ECLI:NL:RBLIM:2015:9335

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 november 2015
Publicatiedatum
4 november 2015
Zaaknummer
4441495 CV EXPL 15-8618
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ontruiming van huurwoning en uitvoerbaarheid bij voorraad

Op 4 november 2015 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht een vonnis gewezen in een kort geding tussen [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] en [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie]. De zaak betreft een huurovereenkomst van een woning die door [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] is opgezegd wegens dringend eigen gebruik en de noodzaak tot renovatie. De kantonrechter had eerder op 6 mei 2015 in een bodemprocedure geoordeeld dat de huurovereenkomst niet uitvoerbaar bij voorraad kon worden verklaard, wat betekent dat de huurovereenkomst van kracht blijft totdat er onherroepelijk is beslist over de beëindiging ervan. In het kort geding vorderde [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] ontruiming van de woning, maar de kantonrechter oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een afwijking van de eerdere beslissing rechtvaardigden. De vordering tot ontruiming werd afgewezen, en [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] werd veroordeeld in de proceskosten van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie].

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 4441495 CV EXPL 15-8618
Vonnis in kort geding van 4 november 2015
in de zaak van:
[eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie],
wonend te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde mr. R.W. Janssen,
tegen:

1.[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 1] ,

2.
[gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie sub 2],
beiden wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde mr. A.N.A.G. Boer.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] respectievelijk [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie sub 2] (tezamen [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s.) genoemd worden.

