Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding d.d. 3 september 2015
- de mondelinge behandeling ter zitting van 21 september 2015.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 5 oktober 2015, heeft Heineken Nederland B.V. een kort geding aangespannen tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De procedure volgde op een huurachterstand van € 6.767,26, die was opgebouwd door de gedaagde voor de bedrijfsruimte die sinds 1 april 2001 door Heineken werd verhuurd. De huurprijs bedroeg € 1.430,70 per maand, inclusief btw. Heineken vorderde ontruiming van het gehuurde pand binnen twee dagen na betekening van het vonnis, alsook betaling van de huurachterstand en de lopende huur tot aan de ontruiming.
Tijdens de zitting op 21 september 2015 erkende de gedaagde de vordering van Heineken. Partijen kwamen overeen dat Heineken het vonnis niet zou executeren, mits de gedaagde vanaf 1 oktober 2015 de huur weer volledig en op tijd zou betalen. Daarnaast zou de gedaagde in oktober en november 2015 een extra bedrag van € 1.100,00 per maand betalen, en in december het restant van de openstaande huurschuld voldoen. De rechter oordeelde dat de gedaagde als de in het ongelijk gestelde partij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die aan de zijde van Heineken tot de datum van het vonnis waren begroot op € 945,47.
In de beslissing werd de gedaagde veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis het pand te ontruimen en de sleutels aan Heineken te overhandigen. Tevens werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de maandelijkse huur voor elke maand dat niet aan de ontruimingsverplichting werd voldaan. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Heineken het vonnis direct kon laten uitvoeren, tenzij de gedaagde aan de voorwaarden voldeed.