ECLI:NL:RBLIM:2015:688

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 januari 2015
Publicatiedatum
29 januari 2015
Zaaknummer
C/03/172147 / HA ZA 12-228
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.F.W. Huinen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplevering werk, bewijs, verrekenverweer en belang vordering in reconventie

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap BOUWBEDRIJF [naam] B.V. en twee gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], over de oplevering van een werk. De rechtbank heeft op 28 januari 2015 vonnis gewezen in de zaak met zaaknummer C/03/172147 / HA ZA 12-228. De eiseres in conventie, BOUWBEDRIJF [naam] B.V., heeft gesteld dat zij het werk correct heeft opgeleverd, terwijl de gedaagden in conventie, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], dit betwisten en een verrekenverweer hebben gevoerd. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de eiseres niet heeft aangetoond dat er een mondelinge afspraak is gemaakt die afwijkt van de aanneemovereenkomst. De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiseres de bewijslast draagt en dat zij niet in haar bewijs is geslaagd. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat de gedaagden terecht de betaling van de opleveringstermijn hebben opgeschort. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de eiseres de schade die voortvloeit uit het niet correct opleveren van het werk aan de gedaagden moet vergoeden. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld tot betaling van een bedrag aan de eiseres, en heeft de proceskosten aan beide partijen toegewezen, waarbij de eiseres als de (deels) in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten is veroordeeld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/172147 / HA ZA 12-228
Vonnis van 28 januari 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOUWBEDRIJF [naam] B.V.,
gevestigd te Maastricht,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
advocaat mr. P.J.T. Austen te Valkenburg aan de Geul,
tegen

1.[gedaagde sub 1],

2.
[gedaagde sub 2]
,
beiden wonende te [woonplaats],
gedaagden in conventie, eisers in reconventie,
advocaat mr. J.A.J. Heikens te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en (in mannelijk enkelvoud) [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 30 oktober 2013,
  • de akte overlegging producties van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
  • de akte overlegging producties van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
  • proces-verbaal van getuigenverhoor van 16 april 2014,
  • akte uitlating contra-enquête, tevens houdende opgave verhinderdata, van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
  • het proces-verbaal van contra-enquête van 26 juni 2014,
  • de conclusie na bewijsopdracht, tevens houdende producties, van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
  • de conclusie van antwoord na getuigenverhoor, tevens akte uitlating producties,
van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie].
1.2.
Ten slotte is vonnis nader bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

in conventie en reconventie

2.1.
De rechtbank volhardt bij het voornoemde tussenvonnis van 30 oktober 2013.
verder in conventie
2.2.
Daarbij is in 4.29.2 en 4.29.4. overwogen dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de bewijslast draagt van haar stelling dat partijen, terzake van het werk zoals bedoeld in het opleveringsrapport onder
buiten(31) balkons, een van de aan aanneemovereenkomst afwijkende mondelinge afspraak hebben gemaakt en dat zij op grond daarvan het desbetreffende werk correct heeft opgeleverd.
2.3.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft teneinde bovenstaand bewijs te leveren een brief van 12 november 2013 van de heer [getuige 1] overgelegd (productie 46 bij akte overlegging producties) en twee getuigen opgeroepen, haar voormalig directeur, de heer [voormalig directeur eiseres in conventie, verweerster in reconventie], en [getuige 1] voornoemd. Op 16 april 2014 zijn de getuigen gehoord. De getuigenverklaringen maken deel uit van het proces-verbaal van enquête van die datum.
2.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft in contra-enquête drie getuigen opgeroepen, haar voormalige interieurarchitect, de heer [getuige 2], haar voormalige bouwdeskundige de heer
[getuige 3] en de heer [gedaagde sub 1] zelf. Op 26 juni 2014 datum zijn de getuigen gehoord. De getuigenverklaringen maken deel uit van het proces-verbaal van contra-enquête van die datum.
2.5.
[getuige 1] heeft bij de gemelde brief van 12 november 2013 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het volgende medegedeeld:

Hierbij bevestig ik u de met u in de bespreking d.d. 25-03-2011 gemaakte afspraak dat ik akkoord ben gegaan met de uitvoering van het balkon, zoals reeds op dat moment gerealiseerd, e.a. in afwijking van de ontwerptekening.
Deze afspraak heb ik met u, als directievoerder namens dhr. [gedaagde sub 1] gemaakt, waarbij
voor mij de afweging gold dat de aansluiting van dit balkon beter gemaakt kon worden
door een integratie van dit balkon in de later door dhr. [gedaagde sub 1] te realiseren keer- en tuinmuur met bijbehorende buitentrap ter plaatse.
[getuige 1] heeft vervolgens in enquête - voor zover thans relevant - betreffende het balkon aan de achterzijde van de woning van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verklaard:

