Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
- een zitgrasmaaier en een kettingzaagmachine en een heggenschaar en een bosmaaier en een bladblazer en twee accu’s en een acculader, gepleegd tussen 10 juli 2014 en 29 juli 2014 bij [slachtoffer 2] , gevestigd [adres 2] en
- een damesfiets (merk Gazelle) en een kinderfiets (merk Mercedes) en een fietshelm en een mountainbike en fietskleding (meerdere stuks) en masseerspullen en twee binnenbanden en twee bidons en een elektrische fiets, gepleegd tussen 31 juli 2014 en 1 augustus 2014 bij [slachtoffer 3] , gevestigd op de [adres 3] .
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De oplegging van straf
7.De benadeelde partijen
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd.
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4.2 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar.
gevangenisstrafvan
4 maanden;
- wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om tegen bewijs van betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 2] , te betalen een bedrag van € 3.554,95, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 29 juli 2014 tot de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat de verdachte zal zijn bevrijd voor zover voornoemde benadeelde partij - al dan niet via betaling aan de Staat - door verdachtes mededader is voldaan;
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk met betrekking tot de gevorderde schade voor zover deze betrekking heeft op de post “Mc Culloch M155-107TC zitmaaier”, met bepaling dat de benadeelde partij het deel van de vordering waarin zij niet-ontvankelijk is verklaard slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- wijst af de overige gevorderde schade;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voornoemd van een bedrag van € 3.554,95, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 45 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van de benadeelde partij niet opheft;
- veroordeelt verdachte tevens hoofdelijk tot betaling aan de Staat van de wettelijke rente over voormeld bedrag vanaf 29 juli 2014 tot de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat indien verdachte en/of een van zijn mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 3.554,95, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 29 juli 2014 tot de dag der algehele voldoening, ten behoeve van voornoemde benadeelde partij daarmee de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte en/of een van haar mededader aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst af de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten.
- twee bedden en/of bedtextiel/beddengoed, gepleegd op 13 augustus 2014 bij [slachtoffer 1] , gevestigd [adres 4] en/of
- een (zit)grasmaaier en/of een (ketting)zaagmachine en/of een heggenschaar en/of een bosmaaier en/of een bladblazer en/of twee accu’s en/of een acculader, gepleegd tussen 10 juli 2014 en 29 juli 2014 bij [slachtoffer 2] , gevestigd [adres 2] en/of
- een (dames)fiets (merk Gazelle) en/of een kinderfiets (merk Mercedes) en/of een fietshelm en/of een mountainbike en/of fietskleding (meerdere stuks) en/of masseerspullen en/of twee binnenbanden en/of twee bidons en/of een elektrische fiets, gepleegd tussen 31 juli 2014 en 1 augustus 2014 bij [slachtoffer 3] , gevestigd op de [adres 3] .