Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiseres sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 2 september 2015, hebben eisers verzocht om verbetering van een eerder vonnis van 14 juli 2015. Dit verzoek was ingediend omdat in het dictum van het vonnis een onjuist adres was vermeld van het pand waarop executoriaal beslag was gelegd. De voorzieningenrechter heeft de gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren, maar zij hebben van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake was van een kennelijke fout in het eerdere vonnis, die eenvoudig te herstellen was. In het herstelvonnis heeft de voorzieningenrechter de onjuiste adressen gecorrigeerd en de details van het beslag aangepast. De verbeteringen zijn aangebracht in de punten 5.1 en 5.2 van het eerdere vonnis, waarbij de juiste adressen en kadastrale gegevens zijn vermeld.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter bepaald dat deze verbetering op de minuut van het vonnis van 14 juli 2015 moet worden vermeld, met de datum van 19 augustus 2015. Ook is gelast dat partijen, voor zover zij dit nog niet hebben gedaan, de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis aan de griffie van de rechtbank moeten retourneren. Het vonnis is uitgesproken door mr. R.H.J. Otto in het openbaar.