ECLI:NL:RBLIM:2015:9054

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 oktober 2015
Publicatiedatum
27 oktober 2015
Zaaknummer
4507810 CV EXPL 15-9747
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over huurachterstand en ontruiming van gehuurde woning

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 27 oktober 2015, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. N. Kloth, en gedaagde, vertegenwoordigd door mr. J.G. van Ek. Eiser vorderde ontruiming van de woning van gedaagde wegens een huurachterstand van vijf maanden en het niet voldoen van de borgsom. De procedure is gestart met een dagvaarding en de mondelinge behandeling vond plaats op 22 oktober 2015.

De kantonrechter heeft in zijn vonnis vastgesteld dat gedaagde inderdaad een huurachterstand heeft van € 3.360,00, bestaande uit de huurachterstand tot en met oktober 2015 en de borg. Gezien de spoedeisendheid van de zaak en de belangen van partijen, heeft de rechter geoordeeld dat het gerechtvaardigd is om vooruit te lopen op de verwachte uitkomst van een eventuele bodemprocedure, waarin de huurovereenkomst waarschijnlijk zal worden ontbonden.

De rechter heeft gedaagde veroordeeld om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen. Tevens is gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten, die in totaal € 917,16 bedragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat eiser direct kan overgaan tot ontruiming indien gedaagde niet aan de verplichtingen voldoet. Het meer of anders gevraagde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 4507810 CV EXPL 15-9747
Vonnis in kort geding van 27 oktober 2015
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. N. Kloth,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. J.G. van Ek.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding,
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 22 oktober 2015,
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Motivering van de beslissing

2.1.
De kantonrechter heeft ter zitting al mondeling zijn beslissing aangekondigd en uitgelegd. Daarom kan worden volstaan met een verkorte motivering.
2.2.
De inhoud van de stukken wordt geacht hier te zijn herhaald, inclusief de weergave van de gevraagde voorzieningen en de grondslagen daarvoor.
2.3.
Nu alleen al vaststaat dat gedaagde als huurder bij eiser als verhuurder een huurachterstand heeft van 5 maanden tot en met de maand oktober 2015 alsmede dat gedaagde de borg nog niet heeft voldaan (€ 2.800,00 + € 560,00 = € 3.360,00), zijn de gevraagde voorzieningen toewijsbaar. Het gaat om een spoedeisende zaak waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist (artikel 254 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, verder afgekort als: Rv).
2.4.
Het lijdt immers geen twijfel dat in de eventuele bodemprocedure de huurovereenkomst zal worden ontbonden. Eiser behoeft niet te wachten met ontruiming, totdat in de bodemprocedure aldus wordt beslist, terwijl ondertussen de huurachterstand verder zou kunnen oplopen. Het is gerechtvaardigd om vooruit te lopen op die verwachte uitkomst en eiser nu al toe te staan om de ontruiming af te dwingen.
2.5.
Gedaagde zal het gehuurde binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis moeten hebben ontruimd. Dat is de gebruikelijke termijn in dit soort zaken. Een dwangsom - zoals gevraagd door eiser - zal de kantonrechter niet verbinden aan die ontruimingsverplichting van gedaagde, omdat eiser de ontruiming al eenvoudig kan afdwingen met behulp van de sterke arm (zie artikel 555 e.v. Rv).
2.6.
Gedaagde zal in de proceskosten worden veroordeeld. Die kosten bedragen aan de zijde van eiser:
dagvaarding: € 96,16
griffierecht: € 221,00
salaris gemachtigde:
€ 600,00
totaal: € 917,16

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt gedaagde om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de onderwerpelijke woning met al het zijne en de zijnen te ontruimen en te verlaten en leeg en bezemschoon op te leveren aan eiser,
3.2.
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen aan eiser:
- € 3.360,00 (huurachterstand tot en met oktober 2015 + borg),
3.3.
veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure, aan de zijde van eiser gevallen en tot op heden begroot op:
- € 917,16,
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst het meer of anders gevraagde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Hoekstra en in het openbaar uitgesproken.
type: PH