Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Waterfront BV verzocht om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden. [verweerder] heeft hiertegen verweer gevoerd en tevens een verzoek tot toekenning van een billijke vergoeding ingediend. De kantonrechter heeft op 2 oktober 2015 uitspraak gedaan. De zaak betreft een arbeidsovereenkomst waarbij [verweerder] sinds 27 januari 2003 als vrachtwagenchauffeur werkzaam was bij Waterfront BV. De relatie tussen [verweerder] en een collega, mevrouw [A], heeft geleid tot onrust op de werkvloer, wat door Waterfront BV als reden voor ontbinding werd aangevoerd. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de door Waterfront BV aangevoerde redenen voor ontbinding niet voldoende onderbouwd zijn. De situatie is inmiddels veranderd, aangezien mevrouw [A] niet meer werkzaam is bij Waterfront BV en [verweerder] volledig hersteld is van zijn ziekte. De kantonrechter concludeert dat er geen redelijke grond is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst en wijst het verzoek van Waterfront BV af. Tevens wordt Waterfront BV veroordeeld in de proceskosten van [verweerder].