ECLI:NL:RBLIM:2016:10389

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 december 2016
Publicatiedatum
1 december 2016
Zaaknummer
03/661133-15
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van heling en witwassen wegens gebrek aan bewijs van misdrijf

Op 1 december 2016 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd bijgestaan door mr. J.W. Heemskerk. De zaak is behandeld op zittingen op 18 februari 2016, 12 mei 2016 en 17 november 2016. De verdachte werd beschuldigd van heling en witwassen van geldbedragen van respectievelijk 39.082,89 euro en 47.105,30 euro, die volgens de tenlastelegging afkomstig zouden zijn van misdrijf. De officier van justitie stelde dat de verdachte op de hoogte was van de verduistering van deze bedragen door zijn echtgenote, die als medeverdachte werd aangemerkt.

De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat de geldbedragen van enig misdrijf afkomstig waren. De rechtbank wees de vordering van de benadeelde partijen af, omdat de verdachte niet werd veroordeeld voor de tenlastelegging. De benadeelde partijen, die schadevergoeding eisten, werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, aangezien de verdachte vrijgesproken werd van de hem ten laste gelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was voor de beschuldigingen van heling en witwassen, en sprak de verdachte vrij van alle aanklachten.

Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, in aanwezigheid van de griffier. De beslissing om de verdachte vrij te spreken werd genomen op basis van het ontbreken van bewijs dat de geldbedragen van een misdrijf afkomstig waren, wat essentieel was voor de bewezenverklaring van de tenlastelegging.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/661133-15
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 1 december 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] ,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.W. Heemskerk, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is behandeld op de zittingen van 18 februari 2016, 12 mei 2016 en 17 november 2016. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte 39.082,89 euro en/of 47.105,30 euro heeft geheeld dan wel heeft witgewassen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd dat de opzetheling wordt bewezenverklaard. Daartoe heeft de officier van justitie – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat verdachte de administratie betreffende de financiële zaken van zijn schoonmoeder [naam] en schoonbroer [naam] bijhield en derhalve op de hoogte was van de geldbedragen die zijn echtgenote, medeverdachte [medeverdachte] , heeft verduisterd.
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Daartoe heeft de raadsman primair aangevoerd dat niet kan worden bewezen-verklaard dat de geldbedragen van enig misdrijf afkomstig zijn en subsidiair dat wanneer de rechtbank wel tot een oordeel komt dat de geldbedragen middels verduistering zijn verworven, verdachte - gelet op zijn administratieve rol - als medepleger van verduistering aangemerkt zou moeten worden en derhalve niet veroordeeld kan worden als heler of witwasser.
3.2
Het oordeel van de rechtbank
Aan verdachte wordt verweten dat hij de geldbedragen heeft geheeld dan wel witgewassen, die zijn echtgenote, medeverdachte [naam] , van haar moeder en broer heeft verduisterd.
Bij vonnis van heden heeft de rechtbank medeverdachte [naam] vrijgesproken van de verduistering van deze geldbedragen. Nu ook niet anderszins kan worden vastgesteld dat de betreffende geldbedragen van enig misdrijf afkomstig zijn, dient verdachte te worden vrijgesproken van het hem primair, subsidiair ten laste gelegde. Ook voor het meer subsidiair ten laste gelegde witwassen ontbreekt ieder bewijs, zodat verdachte ook hiervoor dient te worden vrijgesproken.
3.3
De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [naam] heeft een vordering benadeelde partij ingediend met betrekking tot de als gevolg van het ten laste gelegde feit geleden materiële schade. [naam] voornoemd heeft de materiële schade op een bedrag van 29.365,69 euro gesteld, en wil die schade vergoed krijgen.
De benadeelde partij [naam] heeft een vordering benadeelde partij ingediend met betrekking tot de als gevolg van het ten laste gelegde feit geleden materiële schade. [benadeelde] voornoemd heeft de materiële schade op een bedrag 22.298,69 euro gesteld en wil die schade vergoed krijgen.
Aangezien aan beide vorderingen een feitencomplex ten grondslag ligt waarvoor verdachte niet zal worden veroordeeld, dienen de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in de vorderingen te worden verklaard.
Aangezien de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in de vorderingen zullen worden verklaard, zal de verdachte niet worden veroordeeld in de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt. Niet gebleken is dat verdachte (extra) kosten heeft gemaakt ten aanzien van de civiele vordering. De rechtbank zal deze kosten vaststellen op nihil.

4.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
- verklaart de benadeelde partijen [naam] en [naam] niet ontvankelijk in de vorderingen;
- veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten van het geding door de verdachte ten behoeve van zijn verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.E. Kessels, voorzitter, mr. A.K. Kleine en mr. S.V. Pelsser, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.M.E. de Beukelaer, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 1 december 2016.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij een of meermalen in of omstreeks het tijdvak van 1 februari 2011 tot en met 31 mei 2014 te Horst, gemeente Horst aan de Maas, in elk geval in het arrondissement Roermond en/of Limburg, althans in Nederland, op verschillende tijdstippen, in elk geval eenmaal,
(telkens) een hoeveelheid geld (een totaalbedrag van ongeveer 39.082,89 euro en/of 47.105,30 euro), in elk geval enig goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde geldbedrag(en) (telkens) wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren)
betrof;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij een of meermalen in of omstreeks het tijdvak van 1 februari 2011 tot en met 31 mei 2014 te Horst, gemeente Horst aan de Maas, in elk geval in het arrondissement Roermond en/of Limburg, althans in Nederland, een hoeveelheid geld (een totaalbedrag van ongeveer 39.082,89 euro en/of 47.105,30 euro), in elk geval enig goed, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat geld redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij een of meermalen in of omstreeks het tijdvak van 1 februari 2011 tot en met 31 mei 2014 te Horst, gemeente Horst aan de Maas, in elk geval in het arrondissement Roermond en/of Limburg, althans in Nederland, (telkens) een voorwerp, te weten een hoeveelheid geld, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van een voorwerp, te weten een hoeveelheid geld gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;