Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 oktober 2015, met producties,
- de brieven van 14 en 16 oktober 2015 van [eiser] , met producties,
- de brieven van 5 oktober 2015 van [gedaagde] , met producties
- de mondelinge behandeling van 19 oktober 2015,
- de ter zitting overgelegde productie van [eiser] ,
- de pleitnota van [gedaagde] , met producties.
2.Het geschil
- [gedaagde] te veroordelen het bezit te beëindigen en beëindigd te houden van een strook grond met en breedte van minimaal 2,5 meter en maximaal 4 meter gemeten vanuit de noordelijke grens van zijn perceel, zijnde 0,8 meter uit de achterzijde van het clubgebouw van Waolenwiert,
- [gedaagde] te veroordelen tot het verwijderen en verwijderd houden van de door hem geplaatste afrastering op bovenbedoelde strook grond,
- een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding,
- de aanwijzing van een noodweg van ten minste 2,5 meter en maximaal 4 meter breed ten behoeve van het perceel van [eiser] via het perceel van [gedaagde] , althans te [gedaagde] te bevelen te gehengen en gedogen dat [eiser] het perceel van [gedaagde] gebruikt als toegangsweg voor het uitvoeren van werkzaamheden op het perceel van [eiser] totdat in de bodemprocedure uitspraak is gedaan en zonder vaststellen van een schadevergoeding,
- een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.