In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 20 juli 2015 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil over een omgevingsvergunning die was verleend voor de uitbreiding van een kantoorgebouw. De eiser, die een deel van de grond in eigendom had, stelde beroep in tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eijsden-Margraten, dat op 4 februari 2014 de vergunning had verleend aan een derde partij. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning niet zorgvuldig was voorbereid, omdat er geen voorschriften waren opgenomen over de hulpconstructies, de nulmeting en de verzekering. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, met de opdracht aan verweerder om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. De rechtbank heeft daarbij opgemerkt dat de vergunninghouder en de gemeente voldoende moeten waarborgen dat de stabiliteit en integriteit van de garage van de eiser tijdens en na de bouw gewaarborgd zijn. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de belangen van de eiser in de afweging moeten worden meegenomen, vooral gezien de risico's die gepaard gaan met de bouwwerkzaamheden. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming in het bestuursrecht, vooral wanneer het gaat om de rechten van derden die door een vergunning worden geraakt.