Toen ik bij dit project op verzoek van dhr. [gedaagde sub 1] betrokken raakte was de ruwbouw van dit balkon al zo goed als klaar.
Dit balkon was niet gemaakt zoals dat stond weergegeven op de tekeningen die bij het contract hoorde (de aanneemovereenkomst).
De tekeningen die ik gezien heb waren de bestektekeningen en de maatvoering op die tekeningen weken af van hetgeen er gemaakt was.
In mijn herinnering was het gemaakte balkon ongeveer 1 m2 kleiner dan wat beoogd was, het had een meter langer moeten zijn. Het aangenomen werk hield op bij het balkon. De trap naar de tuin en tuinmuren en wat dies meer zij hoorden er niet bij.
In mijn herinnering is er een bespreking geweest waarbij alleen dhr. [voormalig directeur eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en ik aanwezig waren en waarbij wij hebben gesproken over de afwijkende maatvoering van het gemaakte balkon.
Ik heb toen met de aannemer afgesproken het balkon te laten zoals het was. Dit heb ik zo afgesproken omdat het beoogde plan van Dhr. [gedaagde sub 1] met betrekking tot het balkon, de trap, de tuinmuren technisch heel moeilijk zou worden. Mijn gedachte was dat als de tuin duidelijk was, gekeken kon worden hoe het uiteindelijk gemaakt kon worden. Voor mij was het daarbij niet uitgesloten dat ooit zou worden afgesproken het balkon breder te maken.
Ik kan me niet herinneren dat over deze afspraak iets op papier is gezet.
U vraagt mij of ik ten tijde van deze afspraak in mijn rol ten opzichte van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] adviseur was dan wel of ik in de rol van directievoerder begon te komen wat wel beoogd was en mondeling was afgesproken en nooit tot een schriftelijke overeenkomst was gekomen. Het was in die fase in ieder geval zo dat het al duidelijk was dat met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verder gegaan zou worden. Ik kan niet goed in de tijd bepalen of ik nog als adviseur dan wel als directievoerder werkzaam was.
Hetgeen ik met dhr. [voormalig directeur eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van Bouwbedrijf [naam] BV had afgesproken had ik noch voorbesproken noch nabesproken met dhr. [gedaagde sub 1]. Het is er nooit van gekomen dit met dhr. [gedaagde sub 1] te bespreken. Als gezegd was het mijn bedoeling op een later moment van de bouw dit te bekijken.
U vraagt mij of ik met dhr. [voormalig directeur eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heb gecommuniceerd de redengeving waarom ik het balkon voorlopig zo wilde laten zoals het was. Ik denk het wel, maar ik weet het niet zeker.
U vraagt mij of dhr. [gedaagde sub 1] en ik expliciete afspraken hebben gemaakt over mijn bevoegdheden, meer in het bijzonder het maken van dhr. [gedaagde sub 1] bindende afspraken. Mijn antwoord daarop is nee.
U bespreekt nu met mij het als productie 46 bij akte aan de zijde van Bouwbedrijf [naam] overgelegde stuk. Datgene wat ik u vandaag heb verklaard is volgens mij met andere woorden gelijkelijk weergegeven in dit stuk. Ik wist destijds kennelijk wel de datum waarop die bespreking had plaatsgevonden. Naar mijn beleving zit er niet zoveel verschil in adviseur en directievoerder en was ik bevoegd om afspraken te maken.
2.6.
De bovenstaande verklaring van [getuige 1] is helder, waarbij [getuige 1] desgevraagd gedetailleerd is ingegaan op een deel van het opgeleverde werk: “
het balkon”. Gelet op de verklaring van [getuige 1] in enquête behelst diens brief van 12 november 2013 een onvolledige weergave van hetgeen hij en [voormalig directeur eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 25 maart 2011 over de (onjuiste) maatvoering van het balkon hebben afgesproken. Immers, gelet op de verklaring van [getuige 1] in enquête hebben [getuige 1] en [voormalig directeur eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 25 maart 2011 gesproken over de afwijkende maat-voering van het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gemaakte balkon en vervolgens (enkel) afgesproken om het balkon (voorlopig) te laten zoals het was, waarbij die afspraak is gemaakt omdat de tuin, de trap en de tuinmuren nog moesten worden aangelegd/uitgevoerd. [getuige 1] heeft verklaard dat, nadat de uitvoering van de tuin duidelijk was, op de kwestie van het balkon zou worden teruggekomen en dat zou worden gekeken hoe het balkon kon worden gemaakt.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft derhalve niet aangetoond dat [getuige 1] (reeds) op 25 maart 2011 een van de aanneemovereenkomst afwijkende (definitieve) afspraak - al dan niet namens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] - met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft gemaakt.
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], aangezien [getuige 1] slechts tot april 2011 als adviseur/directievoerder van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gefungeerd, om tot een definitief akkoord te kunnen komen over het te kleine balkon, daarover in onderhandeling had moeten treden met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf. Dit is niet gebeurd.
De rechtbank komt de verklaring van [getuige 1] mede aannemelijk voor nu het balkon - dat niet is afgemaakt - op de opleveringsrapport van 27 mei 2011 staat vermeld als gebrek “
buiten(31)”. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] had, indien zij van mening was dat het balkon conform werd opgeleverd, daarvan tijdens de oplevering melding moeten maken, doch dit is niet gebeurd, zoals ook blijkt uit de verklaringen in contra-enquête van [getuige 2] en [getuige 3]. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft betoogd dat zij op 27 mei 2011 “het gebrek” heeft gelaten voor wat het was, met de bedoeling om daarop later terug te komen, doch dit komt de rechtbank, gelet op al het vorenoverwogene, niet aannemelijk voor. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is een professionele aannemer en ook zij is het opleveringsrapport zonder enige kanttekening van haar zijde gaan gebruiken ter onderbouwing van het opgeleverde werk en de op 27 mei 2011 geconstateerde gebreken.
