Uitspraak
1.Het procesverloop
- de moeder;
- de stichting.
2.Het verzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
's-Hertogenbosch
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Limburg op 31 juli 2015 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een minderjarige, geboren in 1999, die verzocht om de algehele vervallenverklaring van de beslissing van de jeugdhulpaanbieder om hem op te nemen in een gesloten accommodatie. De minderjarige was bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.J. Crombag. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de opneming van de minderjarige op 1 juli 2015 onrechtmatig was, omdat niet voldaan was aan de wettelijke eisen van de Jeugdwet. De jeugdhulpaanbieder had de minderjarige niet binnen vier dagen schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing tot opname, en er was geen afschrift van deze beslissing naar de advocaat of de griffier gestuurd. Dit leidde tot de conclusie dat de beslissing tot opname niet aan de wettelijke vereisten voldeed, wat een schending van het recht op respect voor het familie- en gezinsleven van de minderjarige met zich meebracht, zoals beschermd door artikel 8 van het EVRM. De kinderrechter verklaarde de beslissing van de stichting tot opneming van de minderjarige vervallen en oordeelde dat de eerder verleende voorwaardelijke machtiging herleefde. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en hoger beroep kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.