1.De procedure

In conventie en in voorwaardelijke reconventie
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 22 september 2015
  • de akte overlegging producties aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s.
  • de akte overlegging nadere producties aan de zijde van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie]
  • de akte overlegging nadere producties aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s.
  • de akte aankondiging voorwaardelijke eis in reconventie
  • de mondelinge behandeling van 22 oktober 2015, waarbij [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] is verschenen, vergezeld van mw. [dochter eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] en bijgestaan door mr. R.W. Janssen en
mr. X.M. Heyman en [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. zijn verschenen, vergezeld van dhr. [vader gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie sub 2] en bijgestaan door mr. A.N.A.G. Boer
  • de akte overlegging nadere producties aan de zijde van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie]
  • de akte overlegging nadere producties aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s.
  • de voortzetting van de mondelinge behandeling op 29 oktober 2015, waarbij voornoemde partijen zijn verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
In conventie en in voorwaardelijke reconventie
2.1.
[eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] verhuurt op grond van de tussen haar en wijlen haar echtgenoot enerzijds en [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 1] anderzijds tot stand gekomen huurovereenkomst van 15 december 2009 de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: de woning). [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 1] bewoont de woning samen met [gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie sub 2] .
2.2.
In de huurovereenkomst is, voor zover relevant, bepaald:
A. DE WOONRUIMTE
Art. 1.(…)
Lid 2:Deze woning wordt gebruikt als woonruimte voor max.2 personen. Indien gebruik door meerdere personen is toegestaan, wordt degene die met de huurder een gemeenschappelijke huishouding voert en in
het gehuurde zijn hoofdverblijf heeft, aangemerkt als medehuurder. (…)
Art. 2
De huurovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd. (…)
E. HET EINDE VAN DE HUUROVEREENKOMST
Art. 19
De opzegtermijn van de verhuurder is drie maanden. Een huuropzegging geschiedt schriftelijk en in de huuropzegging moet de reden van opzegging vermeld zijn. De verhuurder kan slechts rechtsgeldig opzeggen op grond van de in de wet vermelde redenen.
(…) 6. Voorafgaand aan de verhuur van de ze woning is de huurder akkoord gegaan met de volgende mogelijke redenen van opzegging van huur nl.
a.
Als de verhuurder wegens sociaal-medische redenen wil verhuizen naar de woning van de
huurder (hierbij geldt ook
een opzegtermijn van 3 maanden.
(…)
Over enkele jaren zal de woning drastisch verbouwd moeten worden en dit kan niet als de
woning verhuurd is.
Bij alle hierboven genoemde redenen telt telkens een opzegtermijn van 3 maanden.
Alvorens tot verhuur over te gaan hebben de huurders zich akkoord verklaard metbovenstaande en zullen zij na uiterlijk 3 maanden na opzegging de woning verlaten en inoorspronkelijke staat terugbrengen. (…).”
2.3.
Het recht om de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 1] te verhuren ontleent [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] aan haar dochter,
mw. [dochter eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] (hierna: [dochter eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] ) die sinds mei 1995 eigenaresse is van de woning (voorheen waren [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] en wijlen haar echtgenoot eigenaren van de woning).
2.4.
Bij brief van 4 oktober 2012 heeft de vader van [gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie sub 2] , dhr. [vader gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie sub 2] (hierna: [vader gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie sub 2] ) - na mondeling overleg hierover met [dochter eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] op 25 september 2012 - namens [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. mededeling gedaan van diverse zich in en aan de woning bevindende gebreken. Na het uitblijven van enig herstel heeft [vader gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie sub 2] bij brief van 22 oktober 2012 namens [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. verzocht tot herstel binnen zes weken na dagtekening van de brief.
2.5.
In reactie hierop heeft [dochter eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] bij brief van 9 november 2012 namens [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] aan [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. bericht, dat de huurovereenkomst met ingang van 1 december 2012 wordt opge-zegd wegens de slechte bouwkundige staat van de woning en de noodzaak tot grondige renovatie.
2.6.
Bij verzoekschrift van 4 december 2012 heeft [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 1] een verzoek tot huurprijs-vermindering ingediend bij de Huurcommissie.
2.7.
Naar aanleiding van dit verzoek heeft de ‘Dienst van de Huurcommissie’ op
6 februari 2013 een voorbereidend onderzoek verricht. In het hiervan opgemaakte rapport, dat van gelijke datum is, wordt geconcludeerd dat er ernstige gebreken aan de woning kleven.
2.8.
