In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 3 september 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht en de verweerders, de kinderen van mevrouw [X.]. Het college stelt dat het niet opeisen van een legitieme portie door [X.] aan haar kinderen kan worden aangemerkt als een schenking, waardoor het college recht heeft op verhaal van bijstandsuitkeringen die aan [X.] zijn verstrekt. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail uiteengezet, waarbij het college heeft aangevoerd dat [X.] een bedrag van € 20.392,- uit de nalatenschap van haar moeder heeft ontvangen, terwijl zij recht had op een legitieme portie van € 32.238,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat [X.] geen aanspraak heeft gemaakt op haar legitieme portie, maar heeft geoordeeld dat dit niet kan worden gezien als een schenking aan haar kinderen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een vermindering van het vermogen van [X.], aangezien haar financiële situatie niet is aangetast door het niet opeisen van de legitieme portie. Daarom heeft de rechtbank het verzoek van het college tot verhaal van bijstandsuitkeringen afgewezen en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd.