AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Valkenburgse zedenzaak: ontucht met minderjarige prostituee
In de Valkenburgse zedenzaak is de verdachte op 30 juli 2015 door de Rechtbank Limburg veroordeeld voor ontucht met een zestienjarig meisje dat zich beschikbaar had gesteld voor seksuele handelingen tegen betaling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 30 september 2014 in Valkenburg ontucht heeft gepleegd met het slachtoffer, dat zich beschikbaar stelde voor seksuele handelingen met een derde. De verdachte heeft verklaard dat hij dacht dat het meisje 19 jaar oud was, maar de rechtbank oordeelde dat hij zich had moeten vergewissen van haar werkelijke leeftijd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 210 uren en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 1 dag. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist, maar de rechtbank hield rekening met de omstandigheden van de zaak en het feit dat de verdachte een blanco strafblad had. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer, maar oordeelde dat de verdachte niet bewust op zoek was naar een minderjarige. De benadeelde partij, het slachtoffer, heeft een schadevergoeding gevorderd, maar de rechtbank verklaarde haar niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat de behandeling daarvan een onevenredige belasting voor het strafgeding zou opleveren. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de ernst van de zaak en de bescherming van minderjarigen in zedenzaken in acht hebben genomen.
Voetnoten
1.De vindplaatsvermeldingen, voorkomend in de hierna opgenomen bewijsmiddelen en de motivering van de bewezenverklaring, verwijzen naar de doorlopende paginanummering in de voor eensluidend afschrift gewaarmerkte kopie van het in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde verbalisanten van de politie Eenheid Limburg opgemaakte proces-verbaal, genummerd 2014119064 d.d. 13 april 2015 en de als bijlagen daarbij gevoegde schriftelijke bescheiden, welke alle wettige bewijsmiddelen zijn als bedoeld in artikel 344, eerste lid jo artikel 339, eerste lid onder 5º van het Wetboek van Strafvordering.
2.Proces-verbaal van observatie d.d. 16 oktober 2014, doorgenummerde dossierpagina's 31 t/m 33.
3.Proces-verbaal van het informatief gesprek mensenhandel d.d. 14 oktober 2014, doorgenummerde dossierpagina 35
4.Proces-verbaal van bevindingen betreden [adres] te Valkenburg d.d. 15 oktober 2015, doorgenummerde
5.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] d.d. 11 maart 2015, doorgenummerde dossierpagina 64-65.
6.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] d.d. 4 december 2014, doorgenummerde dossierpagina 51.
7.Proces-verbaal van bevindingen artikel 27 WvSv verdenking [verdachte] d.d. 19 januari 2015, doorgenummerde
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 3 februari 2015, doorgenummerde dossierpagina 326.
9.Proces-verbaal van bevindingen artikel 27 WvSv verdenking [verdachte] d.d. 19 januari 2015, doorgenummerde
10.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 3 februari 2015, doorgenummerde dossierpagina's 328-331.