Bij uitspraak van 24 april 2013 heeft de Huurcommissie het verzoek van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 1] tot huurprijsvermindering niet-ontvankelijk verklaard. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 1] heeft de Huurcommissie hierop bij verzoekschrift van 25 mei 2013 verzocht de all-in huurprijs te splitsen. Naar aanleiding van dit laatste verzoek heeft de Huurcommissie bij uitspraak van 15 januari 2014 de huurprijs vastgesteld op € 398,37 per maand en het voorschot voor de servicekosten op € 25,00 per maand.
2.9.
Bij brieven van 7 januari 2013 en 24 januari 2014 hebben [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. aan [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie]
respectievelijk [dochter eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] verzocht in te stemmen met het medehuurderschap van [gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie sub 2] . [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] en [dochter eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] hebben niet met dit verzoek ingestemd.
2.10.
Bij brief van 22 februari 2014 heeft [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] de huurovereenkomst met [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 1] tegen 1 oktober 2014 opgezegd wegens dringend eigen gebruik. Aan dit dringend gebruik heeft [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] enerzijds de medische noodzaak om de woning zelf te bewonen ten grondslag gelegd en anderzijds de noodzaak tot renovatie. Daarnaast heeft [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] bericht dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 1] , door de huur niet tijdig te voldoen, zich niet als goed huurder gedragen heeft.
2.11.
Bij dagvaarding van 11 maart 2014 hebben [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. een procedure tot vaststelling en vermindering van de huurprijs en herstel van gebreken aangebracht bij de kantonrechter van deze rechtbank, locatie Maastricht. [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] en [dochter eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] hebben bij eis in reconventie vaststelling van het tijdstip waarop de huurovereenkomst zal eindigen gevorderd en vast-stelling van het tijdstip van ontruiming.
2.12.
Bij vonnis van 6 mei 2015 (zaaknummer: 2880730 CV EXPL 14-3119) heeft de kantonrechter - voor zover relevant - [gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie sub 2] , wegens het ontbreken van (mede)
huurderschap, in conventie niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen, de huur op vordering van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 1] vastgesteld op € 375,- (excl. € 25,- aan vergoeding voor elektriciteits-verbruik), de huur met ingang van 11 september 2013 tot aan het moment van herstel van de in het vonnis genoemde gebreken verlaagd tot een bedrag van € 187,50 per maand en [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] veroordeeld tot herstel van de gebreken en betaling van de onverschuldigd betaalde huur.
2.13.
In reconventie heeft de kantonrechter - voor zover relevant - het einde van de huurovereenkomst vastgesteld op 31 augustus 2015 en [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie sub 2] veroordeeld tot ontruiming van de woning per die datum. De kantonrechter heeft hiertoe overwogen dat [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] de huurovereenkomst bij brief van 22 februari 2014 rechtsgeldig heeft opgezegd op grond van dringend eigen gebruik wegens medische redenen. Ten aanzien van de gevorder-de ‘uitvoerbaar bij voorraad verklaring’ heeft de kantonrechter overwogen:
“6.10. (…) Het vonnis zal ten aanzien van deze onderdelen niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard worden aangezien ingevolge artikel 7:272 lid 1 BW de huurovereenkomst van kracht blijft totdat de rechter onherroepelijk heeft beslist op de vordering van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] tot vaststelling van het tijdstip waarop de huurovereenkomst zal eindigen.”
2.14.
Na 6 mei 2015 zijn partijen in overleg getreden over de voldoening aan het vonnis, in het bijzonder over de uitvoering van de herstelwerkzaamheden. Nadat overleg hierover vruchteloos is gebleken hebben [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. voornoemd vonnis laten betekenen. De (sociale) verhouding tussen partijen is - mede vanwege uiteenlopende opvattingen over de wijze van correspondentie en herstel - nadien verslechterd.
2.15.
Bij appeldagvaarding van 30 juli 2015 hebben [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 6 mei 2015.
2.16.
Bij schriftelijk stuk van 7 augustus 2015 heeft de huisarts van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] , dr. P.P.M. Hobus, bericht:
“In een brief van 13 feb 2014 gaf ik reeds gronden waarop een spoedige verhuizing noodzakelijk is. Die waren kort samengevat: verhoogde kans op botbreuken en een versnelde achteruitgang van haar longfunktie ten gevolgde van huidige inadequate woning.
Inmiddels is haar psychische toestand onhoudbaar aan het worden. Enerzijds omwille van de langdurige juridische procedures anderzijds omwille van de oninvoelbare houding van de huurder.
Patiënte heeft een depressie ontwikkeld is angstig en slaapt niet meer.
Ik heb moeten starten met antidepressiva, maar het ware beter wanneer op korte termijn een definitieve oplossing voor dit trieste conflict gevonden wordt. (…).”

