon staat een automaatnummer en transactienummer: [nummer] en [nummer] .
[slachtoffer] heeft aangifte [17] gedaan en heeft verklaard dat zij op 18 september 2015 omstreeks 10:00 uur geld ging pinnen bij de Rabobank te Geleen. Zij heeft een rekening bij de Rabobank met nummer [nummer] . Toen zij bezig was met de transactie werd er vanachter tegen haar aangeduwd. Zij zag een vrouw die haar iets probeerde te vertellen, maar zij verstond de vrouw niet. De vrouw wees naar de grond en zij zag een bankpasje liggen. Aangeefster bukte zich, pakte het pasje op en gaf dat aan de vrouw. Bij het oprapen zag zij vanuit haar ooghoeken een man staan. Deze man is samen met de vrouw naar buiten gelopen. Op 21 september 2015 werd aangeefster gebeld door de Rabobank en haar werd verteld dat haar pasje gevonden was. Aangeefster zag een pasje in haar beurs zitten met de naam [naam] , rekeningnummer [nummer] . Er bleek € 1.200,00 van de rekening van aangeefster te zijn gepind.
H.P.M. Driessen heeft aangifte [18] gedaan en heeft verklaard dat hij op 19 september 2015, omstreeks 10:00 uur geld ging pinnen bij de Rabobank in Horst. Hij stak zijn Rabobankpas in de geldautomaat en toetste zijn pincode in. Op het moment dat hij zijn bankpas uit de geldautomaat wilde halen, werd hij op zijn linkerschouder getikt. Hij zag dat er een vrouw naast hem stond. Deze vrouw wees naar de grond. Aangever zag dat daar een biljet van
€ 20,00 lag. De vrouw raapte het biljet heel langzaam op. Aangever richtte zich vervolgens weer op de geldautomaat. Hij pakte de bankpas en het geld uit de geldautomaat. Aangever had geen prettig gevoel bij de confrontatie met de vrouw, waar ook nog een man bij was.
Op 21 september 2015 wilde aangever boodschappen afrekenen bij de supermarkt. Hij toetste de pincode in, maar de automaat gaf aan dat het niet de juiste pincode was. Aangever zag dat op de pas niet zijn naam stond, maar de naam van [naam] en dat er een ander rekeningnummer op stond, namelijk [nummer] . Bij de Rabobank heeft men de rekening van aangever bekeken en zagen zij dat er diverse geldopnamen waren gedaan, die aangever niet zelf had gedaan. Onder meer is er geld opgenomen in Gelsenkirchen Duitsland en in Cuijk. In totaal werd er een geldbedrag gepind van
€ 4.503,40.
[slachtoffer] heeft aangifte [19] gedaan en heeft verklaard dat zij op 22 september 2015 omstreeks 12:30 uur geld wilde pinnen bij de pinautomaat van de ABN in Denekamp. Zij pinde met de Rabobankpas van haar man, rekeningnummer [nummer] . Deze staat op naam van [naam] . Terwijl zij de pincode indrukte, voelde en hoorde zij dat er iemand erg dicht rechts naast haar kwam staan. Zij zag dat er een lange man stond. Terwijl zij wachtte op de teruggave van haar pas, voelde zij dat zij op haar linkerschouder werd getikt. Zij keek automatisch naar links. Zij zag een vrouw die voorover bukte en naar de grond wees. Zij zag dat er een biljet van € 20,00 op de grond lag. Zij heeft zich gelijk weer omgedraaid en zag dat de man een bankpas in zijn hand had, vlak voor de teruggavegleuf. Zij heeft de man aangeduwd en de bankpas uit zijn hand getrokken. Zij heeft op haar geld gewacht en zij zag dat de man samen met de vrouw weg liep. Aan het einde van de middag controleerde zij haar bankpas. Zij zag toen dat het een Rabo wereldpas was, die op naam stond van [naam] met rekeningnummer [nummer] . Zij heeft meteen de bankpas van haar man laten blokkeren. Er was geen geld van de rekening gehaald.
