ECLI:NL:RBLIM:2015:7529

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 september 2015
Publicatiedatum
3 september 2015
Zaaknummer
C-03-210029 KG ZA 15-431
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van panden en percelen door krakers in kort geding

In deze zaak, die op 2 september 2015 door de Rechtbank Limburg is behandeld, vorderden Belvédère Wijkontwikkelingsmaatschappij BV en de Gemeente Maastricht ontruiming van panden en percelen aan de Lage Frontweg in Maastricht. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.M.J.A. Smitsmans, stelden dat gedaagden zonder recht of titel in de panden verbleven, wat een inbreuk op hun eigendomsrechten vormde. De panden waren verworven door Belvédère voor infrastructurele ontwikkelingen, en de gemeente had de percelen in eigendom. Beide partijen hadden een spoedeisend belang bij de ontruiming, aangezien de panden en percelen vóór oktober of november 2015 leeg en schoon aan de aannemer Strukton moesten worden opgeleverd voor sloopwerkzaamheden. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen tot ontruiming toewijsbaar waren, gezien de noodzaak om de panden vrij te maken voor de voorgenomen werkzaamheden. De gedaagden werden veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de panden en percelen te ontruimen, met machtiging voor de eisers om dit zelf te doen indien nodig. Tevens werden de gedaagden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/210029 KG ZA 15-431
Vonnis in kort geding van 2 september 2015
in de zaak van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BELVÉDÈRE WIJKONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ BV,
gevestigd te Maastricht,
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE MAASTRICHT,
zetelend te Maastricht,
eiseressen,
advocaat mr. K.M.J.A. Smitsmans,
tegen:
1. zij die verblijven in (een gedeelte van) het pand aan de Lage Frontweg 21 te (6219 PC) Maastricht, kadastraal bekend als Maastricht D 4520,
2. zij die verblijven in (een gedeelte van) het pand aan de Lage Frontweg 23 te (6219 PC) Maastricht, kadastraal bekend als Maastricht D 4520,
3. zij die verblijven op (een deel van) de percelen aan de Lage Frontweg 17 te (6219 PC) Maastricht, kadastraal bekend als Maastricht D 4519 en Maastricht D 3667,
gedaagden,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna Belvédère, de gemeente en gedaagden genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 augustus 2015
  • het uittreksel van de dagvaarding gepubliceerd in het te Maastricht en omstreken verschijnende dagblad ‘Dagblad de Limburger’ van 20 augustus 2015
  • de mondelinge behandeling van 31 augustus 2015, waarbij namens Belvédère
[naam manager vastgoed] , manager vastgoed, is verschenen en namens de gemeente
[naam verwerver] , verwerver, beiden bijgestaan door mr. K.M.J.A. Smitsmans en mr. M.J. Van Loon, en aan de zijde van gedaagden [naam] is verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Ten behoeve van infrastructurele ontwikkelingen in Maastricht - de reconstructie en aanpassing van de aanlanding van de Noorderbrug - heeft Belvédère op 30 april 2015 de eigendom van de panden gelegen aan de Lage Frontweg 21 en 23, 6219 PC te Maastricht (hierna: de panden) verworven.
2.2.
De gemeente heeft de percelen gelegen aan de Lage Frontweg 17, 6219 PC te Maastricht (hierna: de percelen) in eigendom. Zij heeft, in het licht van vorenbedoelde infrastructurele ontwikkelingen, de ter zake van deze percelen geldende huurovereen-komsten per 1 januari 2015 beëindigd.
2.3.
De panden en percelen staan, in afwachting van de sloop door aannemer ‘Strukton’
- aan wie via een aanbestedingsprocedure de reconstructie en aanpassing van de aanlanding van de Noorderbrug is gegund -, vanaf de eigendomsverkrijging respectievelijk vanaf het einde van de huurovereenkomsten leeg.
2.4.
Om inbraak en kraak te voorkomen zijn de panden en percelen afgesloten en dichtgemaakt. Zij worden beheerd door Belvédère. Bij inspectie op 17 juli 2015 heeft Belvédère geconstateerd dat de panden en percelen gekraakt zijn door gedaagden. Zowel Belvédère als de gemeente hebben aangifte gedaan van het wederrechtelijke verblijf.
2.5.
De panden en percelen dienen voor de voorgenomen sloop in oktober dan wel november 2015, leeg en schoon aan Strukton ter beschikking te worden gesteld.
2.6.