3.Het geschil

In conventie
3.1.
[eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] vordert dat de kantonrechter, als voorzieningenrechter, [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. zal veroordelen, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, de woning met alle zich daarin van hunnentwege aanwezige personen en zaken te ontruimen en te verlaten en behoorlijk schoongemaakt ter vrije beschikking van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] te stellen;
tot betaling van de proceskosten.
3.2.
[eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] legt - kort samengevat - het navolgende aan haar vorderingen ten grond-slag. Het vonnis van 6 mei 2015 is vanwege het bepaalde in artikel 7:272, eerste lid BW niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard, hetgeen betekent dat de huurovereenkomst tussen partijen van kracht blijft totdat onherroepelijk is geoordeeld over de beëindiging van de huurovereenkomst. Nu [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. misbruik maken van hun bevoegdheid tot aanwending van rechtsmiddelen en zij niet voornemens zijn om de woning hangende de door hun aanhangig gemaakte beroepsprocedure te ontruimen en te verlaten, ziet [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] zich vanwege haar verslechterende medische/psychische toestand genoodzaakt om vooruitlopend op de uitkomst in hoger beroep - bij wijze van voorlopige voorziening - ontruiming van de woning te vorderen. De hoge mate van aannemelijkheid dat het oordeel van de kantonrechter ter zake de beëindiging van de huurovereenkomst in de beroepsprocedure in stand blijft, de omstandigheden van het geval en het spoedeisend belang aan de zijde van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] , maken dat de voorlopige voorziening toewijsbaar is, aldus [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] .
3.3.
[gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. hebben de vorderingen gemotiveerd betwist. Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover relevant, nader worden ingegaan.
In voorwaardelijke reconventie
3.4.
[gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. vorderen - onder de voorwaarde dat de vordering in conventie wordt toegewezen - dat de kantonrechter, als voorzieningenrechter, [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] zal veroordelen, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. tot betaling, binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, van een bedrag van
€ 5.857,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, aan zowel [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 1] als [gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie sub 2] , te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf datum dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
tot betaling van de proceskosten en de nakosten.
3.5.
[gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat zij, ten gevolge van de ontruiming door [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] , schade zullen lijden die ex of analoog aan artikel 7:275 BW voor vergoeding in aanmerking komt. Daar [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. de kosten die met de ontruiming en verhui-zing gemoeid zijn niet zelf kunnen bekostigen en [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] hen noodzaakt deze kosten thans te maken, is er een spoedeisend belang bij betaling van een voorschot op deze schade.
3.6.
[eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] heeft de vorderingen gemotiveerd betwist. Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover relevant, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie
4.1.
Het spoedeisend belang van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] bij deze procedure volgt, nu [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. ter mondelinge behandeling hebben aangegeven niet voornemens te zijn de woning hangende de beroepsprocedure te ontruimen en te verlaten, uit de aard van de zaak alsmede uit de stellingen van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] . Aan dat formele vereiste om toegang te krijgen tot de kantonrechter in kort geding is voldaan.
4.2.
Voorop wordt gesteld dat in de onderhavige zaak sprake is van een huurovereenkomst ter zake van woonruimte die door de verhuurder is opgezegd. Als uitgangspunt heeft in dit verband te gelden dat een opgezegde huurovereenkomst, na de dag waartegen rechtsgeldig is opgezegd, van rechtswege van kracht blijft tot het moment dat de rechter onherroepelijk heeft beslist op een vordering als bedoeld in artikel 2:272, tweede lid BW. Dit brengt in beginsel mee dat een rechter, die een vordering tot beëindiging van een huurovereenkomst op grond van het bepaalde in artikel 7:274 BW toewijst, het vonnis waarin deze toewijzing besloten ligt niet uitvoerbaar bij voorraad mag verklaren. De wetgever heeft daarmee nadere waarborgen tegen ongerechtvaardigde ontruiming van huurders van woonruimte willen geven.
4.3.
Aan [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] kan worden toegegeven, dat uit de arresten van de Hoge Raad van
8 januari 1982 (
NJ1982, 445) en 3 mei 1996 (
NJ1996, 655) volgt dat artikel 7:272, eerste lid BW niet de strekking heeft om aan de rechter elke bevoegdheid te ontnemen om zijn beslissing tot vaststelling van het tijdstip van beëindiging van de huurovereenkomst en van ontruiming van het gehuurde, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Een uitvoerbaar bij voorraad verklaring in afwijking van artikel 7:272, eerste lid BW, kan plaatsvinden in uitzonderlijke door de verhuurder aan te voeren omstandigheden.
Van dergelijke omstandigheden kan sprake zijn in het geval dat voorkomen dient te worden dat “de huurder, alleen of hoofdzakelijk met het doel de beëindiging van de huur uit te stellen, rechtsmiddelen tegen de beschikking aanwendt”. Artikel 7:272, eerste lid BW kan daarnaast evenmin aan een uitvoerbaar bij voorraad verklaring in de weg staan indien van de verhuurder niet kan worden verlangd het gehuurde nog langer aan de huurder ter beschik-king te stellen.
4.4.
In het vonnis van 6 mei 2015 is in rechtsoverweging 6.10. gemotiveerd weergegeven waarom het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard ter zake de beëindiging van de huurovereenkomst en de ontruiming. De enkele omstandigheid dat deze motivering en het hieraan verbonden oordeel [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] niet bevredigen, kan zonder nadere toelichting, die niet gegeven is, niet de conclusie rechtvaardigen dat sprake is van een omissie of feitelijke of juridische misslag in dat vonnis. Gesteld noch gebleken is dat de kantonrechter verzuimd heeft om op grond van de door partijen aangevoerde feiten en omstandigheden een beslissing te nemen op de gevorderde uitvoerbaar bij voorraad verklaring.
4.5.
Uit het voor overwogene volgt, anders dan [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. hebben lijken te betogen, echter niet dat [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] haar vordering zoals weergegeven onder rechtsoverweging 3.1. sub a. van dit vonnis niet in kort geding kan instellen. In alle spoedeisende zaken waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist, is de voorzieningenrechter immers bevoegd deze te geven (artikel 254, eerste lid Rv).