De verklaring van de voormalige directeur van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], [voormalig directeur eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voornoemd, van
16 april 2014, plaatst het bovenstaande niet in een ander daglicht. Immers, [voormalig directeur eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft in slechts algemene bewoordingen uiteengezet: … “
In de tijd dat de bouw stil heeft gelegen heeft er overleg plaatsgevonden met dhr. [getuige 1]. In dat overleg is de bouw minutieus doorgesproken. Daarbij is ook aan de orde geweest het betreffende balkon en de constructietekening die afweek qua maatvoering van de bouwtekening omdat dit een duidelijk verschil is. Er is toen ook gesproken over de afwerking van dit balkon. Er is toen afgesproken dat de afwerking afwijkend zou worden gemaakt van wat op de bouwtekeningen stond. Dhr. [getuige 1] heeft toen te kennen gegeven dat het volgens de constructietekening gemaakte balkon met de beoogde afwijkende afwerking akkoord was.” …
Dat dienaangaande sprake was van een definitieve bestekwijziging, is, met inachtneming van het vorenoverwogene, onvoldoende gebleken. Dit temeer nu - zoals bij tussenvonnis van 30 oktober 2013 is overwogen (4.29 e.v.) - [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gemotiveerd heeft weersproken dat de gestelde nadere afspraak van 25 maart 2011 inhield dat betreffende het te kleine balkon een definitieve van de aanneemovereenkomst afwijkende overeenkomst tussen partijen tot stand zou zijn gekomen.
2.7.
Op grond van al het vorenoverwogene is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet geslaagd in het leveren van het bewijs van haar stelling dat partijen terzake van het gemelde (te kleine) balkon een van de aanneemovereenkomst afwijkende mondelinge afspraak hebben gemaakt. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft het desbetreffende werk dan ook niet correct opgeleverd.
2.8.
Gelet hierop heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] terecht de betaling van de opleveringstermijn ad
€ 11.903,38 opgeschort. Echter, nu nakoming aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] blijvend onmogelijk is (zie overweging 4.26.3 van het tussenvonnis van 30 oktober 2013), is het belang van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij zijn beroep op de opschorting komen te ontvallen. Het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevoerde verrekenverweer (punt 2.50 conclusie van antwoord) slaagt daarentegen. Immers, zoals bij tussenvonnis onder 4.29.1 is overwogen bedragen de herstelkosten van het gebrek balkon € 9.500,00. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dient die schadepost, nu hij dienaangaande niet conform de aanneemovereenkomst heeft opgeleverd, aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te vergoeden, zodat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] terzake van de opleveringstermijn, na verrekening van diens vordering op [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], nog € 2.403,38 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dient te betalen. De gemelde blijvende onmogelijkheid tot nakoming zijdens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] maakt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de betaling van laatstgenoemd bedrag niet (langer) kan opschorten.
2.9.
Gelet hierop, alsmede gelet op het tussenvonnis onder 4.15 en 4.17, dient [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen een bedrag van totaal € 30.068,17 inclusief btw (€ 20.898,81 +
€ 6.765,98 + € 2.403,38). De rechtbank acht daarbij redelijk een ruimere betalingstermijn dan gevorderd, aldus dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet binnen twee, maar binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dient te betalen.
2.10.
De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 30 oktober 2013 onder 4.32.1 reeds geoordeeld dat aan buitengerechtelijke incassokosten een bedrag van € 1.158,00 toewijsbaar is.
2.11.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Gelet op hetgeen de rechtbank onder 2.6 heeft overwogen acht de rechtbank redelijk dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de door haar gemaakte getuigenkosten en daarmee samenhangende proceskosten zelf dient te dragen. De kosten aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden vervolgens begroot op:
- dagvaarding € 90,17
- griffierecht € 1.789,00
- salaris advocaat €
2.235,00(2,5 punten × tarief € 894,00)
totaal € 4.114,17.
2.12.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
verder in reconventie
2.13.
Gelet op oordeel van de rechtbank onder 2.7 wordt de gevorderde verklaring voor recht onder (1) bij eis in reconventie toegewezen.
2.14.
Voor wat betreft de in reconventie, ter zake van het opleveringsgebrek balkon (31), gevorderde herstelkosten overweegt de rechtbank dat het belang hieraan, gelet op het in conventie geslaagde verrekenverweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (zie 2.8), is komen te ontvallen.
2.15.
De rechtbank overweegt vervolgens dat in het gemelde tussenvonnis in 4.41.3 is overwogen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient te bewijzen haar stelling dat de kosten van het opleveringsgebrek
begane grond(24) € 1.100.00 exclusief 19 % btw bedraagt.
2.16.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft teneinde bovenstaand bewijs te leveren bij akte overlegging producties drie producties (47 t/m 49) overgelegd.
De productie 47 betreft een e-mail van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 21 april 2011, met als bijlage “
de lijst van het hang- en sluitwerk binnen- en buitendeuren ter controle.” Met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt de rechtbank vast dat gelet op die lijst - voor zover thans relevant - voor de ruimtes Bi 13 t/m 15 en Bu 01 t/m 12 per ruimte een profielcilinder (PC) is aangetekend.
