ECLI:NL:RBLIM:2015:8840
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in jeugdstrafzaken op basis van processuele gronden
Op 6 oktober 2015 heeft mr. P.M.J. Graus, advocaat te Heerlen, een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters van de meervoudige kamer voor de behandeling van jeugdstrafzaken van de Rechtbank Limburg, bestaande uit mrs. C.M.J. van den Acker, P.H.J. Frénay en M.B.T.G. Steeghs. Dit verzoek werd gedaan tijdens een achter gesloten deuren gehouden terechtzitting. De rechters hebben niet ingestemd met het verzoek en hebben een gezamenlijke schriftelijke reactie ingediend. De wrakingskamer heeft het verzoek op dezelfde dag behandeld, maar mr. Graus en de rechters zijn niet verschenen. Namens het Openbaar Ministerie was mr. D.J.M.M. Weymar aanwezig.
De wrakingskamer heeft de procedure en de gronden van het wrakingsverzoek beoordeeld. Het verzoek was gebaseerd op verschillende gronden, waaronder eerdere beslissingen van de wrakingskamer en de persoonlijke instelling van de rechters. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de eerste wrakingsgrond niet in behandeling kon worden genomen, omdat deze betrekking had op een beslissing van processuele aard die al eerder was behandeld. De andere gronden waren ook niet ontvankelijk, omdat deze al eerder waren ingediend in een ander wrakingsverzoek.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, omdat de gronden niet objectief gerechtvaardigd waren. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeker niet ontvankelijk was voor de wrakingsgronden en dat het verzoek op basis van de tweede grond ongegrond was. De beslissing is openbaar uitgesproken op 6 oktober 2015, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.