Bij brief van 6 augustus 2015 hebben Belvédère en de gemeente gedaagden gesommeerd om uit de panden en van de percelen te vertrekken. Gedaagden hebben hieraan geen gehoor gegeven.

3.Het geschil

3.1.
Belvédère en de gemeente vorderen dat de voorzieningenrechter:
a. gedaagden zal veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn,:
- de panden en aanhorigheden gelegen aan de Lage Frontweg 21 te Maastricht,
- de panden en aanhorigheden gelegen aan de Lage Frontweg 23 te Maastricht, en
- de percelen gelegen aan de Lage Frontweg 17 te Maastricht,
met het hunne en de hunnen te verlaten en volledig te ontruimen, zulks met machtiging aan Belvédère respectievelijk de gemeente om, in het geval dat gedaagden niet of niet geheel aan de gevorderde ontruiming voldoen, het pand en/of de panden en/of de percelen zelf te (doen) ontruimen, op kosten van gedaagden, zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
gedaagden zal gebieden de panden en percelen, na ontruiming, geheel ontruimd te houden, met verbod om deze opnieuw in gebruik te nemen of te doen nemen;
zal bepalen dat dit vonnis, voor wat betreft de vorderingen zoals hiervoor weergegeven onder a. en b., conform het bepaalde in artikel 557a, derde lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna:Rv) gedurende een jaar na de datum van dit vonnis ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich in de panden en/of op de percelen bevindt of daar binnentreedt, telkens wanneer zich dat voordoet;
gedaagden zal veroordelen tot betaling van de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
Aan hun vorderingen leggen Belvédère en de gemeente ten grondslag dat gedaagden zonder recht of titel in de panden en op de percelen verblijven en daarmee onrechtmatig jegens hen handelen. Het huisrecht van gedaagden dient in deze te wijken voor het recht van Belvédère en de gemeente om vrij over hun eigendommen te kunnen beschikken. Laatst-genoemden hebben immers een groot belang bij de gevorderde ontruiming. De panden en percelen dienen, in het kader van een omvangrijk infrastructureel ontwikkelingsproject, vóór oktober dan wel november 2015 in schone en lege staat aan Strukton opgeleverd te worden. Zolang gedaagden niet vertrekken, kunnen Belvédère en de gemeente hun sanerings- en bodemonderzoeksplannen niet realiseren, hetgeen tot vertraging in de projectontwikkeling leidt. Belvédère en de gemeente hebben mede gelet op het voorgaande, een spoedeisend belang bij deze procedure.
3.3.
De vorderingen zijn aan de zijde van gedaagden gemotiveerd betwist. Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover relevant, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op de aard van de gevraagde voorziening en de gebleken omstandigheden hebben Belvédère en de gemeente een voldoende spoedeisend belang bij deze procedure.
4.2.
Gedagvaard zijn zij die verblijven in (een gedeelte van) de panden dan wel verblij-ven op (een deel van) de percelen. Hoewel [naam] (hierna: [naam] ) ter mondelinge behan-deling heeft gesteld dat hij namens alle gedaagden in het geding is verschenen, heeft hij hiertoe geen schriftelijke machtiging overgelegd. Het dient er dan ook voor te worden gehouden dat enkel [naam] op rechtsgeldige wijze in het geding is verschenen.
Aangezien ten aanzien van de niet-verschenen gedaagden de bij wet voorgeschreven formaliteiten en termijnen voor oproeping in acht zijn genomen, wordt ten aanzien van hen verstek verleend. Het vonnis zal ex artikel 140 Rv als een vonnis op tegenspraak worden gewezen.
4.3.
Voorop wordt gesteld dat gedaagden zich op onrechtmatige wijze toegang tot de panden en percelen hebben verschaft en daar thans zonder recht of titel verblijven. Niet betwist is dat gedaagden daarmee een inbreuk maken op de eigendomsrechten van Belvédère en de gemeente. Artikel 5:2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) bepaalt in dat verband, dat de eigenaar van een zaak bevoegd is om deze zaak van een ieder die haar zonder recht houdt op te eisen.
4.4.
Beoordeeld dient te worden of Belvédère en de gemeente hun eigendomsrechten in dit kort geding geldend kunnen maken. Aan de orde is derhalve de vraag of de omstandig-heden aan de zijde van Belvédère en de gemeente zodanig zijn dat - mede met het oog op de belangen van gedaagden - niet in redelijkheid van hun kan worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwachten.
4.5.