De camerabeelden/prints
Er zijn camerabeelden verkregen van de pintransacties zoals door de aangevers zijn verricht. Het dossier bevat prints van deze beelden. [20] Verbalisanten hebben aan de hand van de camerabeelden respectievelijk de prints van deze beelden gerelateerd, dat telkens een man, verdachte, te zien is in het bijzijn van een of meer vrouwen of van een andere man. Op deze beelden is veelal ook de modus operandi te zien: een verdachte kijkt mee bij de pintransactie van het slachtoffer. Een tweede verdachte leidt het slachtoffer af en op dat moment pakt de eerste verdachte de pinpas van het slachtoffer en verwisselt deze met een andere pinpas, welke op een eerder moment is gestolen. Het slachtoffer heeft niet meteen door dat de pinpas is gestolen en verlaat de pinautomaat. De verdachten pinnen vervolgens geld van de rekening van het slachtoffer.
De herkenning door verbalisanten
Verbalisant [naam] heeft gerelateerd dat hij op de camerabeelden van een aantal pintransacties verdachte herkent, aan de hand van een door Europol verstrekte foto. [21] Het betreft herkenningen van verdachte in alle hierboven genoemde zaken. Verbalisant [naam] heeft bij de rechter-commissaris aangegeven verdachte te hebben herkend aan zijn specifieke gelaatskenmerken, waaronder zijn neus, mond, oren, haardacht en de afstand van zijn wenkbrauwen welke overeenstemmen met de foto van Europol. Daarnaast zijn er op de verschillende beelden in de verschillende zaken grote gelijkenissen omtrent de kleding die verdachte draagt; dezelfde lichte schoenen en jas. [22]
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander of anderen in de periode van 21 november 2014 tot en met 22 september 2015 een pinpas heeft gestolen van [slachtoffers]
De rechtbank acht ook op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander of anderen in de periode van 21 november 2014 tot en met 28 september 2015 een geldbedrag heeft gestolen van [slachtoffers] , met behulp van een pinpas waartoe hij en/of zijn mededaders niet gerechtigd waren.
De rechtbank is voorts van oordeel dat sprake is van medeplegen, nu door verbalisanten is gerelateerd dat aan de hand van de camerabeelden respectievelijk de prints die van deze beelden zijn gemaakt, kan worden vastgesteld dat bij de uitvoering van de modus operandi telkens een man, verdachte, en een of meerdere anderen waren betrokken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 21 november 2014 tot en met 22 september 2015 op een of meer hierna te noemen plaatsen in het arrondissement Limburg en in het arrondissement Oost Nederland en in het arrondissement Oost Brabant, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden:
- ( zaak 1) op 21 november 2014 in de gemeente Venray: een pinpas, toebehorende aan
[slachtoffer] en
- ( zaak 2) op 22 november 2014 te Oeffelt, in de gemeente Boxmeer: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 3) op 22 november 2014 te Millingen aan de Rijn, in de gemeente Berg en Dal: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 4) op 26 november 2014 in de gemeente Velp, in de gemeente Rheden: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 5) op 25 november 2014 in de gemeente Arnhem: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 6) op 27 november 2014 in de gemeente Roermond: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 7) op 27 november 2014 te Montfort, in de gemeente Roerdalen: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 8) op 29 november 2014 te Stramproy, in de gemeente Weert: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 9) op 27 juni 2015 in de gemeente Horst aan de Maas: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 11) op 30 juni 2015 in de gemeente Venray: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 12) op 30 juni 2015 in de gemeente Boxmeer: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 15) op 10 juli 2015 in de gemeente Bergeijk: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 16) op 11 september 2015 te Groesbeek, in de gemeente Berg en Dal: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 18) op 18 september 2015 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen: een pinpas, aan [slachtoffer] en
- ( zaak 19) op 19 september 2015 in de gemeente Horst aan de Maas: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 21) op 22 september 2015 te Denekamp, in de gemeente Dinkelland: een pinpas, toebehorende aan [slachtoffer] ;
2.
in de periode van 21 november 2014 tot en met 28 september 2015 op een of meer hierna te noemen plaatsen in het arrondissement Limburg en in het arrondissement Oost Nederland en in het arrondissement Oost Brabant en in de Bondsrepubliek Duitsland en in België tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden:
- ( zaak 1) in de periode van 21 november 2014 tot en met 22 november 2014 in de gemeente Venray en te Maasduinen, in de gemeente Gennep: een hoeveelheid geld (in totaal circa 860 euro), toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 2) op 22 november 2014 te Oeffelt, in de gemeente Boxmeer en in de gemeente Gennep: een hoeveelheid geld (in totaal circa 1100 euro), toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 3) op 22 november 2014 te Millingen aan de Rijn, in de gemeente Berg en Dal: een hoeveelheid geld (in totaal circa 650 euro), aan [slachtoffer] en
- ( zaak 5) in de periode van 25 november 2014 tot en met 27 november 2014 in de gemeente Roermond en in de gemeente Zevenaar en in de gemeente Arnhem en en in de gemeente Bunschoten en te Emmerich (Bondsrepubliek Duitsland): een hoeveelheid geld (in totaal circa 1798,38 euro), toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 6) op 27 november 2014 in de gemeente Roermond: een hoeveelheid geld (circa 280 euro), toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 7) op 27 november 2014 te Montfort, in de gemeente Roerdalen en in de gemeente Roermond en te Krefeld (Bondsrepubliek Duitsland): een hoeveelheid geld (in totaal circa 1688 euro), toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 8) in de periode van 29 november 2014 tot en met 1 december 2014 in de gemeente Weert en in de gemeente Roermond en in de Bondsrepubliek Duitsland en in België: een hoeveelheid geld (circa 5441 euro), toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 9) op 27 juni 2015 in de gemeente Horst aan de Maas en te Straelen (Bondsrepubliek Duitsland): een hoeveelheid geld (in totaal circa 1700 euro), toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 12) op 30 juni 2015 in de gemeente Boxmeer en in de gemeente Venlo en in de gemeente Roermond en te Kevelaer (Bondsrepubliek Duitsland) en te Herten (Bondsrepubliek Duitsland) en te Gelsenkirchen (Bondsrepubliek Duitsland): een hoeveelheid geld (in totaal circa 4120,62 euro), aan [slachtoffer] en
- ( zaak 16) op 11 september 2015 te Groesbeek, in de gemeente Berg en Dal: een hoeveelheid geld (circa 1000 euro), toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 18) in de periode van 18 september 2015 tot en met 21 september 2015 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen: een hoeveelheid geld (in totaal circa 1471,29 euro), toebehorende aan [slachtoffer] en
- ( zaak 19) op 19 september 2015 in de gemeente Horst aan de Maas en in de gemeente Boxmeer en te Maasduinen, in de gemeente Gennep en in de gemeente Cuijk en te Gelsenkirchen (Bondsrepubliek Duitsland) en te Goch (Bondsrepubliek Duitsland): een hoeveelheid geld (in totaal circa 4503,40 euro), toebehorende aan [slachtoffer] ,
waarbij verdachte en zijn mededaders telkens dat weg te nemen geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, bestaande deze valse sleutel telkens uit het gebruik van een bij die pinpas behorende code, tot welk gebruik verdachte en zijn mededader(s) niet gerechtigd waren.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 2:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De straf en/of de maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden met aftrek van voorarrest. De officier van justitie is hierbij uitgegaan van twee maanden gevangenisstraf per zaak, wanneer zowel de diefstal van de pinpas als de diefstal van het daarmee gepinde geld kan worden bewezen. Ten aanzien van de zaken waar enkel sprake is van diefstal van de pinpas, dient één maand per zaak te worden opgelegd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat feit 1 en feit 2 in zodanig verband staan dat er sprake is van een voortgezette handeling en dat hiermee bij de strafmaat rekening dient te worden gehouden. Verdachte dient niet dubbel te worden gestraft voor de feiten. De verdediging heeft verzocht om de eis te matigen en uit te gaan van een maand gevangenisstraf per zaak.