Het voor overwogene brengt, nu in de bodemprocedure uitdrukkelijk op de vordering van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] tot uitvoerbaar bij voorraad verklaring is beslist, wel mee dat van een verhuurder verwacht mag worden dat hij aan zijn - bij wijze van voorlopige voorziening - gevorderde ontruiming, feiten en omstandigheden ten grondslag legt die zich eerst na de uitspraak in de bodemprocedure hebben voorgedaan en die kunnen rechtvaardigen dat van de eerdere beslissing in de bodemprocedure wordt afgeweken. Indien de ontruiming bij wijze van voorlopige voorziening zou worden bevolen, zou via deze weg immers de gemotiveerde afwijzing van de uitvoerbaar bij voorraad verklaring in de bodemprocedure worden gefrustreerd. Feiten en omstandigheden ten aanzien waarvan verzuimd is om deze aan te voeren of die in de bodemprocedure reeds aan bod zijn gekomen, kunnen derhalve niet betrokken worden bij de vraag of de vordering tot ontruiming in kort geding kan worden toegewezen.
4.6.
[eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] heeft in dit kort geding - met uitzondering van het ontstaan van psychische klachten - geen andere (nieuwe) omstandigheden aangevoerd dan in de bodemprocedure. De door haar aangevoerde feiten en omstandigheden zijn derhalve al meegewogen bij de beslis-sing in de bodemprocedure om de vordering van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] tot uitvoerbaar bij voorraad verklaring af te wijzen. Bij de beoordeling van onderhavig geschil dient dan ook van deze beslissing en de daaraan ten grondslag liggende vaststellingen en oordelen uit te worden gegaan.
4.7.
Dat, zoals [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] heeft gesteld, haar medische/psychische toestand na het in de bodemprocedure gewezen vonnis is verslechterd, is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende om te worden aangemerkt als zodanig uitzonderlijk dat zij toewijzing van de onderhavige vordering rechtvaardigt. Hoewel de kantonrechter, mede op grond van de als productie 19 bij dagvaarding overgelegde medische verklaring, inziet dat de situatie van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] zorgwekkend is en hij het aannemelijk acht dat de gezondheid van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] niet gebaat is bij de huidige situatie, kan - nu niet aannemelijk is dat deze situatie enkel ontstaan is door de houding van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. - niet geoordeeld worden dat van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] niet meer gevergd kan worden dat zij de woning aan [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. ter beschikking stelt. Gelet op de door beide partijen geschetste feiten en omstandigheden, acht de kantonrechter beide partijen verantwoordelijk voor het ontstaan van de huidige verstoorde verhouding.
4.8.
Voor zover [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] haar vordering tot ontruiming heeft gestoeld op de stelling dat [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. misbruik maken van hun bevoegdheid om rechtsmiddelen aan te wenden, kan de kantonrechter [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] hierin evenmin volgen. Er wordt onvoldoende aanleiding gezien om aan te nemen dat [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. uitsluitend in hoger beroep zijn gegaan met de bedoeling de ontruiming uit te stellen, en dus in de wetenschap dat hun te voeren weren in hoger beroep geen enkele kans van slagen hebben. Anders dan [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] meent, bieden de stellingen van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. hiervoor geen, althans onvoldoende aanknopingspunten. Hetgeen door [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] is gesteld, is - mede gelet op het door [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. gevoerde verweer - in dit concrete geval ook te weinig specifiek en klemmend om doorslaggevend te kunnen zijn bij een beoordeling ex artikel 3:13, tweede lid BW.
4.9.
Het voor overwogene leidt tot de conclusie dat er geen feiten en omstandigheden zijn, die rechtvaardigen dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt vooruitgelopen op de beroepsprocedure. De gevorderde voorziening zoals weergegeven onder rechtsoverweging 3.1. sub a. van dit vonnis zal dan ook worden afgewezen.
4.10.
[eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. worden tot op heden begroot op
€ 900,- aan salaris gemachtigde.
4.11.
De over de proceskosten gevorderde wettelijke rente en de nakosten zullen op de hierna in het dictum weergegeven wijze worden toegewezen.
In voorwaardelijke reconventie
4.12.
Nu de vordering in conventie niet is toegewezen, is aan de voorwaarde waaronder de reconventionele vorderingen zijn ingesteld niet voldaan. De vorderingen in voorwaardelijke reconventie behoeven derhalve geen bespreking.
Ten overvloede
4.13.
De kantonrechter heeft ter zitting de boosheid, het onbegrip, het verdriet en de zorg van partijen gezien en gehoord. De verhouding tussen partijen is verstoord, er is gekissebis over al dan niet behoorlijk herstel van gebreken; de verhouding wordt slechter en slechter, wederzijds respect is volledig verdwenen en de situatie kan gemakkelijk uit de hand lopen. Daar is niet veel voor nodig.
4.14.
De kantonrechter vermoedde en vermoedt dat het oordeel van zijn collega van 6 mei 2015 in stand zal blijven bij het Hof. Vanuit die inschatting, met de zorgen als hiervoor omschreven en een beetje hopend ook op grootmoedigheid van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. (het is en blijft - dat lijken [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. te vergeten - niet hún woning, maar die van [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] c.q. [dochter eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] ) om het de oude [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] te gunnen om binnen redelijke termijn te verhuizen en de laatste levensfase door te brengen op nummer [adres] (waarvoor dan overigens eerst nog wel een behoorlijke opknapbeurt van de woning nodig lijkt), heeft de kantonrechter ter zitting via een overlegmodel geprobeerd om op basis van redelijkheid een oplossing te zoeken voor het geschil. Dat is niet gelukt. Op basis van de wet - die niet wordt gemaakt door rechters maar door volksvertegenwoordigers in de Eerste en Tweede Kamer - heeft hij vervolgens juridisch moeten oordelen zoals hij hiervoor deed tot en met 4.12. De rest is aan partijen en hun gemachtigden. De zorg blijft.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] in de aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. gerezen proceskosten, tot op heden begroot op een bedrag van € 900,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
5.3.
veroordeelt [eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie] , onder de voorwaarde dat zij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] c.s. volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 100,- aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot aan de dag der algehele voldoening,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de aan de dag der algehele voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Hoekstra en in het openbaar uitgesproken.
type: NG