Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[naam VOF] ,handelend onder de naam
[handelsnaam] ,
2 [gedaagde sub 2] , vennoot van gedaagde sub 1,
3 [gedaagde sub 3] , vennoot van gedaagde sub 1,
1.De procedure
- de dagvaarding
- de door [eiser] toegezonden aanvullende productie
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 12 oktober 2015.
2.Het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 94,19
- griffierecht € 221,00
- gemachtigde salaris €
600,00
4.De beslissing
- een bedrag van € 139,97 netto aan achterstallig loon over de maanden januari 2015 tot en met mei 2015, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% en de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag van algehele voldoening,
- het loon van € 1.748,96 bruto per maand exclusief emolumenten vanaf 1 juni 2015 tot 2 oktober 2015, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% en de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag van algehele voldoening,
- de vakantiebijslag over 2014-2015, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% en de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag van algehele voldoening,
- een bedrag van € 847,00 aan buitengerechtelijke kosten,