Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De oplegging van straf
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd.
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4.2 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar.
geldboetevan
€ 750,00bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van
15 dagen;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van een
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer] gedeeltelijk toe tot het bedrag van € 564,03 ter zake van materiële schade en € 200,00 ter zake van immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van betaling te betalen aan de benadeelde partij;
- bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële en immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 9 februari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
- wijst de vordering van voornoemde benadeelde partij af ten aanzien van de gevorderde immateriële schade voor zover deze meer beloopt dan € 200,00;
- legt aan de verdachte de verplichting op om ten behoeve van het slachtoffer
- bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële en immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 9 februari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.