ECLI:NL:RBLIM:2016:10389
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van heling en witwassen wegens gebrek aan bewijs van misdrijf
Op 1 december 2016 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd bijgestaan door mr. J.W. Heemskerk. De zaak is behandeld op zittingen op 18 februari 2016, 12 mei 2016 en 17 november 2016. De verdachte werd beschuldigd van heling en witwassen van geldbedragen van respectievelijk 39.082,89 euro en 47.105,30 euro, die volgens de tenlastelegging afkomstig zouden zijn van misdrijf. De officier van justitie stelde dat de verdachte op de hoogte was van de verduistering van deze bedragen door zijn echtgenote, die als medeverdachte werd aangemerkt.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat de geldbedragen van enig misdrijf afkomstig waren. De rechtbank wees de vordering van de benadeelde partijen af, omdat de verdachte niet werd veroordeeld voor de tenlastelegging. De benadeelde partijen, die schadevergoeding eisten, werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, aangezien de verdachte vrijgesproken werd van de hem ten laste gelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was voor de beschuldigingen van heling en witwassen, en sprak de verdachte vrij van alle aanklachten.
Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, in aanwezigheid van de griffier. De beslissing om de verdachte vrij te spreken werd genomen op basis van het ontbreken van bewijs dat de geldbedragen van een misdrijf afkomstig waren, wat essentieel was voor de bewezenverklaring van de tenlastelegging.