Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 juli 2015
- de akte overlegging producties aan de zijde van [eiser]
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 600,00
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 27 juli 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. De procedure betreft een vordering van [eiser] tot ontruiming van een huurwoning en betaling van huurachterstand. De huurovereenkomst tussen [eiser] en [betrokkene] is per 1 april 2015 geëindigd, maar [gedaagde], handelend onder de naam [naam 1] Budgetbeheer en Bewindvoering, heeft de woning niet ter beschikking gesteld aan [eiser]. [eiser] vordert dat [gedaagde] de woning binnen veertien dagen ontruimt en dat hij een bedrag van € 650,- aan achterstallige huur betaalt, evenals een schadevergoeding van € 1.785,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] de vorderingen tot ontruiming en betaling van huurachterstand heeft erkend, maar de vordering tot schadevergoeding heeft hij betwist.
De rechtbank oordeelt dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, aangezien de huurovereenkomst is geëindigd en [betrokkene] zonder recht of titel in de woning verblijft. De vordering tot ontruiming wordt toegewezen, maar de gevorderde machtiging om de ontruiming zelf uit te voeren op kosten van [gedaagde] wordt afgewezen, omdat deze bevoegdheid aan de deurwaarder toekomt. De rechtbank wijst de vorderingen tot betaling van achterstallige huur en gebruiksvergoeding toe, maar de vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen omdat deze niet voldoende is onderbouwd. [gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten van [eiser].