De te plaatsen (vijftien) cilinders dienen gelijksluitend te zijn, zodat de desbetreffende sloten met dezelfde sleutels kunnen worden geopend. Dit blijkt uit de e-mail van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van 27 april 2011 (productie 48 zijdens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]), waarin is vermeld: “
Op alle buitendeuren + schuifdeuren, die zijn voorzien van een PC slot komen cilinders.” Op de bij die e-mail aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestelde vraag: “
De cilinders van deze deuren worden, neem ik aan, allemaal gelijksluitend (te openen met dezelfde sleutel) uitgevoerd?” antwoordt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij e-mail van dezelfde datum: “
Ja, betreffende deuren graag gelijksluitend”.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt bij akte overlegging producties dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zestien cilindersloten heeft gemonteerd. Van die sloten zijn er drie met een te korte cilinder opgeleverd. Herstel houdt in dat, nu al de zestien sloten met dezelfde sleutel moeten kunnen worden opengemaakt, al de gemelde zestien sloten moeten worden vervangen, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ter onderbouwing van de omvang van de herstelkosten de offerte 2013-0002 van 6 december 2013 van DHZ & BikePoint van Alphen overgelegd, ten bedrage van € 1.396,00 inclusief 21% btw (productie 49 zijdens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]).
2.17.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft bij conclusie na bewijsopdracht in reconventie - voor zover thans relevant - de noodzaak tot vervanging van de zestien cilinders (wederom) betwist. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat slechts drie cilinders behoefden te worden vervangen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert daartoe aan dat de drie nieuwe cilinders gelijksluitend zijn met de overige cilinders en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] die drie cilinders met de oude sleutels kan bedienen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is bereid de cilinders die zij reeds passend heeft laten maken aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] af te geven, aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]. De kosten van montage kunnen gelet hierop, met inachtneming van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overgelegde offerte, worden beperkt tot € 9,14 exclusief btw (3/16 van € 48,76; zie productie 49 zijdens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]), aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]. Voorzover dit aanbod zal worden gepasseerd, dient de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overgelegde offerte van 6 december 2013 te worden teruggerekend naar drie cilinders, aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert overigens aan dat, gelet op haar inkoopfactuur van 3 mei 2011, de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevorderde kosten buitenproportioneel zijn.
2.18.
De rechtbank overweegt dat volgens beide partijen zestien gelijksluitende cilinders (PC) door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] diende te worden geleverd en dat drie van die cilinders niet goed zijn opgeleverd, nu die cilinders te kort waren. Er is sprake van een opleveringsgebrek, waarbij van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet meer gevergd kan worden dat hij dit door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] laat herstellen. Het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bij conclusie na bewijsopdracht (opnieuw) gedane aanbod tot afgifte van de gemelde drie cilinders wordt, gelet op de vertrouwensbreuk tussen partijen (zie tussen-vonnis, overweging 4.41.2, tweede alinea), verworpen. De gevorderde veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot vergoeding van de herstelkosten ligt derhalve voor toewijzing gereed.
Naar het oordeel van de rechtbank komt verder voor rekening en risico van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat niet alleen de drie te korte cilinders, maar al de zestien cilinders dienen te worden vervangen. Dit teneinde het overeengekomen effect van gelijksluitendheid te kunnen waarborgen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft zijn vordering daartoe gegrond op de aanneemovereenkomst, waarbij partijen het er over eens zijn dat zestien gelijksluitend cilinders diende te worden opgeleverd. De door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overgelegde offerte komt de rechtbank daarbij niet onredelijk voor. Nu de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] lager is dan de bij offerte van 6 december 2013 begrote kosten, zal slechts het gevorderde bedrag ad € 1.309,00 (€ 1.100,00 exclusief 19% btw) worden toegewezen.
2.19.
Nu de gevorderde herstelkosten voor het balkon reeds in conventie zijn verrekend met de opleveringstermijn, is in reconventie - naast de gemelde € 1.309,00 - enkel nog toewijsbaar de kosten van [getuige 1] ad € 933,00 (zie tussenvonnis). De overig gevorderde schadevergoeding wordt met in achtneming van het tussenvonnis van 30 oktober 2013 afgewezen, zodat in reconventie aan gevorderde schadevergoeding (schadeloosstelling) een bedrag van totaal € 2.242,00 zal worden toegewezen.
2.20.
De gevorderde teruggave van de stenen (zie 4.45.2 tussenvonnis) en de gevorderde verstrekking van de documenten (zie 4.46 tussenvonnis) zullen worden toegewezen, met dien verstande dat de onder (10) van de eis in reconventie gevorderde dwangsom zal worden beperkt als in 3.10.
2.21.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wordt als de (deels) in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Omdat het gevorderde totale schadebedrag grotendeels wordt afgewezen, begroot de rechtbank de proceskosten daarbij aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op basis van het toegewezen bedrag op € 1.788,00 aan salaris advocaat (4,0 punten × factor 0,5 × tarief € 894,00).

