ECLI:NL:RBLIM:2015:7131
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in een faillissementszaak en de beoordeling van onpartijdigheid
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 16 juli 2015 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van rechter mr. M.J.A.G. van Baal. Het verzoek werd ingediend door de advocaat van verzoekster, die stelde dat de rechter in een eerdere zaak onbegrijpelijke gronden had gehanteerd bij de faillietverklaring van een andere vennootschap, wat volgens de advocaat een schending van elementaire rechtsbeginselen inhield. De wrakingsprocedure vond plaats naar aanleiding van een zitting op 30 juni 2015, waar de rechter niet berustte in het wrakingsverzoek en de behandeling ter zitting wenste bij te wonen. De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekster en de rechter gehoord en beoordeeld. De wrakingskamer concludeerde dat de inhoud van een eerder vonnis en de schending van rechtsbeginselen in beginsel geen grond voor wraking vormen, aangezien hiervoor normale rechtsmiddelen beschikbaar zijn. De wrakingskamer oordeelde dat er geen objectieve rechtvaardiging was voor de vrees van verzoekster dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en de beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, met de griffier aanwezig. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.