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft samen met zijn mededaders van zestien slachtoffers, waarbij het veelal ging om hoogbejaarden, de pinpas en de pincode afhandig gemaakt met behulp van listige afleidingsmanoeuvres. Vervolgens zijn elf van deze slachtoffers door verdachte en zijn mededaders bestolen van hun geld, nu zij met de gestolen pinpas en de afgekeken pincode aanzienlijke bedragen hebben opgenomen van de rekeningen van de slachtoffers. In twee gevallen is het verdachte niet gelukt om geld op te nemen, omdat de pinpassen tijdig waren geblokkeerd. Het gaat hier om ernstige strafbare feiten, die naast financiële schade vaak veel overlast en gevoelens van onmacht bij de gedupeerden teweeg brengen. Daarbij komt dat verdachte bij het plegen van deze feiten kennelijk doelbewust, stelstelmatig, en op doordachte wijze ouderen, behorend tot een bijzondere kwetsbare doelgroep, als slachtoffer heeft uitgekozen. Verdachte heeft hierbij slechts uit eigen financieel gewin gehandeld, zonder zich te bekommeren over de uitwerking van zijn handelen op deze slachtoffers.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank mede gelet op de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 20 oktober 2016, waaruit blijkt dat hij niet eerder door de strafrechter in Nederland is veroordeeld.
De rechtbank is van oordeel dat met het oog op een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of lagere straf dan de hierna vermelde vrijheidsstraf. Bij de oplegging van de vrijheidsstraf is voorts overwogen dat de aard van de door verdachte geschonden normen en het door verdachte toegebrachte nadeel enerzijds en de persoonlijke belangen van verdachte anderzijds een vrijheidsstraf rechtvaardigen.
De op te leggen gevangenisstraf is korter dan geëist door de officier van justitie, onder meer omdat de rechtbank met de raadsman van oordeel is dat met betrekking tot het merendeel van de zaken sprake is van voortgezette handelingen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, passend en geboden. Zij zal dan ook dienovereenkomstig beslissen.

8.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

8.1
De vordering van de benadeelde partij S. Koyurtgan (zaak 1)
De benadeelde partij [naam] heeft een vordering ingediend tot vergoeding van de als gevolg van het ten laste gelegde materiële schade. De benadeelde partij vordert een bedrag van in totaal € 860,00. Tevens heeft de benadeelde partij verzocht het bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf 21 november 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot integrale toewijzing van de vordering van de benadeelde partij en heeft verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
De onder feit 1 zaak 1 en feit 2 zaak 1 ten laste gelegde feiten zijn bewezen verklaard. Het zijn strafbare feiten en aan verdachte zal voor die feiten een straf worden opgelegd. Door deze feiten is aan de benadeelde partij rechtstreeks schade toegebracht. De benadeelde is ontvankelijk in zijn vordering.
Nu de vordering van de benadeelde partij niet is betwist, acht de rechtbank de door [benadeelde] gevorderde schade volledig voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank zal de hiervoor genoemde schade vaststellen op een bedrag van € 860,00.
Het bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf
21 november 2014 tot de dag der algehele voldoening.
Verdachte is naar burgerlijk recht aansprakelijk voor deze schade. De rechtbank zal verdachte daarom veroordelen tot betaling van dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf 21 november 2014 tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal tevens aan verdachte de verplichting opleggen aan de staat een bedrag van € 860,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van
17 dagen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 21 november 2014 tot de dag der algehele voldoening, te betalen ten behoeve van [benadeelde] , zoals hierna in het dictum genoemd.
De rechtbank zal over de vordering van de benadeelde partij, overeenkomstig het hiervoor overwogene, beslissen zoals hierna is vermeld, alsmede over de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt, thans begroot op nihil.
