Op 23 juli 2015 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met een zestienjarig meisje. De verdachte werd veroordeeld voor het plegen van ontucht met het slachtoffer, die zich beschikbaar had gesteld voor seksuele handelingen tegen betaling. De rechtbank oordeelde dat het feit wettig en overtuigend bewezen was, ondanks het verweer van de verdediging dat de verdachte verontschuldigbaar had gedwaald over de leeftijd van het slachtoffer. De rechtbank benadrukte dat de bescherming van minderjarigen in zedenzaken van groot belang is en dat de verdachte had moeten verifiëren of het meisje daadwerkelijk achttien jaar oud was, zoals in de advertentie vermeld. De verdachte ontkende opzettelijk een minderjarige te hebben benaderd, maar de rechtbank oordeelde dat hij onvoldoende onderzoek had gedaan naar de leeftijd van het slachtoffer. De rechtbank legde een gevangenisstraf van één dag op, gecombineerd met een taakstraf van 180 uren. De benadeelde partij, het slachtoffer, vorderde schadevergoeding, maar de rechtbank verklaarde haar niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat de behandeling daarvan een onevenredige belasting voor het strafgeding zou opleveren. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.