7.2Het oordeel van de rechtbank
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]:
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in haar vordering, nu bij het voegingsformulier geen uittreksel van de Kamer van Koophandel is gevoegd, waaruit blijkt dat [slachtoffer 3] een dochteronderneming is van [benadeelde 1] en dat zij [slachtoffer 3] dus in rechte mag vertegenwoordigen. De benadeelde partij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 3]:
De benadeelde partij [betrokkene 3] vordert een bedrag van € 181,-. Dit betreft schade die zij heeft geleden doordat zij een hotelovernachting (een dienst) aan verdachte heeft afgegeven die niet is betaald.
De rechtbank overweegt dat artikel 361, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat een benadeelde partij slechts ontvankelijk is in haar vordering als aan haar rechtstreekse schade is toegebracht door het bewezen verklaarde feit. Met andere woorden: de schade moet het gevolg zijn van het bewezen verklaarde feit.
Bewezen is verklaard dat verdachte bij [slachtoffer 4] een hoeveelheid eten en/of drank heeft gekocht met de bedoeling daarvoor niet te betalen. De schade die het hotel heeft geleden doordat zij een overnachting heeft afgegeven, is geen rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde kopen van eten en/of drank. De benadeelde partij zal dus niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]:
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] is als volgt opgebouwd:
Husqvarna 130 BT bladblazer € 379,34
Husqvarna 445 triobrake kettingzaag € 536,36
Husqvarna 536LIH60X akku heggenschaar € 329,75
Accu 3.0AH € 164,46
Lader QC330 € 98,35
Husqvarna 536 LIL bosmaaier/-trimmer zonder accu’s € 296,69
Mc Culloch M155-107TC zitmaaier € 2.313,22
Castel Garden Zitmaaier € 1.750,00
Totaal € 5.571,48
Uit de facturen die bij het voegingsformulier zijn gevoegd, blijkt dat de gevorderde posten exclusief BTW zijn.
De rechtbank overweegt dat artikel 361, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat een benadeelde partij slechts ontvankelijk is in haar vordering als aan haar rechtstreekse schade is toegebracht door het bewezen verklaarde feit. Met andere woorden: de schade moet het gevolg zijn van het bewezen verklaarde feit.
Bewezen is verklaard dat verdachte zich samen met zijn medeverdachte schuldig heeft gemaakt aan flessentrekkerij bij [slachtoffer 5] en dat deze benadeelde partij een zitgrasmaaier, een kettingzaagmachine, een heggenschaar, een bosmaaier, een bladblazer, twee accu’s en een acculader aan verdachte en zijn medeverdachte heeft afgegeven. Uit de aangifte van de benadeelde partij blijkt dat de onder 7. genoemde zitmaaier niet is afgegeven, omdat deze besteld moest worden. Deze gevorderde schade is dus geen rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde. De benadeelde partij wordt daarom ten aanzien van de onder 7. gevorderde zitmaaier niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering voor het overige toewijsbaar, zodat de rechtbank het schadebedrag zal vaststellen op - in totaal - € 3.554,95, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf 29 juli 2014 tot de dag der algehele voldoening.
Nu verdachte ter zake van het onder parketnummer 03/700529-14 feit 1 bewezen verklaarde zal worden veroordeeld en hij, samen met zijn medeverdachte, naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door dit strafbare feit is toegebracht, zal de vordering van de benadeelde partij hoofdelijk worden toegewezen. Teven heeft de rechtbank besloten tot het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal verdachte eveneens in de proceskosten van de benadeelde partij veroordelen, tot op heden begroot op nihil.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen omdat deze niet zijn onderbouwd.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]:
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk is in haar vordering, nu verdachte is vrijgesproken van de ten laste gelegde flessentrekkerij bij [slachtoffer 2] . De benadeelde partij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 6]:
De vordering van de benadeelde partij [betrokkene 6] is als volgt opgebouwd:
Vita R4i zwart € 795,00
Epson EH-TW9000 € 1.400,00
Uren voor aangifte, afhandeling en opsporing € 290,40
Totaal € 2.485,40
De rechtbank acht de gevorderde materiële schade - met uitzondering van de post “Uren voor aangifte, afhandeling en opsporing” het rechtstreekse gevolg van het onder parketnummer 03/700529-14 feit 2 bewezen verklaarde en acht verdachte ook aansprakelijk voor die schade. Nu dit bedrag dat aan materiële schade wordt gevorderd niet van de zijde van verdachte is betwist, zal de rechtbank het verzoek om die schade te vergoeden toewijzen.
Uit de facturen die bij het voegingsformulier zijn gevoegd blijkt dat de gevorderde posten inclusief 21% BTW zijn. In aanmerking genomen dat de benadeelde partij een rechtspersoon betreft die, naar de rechtbank aanneemt, de omzetbelasting kan verrekenen, zal de rechtbank de posten toewijzen tot het bedrag exclusief BTW, te weten: € 1.734,05.
De gevorderde post “Uren voor aangifte, afhandeling en opsporing” zal worden afgewezen, omdat deze onvoldoende is onderbouwd.
Nu verdachte ter zake van het onder parketnummer 03/700529-14 feit 2 bewezen verklaarde zal worden veroordeeld en hij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door dit strafbare feit is toegebracht, heeft de rechtbank besloten tot het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal verdachte eveneens in de proceskosten van de benadeelde partij veroordelen, tot op heden begroot op nihil.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 8]:
De benadeelde partij [betrokkene 8] vordert een totaalbedrag van € 1.750,- ter zake van geleden materiële schade. Dit betreft volgens de benadeelde partij de waarde van demonstratiegoederen die hij aan verdachte heeft afgegeven.
De rechtbank is van oordeel dat de beoordeling van de gevorderde schade een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Ter onderbouwing van deze schade is een summiere opsomming overgelegd van de door [betrokkene 8] beweerdelijk geleden schade. Uit deze opsomming kan naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende worden afgeleid welke waarde de aan verdachte afgegeven goederen vertegenwoordigden. Evenmin is duidelijk welke schade [betrokkene 8] vordert: de dagwaarde of de nieuwprijs van de goederen. Daarvoor zou nader onderzoek nodig zijn. Een dergelijk onderzoek zou te veel tijd vergen en zou ook het strafgeding onevenredig belasten. De rechtbank zal de benadeelde partij derhalve niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Voor die schade kan de benadeelde partij een vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 11]:
De vordering van de benadeelde partij Smeets is als volgt opgebouwd:
Merida racefiets € 501,25
MIO navigatie € 242,40
Schoenen Shimano € 49,09
Kledingset Merida € 49,58
Totaal € 842,32
Uit de facturen die bij het voegingsformulier zijn gevoegd, blijkt dat de gevorderde posten exclusief BTW zijn.
Nu het bedrag dat aan materiële schade is gevorderd namens verdachte niet is betwist, zal de rechtbank de vordering om die schade te vergoeden toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf 25 juli 2014 tot de dag der algehele voldoening.
Nu verdachte ter zake van het onder parketnummer 03/273970-14 bewezen verklaarde zal worden veroordeeld en hij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door dit strafbare feit is toegebracht, heeft de rechtbank besloten tot het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal verdachte eveneens in de proceskosten van de benadeelde partij veroordelen, tot op heden begroot op nihil.