8.2
De vordering van de benadeelde partij [naam] (zaak 5)
De benadeelde partij [naam] heeft een vordering ingediend tot vergoeding van de als gevolg van het ten laste gelegde materiële schade. De benadeelde partij vordert een bedrag van in totaal € 700,00. Tevens heeft de benadeelde partij verzocht het bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf 25 november 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot integrale toewijzing van de vordering van de benadeelde partij en heeft verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
De onder feit 1 (zaak 5) en feit 2 (zaak 5) ten laste gelegde feiten zijn bewezen verklaard. Het zijn strafbare feiten en aan verdachte zal voor die feiten een straf worden opgelegd. Door deze feiten is aan de benadeelde partij rechtstreeks schade toegebracht. De benadeelde is ontvankelijk in zijn vordering.
Nu de vordering van de benadeelde partij niet is betwist, acht de rechtbank de door [benadeelde] gevorderde schade volledig voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank zal de hiervoor genoemde schade vaststellen op een bedrag van € 700,00.
Het bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf
25 november 2014 tot de dag der algehele voldoening.
Verdachte is naar burgerlijk recht aansprakelijk voor deze schade. De rechtbank zal verdachte daarom veroordelen tot betaling van dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf 25 november 2014 tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal tevens aan verdachte de verplichting opleggen aan de staat een bedrag van € 700,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van
14 dagen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 25 november 2014 tot de dag der algehele voldoening, te betalen ten behoeve van [benadeelde] , zoals hierna in het dictum genoemd.
De rechtbank zal over de vordering van de benadeelde partij, overeenkomstig het hiervoor overwogene, beslissen zoals hierna is vermeld, alsmede over de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt, thans begroot op nihil.
8.3
De vordering van de benadeelde partij [naam] (zaak 18)
De benadeelde partij [naam] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend met betrekking tot de als gevolg van het tenlastegelegde geleden immateriële schade.
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen
.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
De onder feit 1 (zaak 18) en feit 2 (zaak 18) ten laste gelegde feiten zijn bewezen verklaard. Het zijn strafbare feiten en aan verdachte zal voor die feiten een straf worden opgelegd. Door deze feiten is aan de benadeelde partij rechtstreeks schade toegebracht.
De rechtbank is van oordeel dat vergoeding van psychisch letsel alleen mogelijk is indien er sprake is van dusdanig letsel dat dit kan worden aangemerkt als een aantasting van de persoon. Het bestaan van een zodanig psychisch letsel is in dit geval onvoldoende onderbouwd. De rechtbank zal daarom de vordering van de benadeelde partij afwijzen.
De rechtbank zal over de vordering van de benadeelde partij, overeenkomstig het hiervoor overwogene, beslissen zoals hierna is vermeld, alsmede over de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt, thans begroot op nihil.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 24c, 36f, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Niet ontvankelijkheid
- ten aanzien van de zaken 10 en 20 zoals vermeld onder de feit 1, en ten aanzien van zaak 20 zoals vermeld onder feit 2;

Vrijspraak

- spreekt de verdachte vrij van de onder feit 1 zaak 17, feit 2 zaak 17 en feit 2 zaak 15 ten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
  • wijst toe de vordering van de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte om tegen bewijs van betaling ten behoeve van voornoemde benadeelde partij te betalen een bedrag van
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van 860,00 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 21 november 2014 tot de dag der algehele voldoening, subsidiair
  • bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van 860,00 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 21 november 2014 tot de dag der algehele voldoening ten behoeve van voornoemd slachtoffer daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen;
  • veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • wijst toe de vordering van de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte om tegen bewijs van betaling ten behoeve van voornoemde benadeelde partij te betalen een bedrag van
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van 700,00 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 25 november 2014 tot de dag der algehele voldoening, subsidiair
  • bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van 700,00 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 25 november 2014 tot de dag der algehele voldoening ten behoeve van voornoemd slachtoffer daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen;
  • veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;
-
wijst afde vordering van de benadeelde partij
[naam];
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt tot heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J.H. Hoofs, voorzitter, mr. A.K. Kleine en
mr. S.V. Pelsser, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.A.E. van de Venne, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 1 december 2016.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, na partiële niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 21 november 2014 tot en met 22 september 2015 op een of meer hierna te noemen plaatsen in het arrondissement Limburg en/of in het arrondissement Oost Nederland en/of in het arrondissement Oost Brabant, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen,
in elk geval eenmaal, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen de hierna te noemen goederen, in elk geval (telkens) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s):
- ( zaak 1) op 21 november 2014 in de gemeente Venray: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 2) op 22 november 2014 te Oeffelt, in de gemeente Boxmeer: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 3) op 22 november 2014 te Millingen aan de Rijn, in de gemeente Berg en Dal: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 4) op 26 november 2014 in de gemeente Velp, in de gemeente Rheden: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 5) op 25 november 2014 in de gemeente Arnhem: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 6) op 27 november 2014 in de gemeente Roermond: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 7) op 27 november 2014 te Montfort, in de gemeente Roerdalen: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 8) op 29 november 2014 te Stramproy, in de gemeente Weert: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 9) op 27 juni 2015 in de gemeente Horst aan de Maas: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 10) op 29 juni 2015 in de gemeente Weert: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 11) op 30 juni 2015 in de gemeente Venray: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 12) op 30 juni 2015 in de gemeente Boxmeer: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 15) op 10 juli 2015 in de gemeente Bergeijk: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 16) op 11 september 2015 te Groesbeek, in de gemeente Berg en Dal: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 17) op 16 september 2015 te Helden, in de gemeente Peel en Maas: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 18) op 18 september 2015 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 19) op 19 september 2015 in de gemeente Horst aan de Maas: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 20) op 19 september 2015 in de gemeente Horst aan de Maas: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 21) op 22 september 2015 te Denekamp, in de gemeente Dinkelland: een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] ;
2.
hij in of omstreeks de periode van 21 november 2014 tot en met 28 september 2015 op een of meer hierna te noemen plaatsen in het arrondissement Limburg en/of in het arrondissement Oost Nederland en/of in het arrondissement Oost Brabant, althans in Nederland en/of in de Bondsrepubliek Duitsland en/of in België tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, in elk geval eenmaal, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, in elk geval (telkens) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s):
- ( zaak 1) in of omstreeks de periode van 21 november 2014 tot en met 22 november 2014 in de gemeente Venray en/of te Maasduinen, in de gemeente Gennep: een hoeveelheid geld (in totaal circa 860 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer] en/of
- ( zaak 2) op 22 november 2014 te Oeffelt, in de gemeente Boxmeer en/of in de gemeente Gennep: een hoeveelheid geld (in totaal circa 1100 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 3) op 22 november 2014 te Millingen aan de Rijn, in de gemeente Berg en Dal: een hoeveelheid geld (in totaal circa 650 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 5) in of omstreeks de periode van 25 november 2014 tot en met 27 november 2014 in de gemeente Roermond en/of in de gemeente Zevenaar en/of in de gemeente Arnhem en/of en/of in de gemeente Bunschoten en/of te Emmerich (Bondsrepubliek Duitsland): een hoeveelheid geld (in totaal circa 1798,38 euro) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 6) op 27 november 2014 in de gemeente Roermond: een hoeveelheid geld (circa 280 