Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[naam VOF]
1.PROCEDURE
2.GESCHIL / VORDERING EN VERWEER
3.FEITEN / OMSTANDIGHEDEN
- [eiser] , geboren op [geboortedag] 1953, is krachtens arbeidsovereenkomst van 16 april 1998 tot 1 maart 2014 als medewerker bediening bij [gedaagde] in dienst geweest voor 27 of 28 uur per week (doch steeds beloond naar 28 uren).
- Het laatstelijk geldende maandloon beliep € 1 142,85 bruto naast verschuldigde vakantiebijslag naar 8% op jaarbasis.
- Van 18 april 2013 tot 1 maart 2014 heeft [eiser] (uitgezonderd één enkele dag) wegens ziekte geen arbeid meer verricht.
- Op basis van een op 4 oktober 2013 door [gedaagde] ingediend verzoek heeft het UWV WERKbedrijf - na zeer uitvoerig verweer van [eiser] waarvoor deze zich liet bijstaan dor zijn huidige gemachtigde - aan [gedaagde] bij beschikking d.d. 30 oktober 2013 op bedrijfseconomische gronden toestemming verleend de arbeidsovereenkomst met [eiser] op te zeggen.
- De verleende toestemming was conform het unanieme oordeel van de geraadpleegde ontslagadviescommissie (met vertegenwoordiging van werkgevers en werknemers).
- Het UWV honoreerde het kernargument van [gedaagde] dat de economische situatie haar noodzaakte de activiteiten in het cafégedeelte van haar onderneming te staken en van het café een hotellounge te maken die - samen met het hotelgedeelte zelf - verder ‘zonder personeel gerund’ zou worden, zodat de functie van [eiser] verviel en er voor hem geen vervangend werk resteerde.
- Bij aangetekend aan [eiser] verzonden brief d.d. 8 november 2013 heeft [gedaagde] de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 maart 2014 onder het aanbieden van drie maanden extra loon bij wijze van ‘passend’ geachte vergoeding en verdere vrijstelling van werk / herintreding tot en met eind februari 2014.
- [eiser] heeft de hem tot 16 november 2013 geboden bedenktijd voor acceptatie van het aanbod niet benut, zodat [gedaagde] zich (als aangekondigd) vrij achtte om daar geen uitvoering aan te geven en het aanbod later zelfs als ingetrokken aanmerkte toen haar in december 2013 bleek dat [eiser] (in haar ogen) ‘ [gedaagde] en haar directie in een kwaad daglicht’ stelde.
- Omdat [gedaagde] aanvankelijk ook met een via de gemachtigde van [eiser] gecommuniceerd bericht d.d. 9 december 2013 de loonbetaling opschortte (en daarin volhardde na een sommatie van de kant van mr. Colen d.d. 22 januari 2014) heeft [eiser] bij dagvaardingsexploot d.d. 26 februari 2014 [gedaagde] in rechte betrokken voor opeising van het loon c.a. op en na 1 december 2013.
- Bij vonnis in kort geding d.d. 20 maart 2014 heeft de kantonrechter te Maastricht [gedaagde] (die zich in rechte niet liet bijstaan) veroordeeld tot betaling van het reguliere maandloon tot 1 maart 2014 met wettelijke verhoging en wettelijke rente en haar tevens verwees in de proceskosten.
- [gedaagde] heeft na 28 februari 2014 (of zelfs al eerder) de café-exploitatie gestaakt, zij het dat er incidenteel in het oude cafégedeelte (sedertdien formeel de ‘lounge’ van het hotel) nog bijeenkomsten - al dan niet al eerder vastgelegd - plaatsgevonden hebben die niet direct of maar zeer ten dele aan de hotelfunctie gelieerd waren (zoals een muzikale zondagavond in maart 2014, openstelling voor ‘De Bronk van Eijsden’ op drie dagen in juni 2014, donderdagavondopenstelling voor de lokale schaakvereniging, de jaarlijkse barbecue van de ‘Spaarvereniging [gedaagde] ’ of een avond van voetbalveteranen dan wel een bezoek van de Harmonie bij de jaarlijkse dorpsrondgang).
- [eiser] verrichtte zijn werkzaamheden bij [gedaagde] in overgrote mate (voor 95% becijfert [gedaagde] ) ten behoeve van de cafékant van de onderneming.
4.BEOORDELING
achterafpoogt af te doen met een beroep op beweerdelijk gebrekkig functioneren van [eiser] , met klachten van ongenoemde gasten over hem (zijn ‘houding en gedrag’) en met opmerkingen over ‘schandalig gedrag vooral ook in zijn ziekteperiode’. Als [gedaagde] reden tot klagen gehad heeft, had zij dit tijdig en op de juiste wijze (functionerings- en/of verbeteringsgesprek; gerichte plannen tot wijziging van gedrag/houding/presteren; regelmatig overleg) alsook gestructureerd aan moeten pakken toen het nog zin had. Zelfs bij de opzegging had [gedaagde] het er nog voor over om [eiser] drie maanden loon als vergoeding in het vooruitzicht te stellen, maar zij heeft dit aanbod ingetrokken toen [eiser] dit kennelijk niet genoeg vond (en zich volgens haar onheus uitliet, maar daar blijft zij in alle opzichten veel te vaag over).