Belvédère en de gemeente hebben zich op het standpunt gesteld dat ontruiming van de panden en percelen noodzakelijk is in verband met de (voorbereidende) werkzaamheden, die zij dienen uit te voeren in het kader van de reconstructie en aanpassing van de aanlanding van de Noorderbrug. [naam] heeft de noodzaak van ontruiming betwist. Hij heeft daartoe aangevoerd dat, nu er nog geen sloopvergunning is verleend, de sloopwerkzaam-heden ten aanzien van de panden en percelen op korte termijn nog geen aanvang kunnen nemen. Van een acute noodzaak tot ontruiming is volgens [naam] dan ook geen sprake.
4.6.
Dat de sloopvergunning voor de panden en percelen nog niet is verleend, is - wat daar ook van zij - niet relevant. Zoals onbetwist is gesteld, zijn Belvédère, de gemeente en Strukton, immers overeengekomen dat eerstgenoemden de panden en percelen vóór oktober dan wel november 2015 schoon en leeg dienen op te leveren aan Strukton. Daar, zoals onweersproken is gesteld, op voorhand niet te voorzien is hoeveel tijd de in dit kader te verrichten sanerings- en bodemonderzoekswerkzaamheden in beslag zullen nemen, hebben Belvédère en de gemeente er belang bij zo snel mogelijk met de werkzaamheden te starten, teneinde de planning van het project niet onnodig te vertragen. Bovendien wordt bij dit belang relevant geacht dat de aard van de te verrichten werkzaamheden - waaronder het verwijderen van asbest uit de op de percelen gelegen bedrijfshallen - zich in het algemeen niet verdraagt met een voortgezette bewoning.
4.7.
De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat Belvédère en de gemeente voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat ontruiming noodzakelijk is. Van voornoemde partijen kan niet in redelijkheid worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemproce-dure afwachten. Het belang van Belvédère en de gemeente weegt in dit verband zwaarder dan het belang van gedaagden om - zonder recht of titel - in de woning te mogen blijven wonen.
4.8.
Een en ander leidt ertoe dat de vorderingen strekkende tot ontruiming zullen worden toegewezen, met dien verstande dat de ontruimingstermijn ingevolge het bepaalde in artikel 555 Rv op drie dagen zal worden gesteld. De mede gevorderde machtiging om de ontruiming voor zover nodig zelf te doen uitvoeren op kosten van gedaagden, zal worden afgewezen, omdat de bevoegdheid tot reële executie van de veroordeling tot ontruiming reeds voortvloeit uit de artikelen 555 e.v. juncto artikel 444 Rv en ten aanzien van de kosten niet op voorhand met zekerheid te beoordelen is of zij worden gemaakt en of zij in redelijkheid worden gemaakt.
4.9.
De vorderingen zoals weergegeven onder rechtsoverweging 3.1. sub a. en b. van dit vonnis, zullen, als onweersproken, eveneens worden toegewezen.
4.10.
Gedaagden zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Belvédère en de gemeente worden begroot op:
dagvaarding: € 77,84
griffierecht: € 613,00
salaris advocaat:
€ 816,00
totaal € 1.506,84
4.11.
De nakosten en de wettelijke rente over de proces- en nakosten, zullen op de hierna in het dictum weergegeven wijze worden toegewezen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt gedaagden de panden en aanhorigheden gelegen aan de Lage Frontweg 21 en 23, 6219 PC Maastricht, kadastraal bekend als Maastricht D 4520, met alle daarin van hunnentwege aanwezige personen en zaken binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en verlaten,
5.2.
veroordeelt gedaagden de percelen aan de Lage Frontweg 17, 6219 PC Maastricht, kadastraal bekend als Maastricht D 4519 en Maastricht D 3667, met alle daarop van hunnentwege aanwezige personen en zaken binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en verlaten,
5.3.
gebiedt gedaagden om voornoemde panden en percelen, na ontruiming, geheel ontruimd te houden en verbiedt gedaagden deze panden en percelen opnieuw in gebruik te nemen of te doen nemen,
5.4.
bepaalt dat dit vonnis, voor wat betreft het voorgaande, gedurende één jaar na de datum van dit vonnis ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich in de panden en/of op de percelen bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer zich dat voordoet,
5.5.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de aan de zijde van Belvédère en de gemeente gerezen proceskosten, tot op heden begroot op een bedrag van € 1.506,84, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
5.6.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 131,- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagden niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Henzen en in het openbaar uitgesproken.
type: NG