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 7) op 27 november 2014 te Montfort, in de gemeente Roerdalen en/of in de gemeente Roermond en/of te Krefeld (Bondsrepubliek Duitsland): een hoeveelheid geld (in totaal circa 1688 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 8) in of omstreeks de periode van 29 november 2014 tot en met 1 december 2014 in de gemeente Weert en/of in de gemeente Roermond, althans in Nederland en/of in de Bondsrepubliek Duitsland en/of in België: een hoeveelheid geld (circa 5441 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 9) op 27 juni 2015 in de gemeente Horst aan de Maas en/of te Straelen (Bondsrepubliek Duitsland): een hoeveelheid geld (in totaal circa 1700 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 12) op 30 juni 2015 in de gemeente Boxmeer en/of in de gemeente Venlo en/of in de gemeente Roermond en/of te Kevelaer (Bondsrepubliek Duitsland) en/of te Herten (Bondsrepubliek Duitsland) en/of te Gelsenkirchen (Bondsrepubliek Duitsland): een hoeveelheid geld (in totaal circa 4120,62 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 15) in of omstreeks de periode van 10 juli 2015 tot en met 30 juli 2015 in de gemeente Bergeijk: een hoeveelheid geld (in totaal circa 346,37 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 16) op 11 september 2015 te Groesbeek, in de gemeente Berg en Dal: een hoeveelheid geld (circa 1000 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 17) in of omstreeks de periode van 24 september 2015 tot en met 30 september 2015 te Helden, in de gemeente Peel en Maas, althans in Nederland: een hoeveelheid geld (in totaal circa 242,04 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of
- ( zaak 18) in of omstreeks de periode van 18 september 2015 tot en met 21 september 2015 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, althans in Nederland: een hoeveelheid geld (in totaal circa 1471,29 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer] en/of
- ( zaak 19) op 19 september 2015 in de gemeente Horst aan de Maas en/of in de gemeente Boxmeer en/of te Maasduinen, in de gemeente Gennep en/of in de gemeente Cuijk en/of te Gelsenkirchen (Bondsrepubliek Duitsland) en/of te Goch (Bondsrepubliek Duitsland): een hoeveelheid geld (in totaal circa 4503,40 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] ,
- ( zaak 20) in of omstreeks de periode van 19 september 2015 tot en met 28 september 2015 in de gemeente Horst aan de Maas, althans in Nederland: een hoeveelheid geld (in totaal circa 1092,34 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer] ,
waarbij verdachte en/of zijn mededaders (telkens) dat weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, bestaande deze valse sleutel (telkens) uit het gebruik van een bij die pinpas behorende code, tot welk gebruik hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, Districtsrecherche Noord- en Midden-Limburg, proces-verbaalnummer LB1R015082, gesloten d.d. 21 april 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 1100.
2.Proces-verbaal van aangifte d.d. 7 januari 2015, pagina’s 247 tot en met 249.
3.Proces-verbaal van aangifte d.d. 22 november 2014, pagina’s 316 tot en met 319.
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 november 2014, pagina 320.
5.Proces-verbaal van aangifte d.d. 24 november 2014, pagina’s 371 tot en met 373.
6.Proces-verbaal van aangifte d.d. 27 november 2014, pagina’s 483 tot en met 486.
7.Proces-verbaal van aangifte d.d. 2 december 2014, pagina’s 508 tot en met 510.
8.Proces-verbaal van aangifte d.d. 29 november 2014, pagina’s 541 tot en met 543.
9.Proces-verbaal van aangifte d.d. 1 december 2014, pagina’s 564 tot en met 566.
10.Proces-verbaal van aangifte d.d. 2 december 2014, pagina’s 590 tot en met 592.
11.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2015, pagina 593.
12.Proces-verbaal van aangifte d.d. 30 juni 2015, pagina’s 643 tot en met 645.
13.Proces-verbaal van aangifte d.d. 30 juni 2016, pagina’s 693 tot en met 695.
14.Proces-verbaal van aangifte d.d. 8 juli 2015, pagina’s 721 en 722.
15.Proces-verbaal van aangifte d.d. 10 juli 2015, pagina’s 815 tot en met 817.
16.Proces-verbaal van aangifte d.d. 11 september 2015, pagina’s 839 tot en met 842.
17.Proces-verbaal van aangifte d.d. 23 september 2015, pagina’s 910 tot en met 912.
18.Proces-verbaal van aangifte d.d. 22 september 2015, pagina’s 947 tot en met 950.
19.Proces-verbaal van aangifte d.d. 23 september 2015, pagina’s 1043 tot en met 1045.
20.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 maart 2016, pagina’s 250 tot en met 274 (zaak 1).
21.Processen-verbaal herkenning d.d. 24 mei 2016, pagina’s 1067 tot en met 1084, pagina’s 1087 tot en met 1090, pagina’s 1093 tot en met 1096, pagina’s 1099 en 1100.
22.Proces-verbaal rechter-commissaris d.d. 29 augustus 2016.