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], [gedaagde sub 1] respectievelijk [gedaagde sub 2] ieder voor de helft, om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen een bedrag van € 30.068,17 inclusief btw,
3.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], [gedaagde sub 1] respectievelijk [gedaagde sub 2] ieder voor de helft, om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen een bedrag van € 1.158,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 5 juni 2012 tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], [gedaagde sub 1] respectievelijk [gedaagde sub 2] ieder voor de helft, in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot op heden begroot op € 4.114,17,
3.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], [gedaagde sub 1] respectievelijk [gedaagde sub 2] ieder voor de helft, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
3.5.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
3.7.
verklaart voor recht dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], voor wat betreft de oplevering van het balkon (opleveringsrapport van 27 mei 2011, gebrek (31)), toerekenbaar te kort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de aanneemovereenkomst van 11 april 2010 en nadere overeenkomst van 1 april 2011,
3.8.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te betalen een bedrag van € 2.242,00, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 5 juni 2013 tot de dag van volledige betaling,
3.9.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot afgifte aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] afgevoerde zeven kubieke meter ‘Kunrader’ stenen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], en wel binnen vijf werkdagen na datum van dit vonnis, aan het woonadres van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan de [adres] te
[woonplaats], onder verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 3.150,00, indien [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet tijdig aan deze veroordeling voldoet,
3.10.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot afgifte aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], binnen vijf werkdagen na datum van dit vonnis, van alle tot het werk behorende revisietekeningen, garantiebewijzen en certificaten ter zake van Elektra-installatie, riolering, dakbedekking, waterleiding, centrale verwarming, mechanische ventilatie, beglazing, kozijnen ventilatie en gevelstukwerk, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van € 15.000,00 is bereikt,
3.11.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot op heden begroot op € 1.788,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.12.
verklaart dit vonnis in reconventie, met uitzondering van de verklaring voor recht (3.7), uitvoerbaar bij voorraad,
3.13.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F.W. Huinen en in het openbaar uitgesproken op
28 januari 2015. [1]

Voetnoten

1.type: CM